/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Ranzigt
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 0 nummer 2

jaargang 43, 14 september 2000


Reportage

Naamloos document Flat Boutenslaan zit boordevol verhalen
Naamloos document Studentenhospitium viert veertigste verjaardag

Studentenhospitium/Gertjan Harberink

Hospitium De Looyackers, tegenwoordig gewoon ëde flat aan de Boutenslaaní, bestond in 1999 veertig jaar. De Vereniging Huurders Studentenhospitium Looyackers (VHSL) bestaat dit jaar exact twintig jaar. Reden voor een feestje dus.

Afgelopen vrijdag vierden de bewoners het grootste verjaardagsfeest dat ooit voor de oudste studentenflat van Eindhoven gehouden is.

Naamloos document Er zullen in Eindhoven weinig studenten zo prachtig wonen als de ruim tachtig studenten die het studentenhospitium De Looyackers bewonen. De flat staat aan de rand van het Stadswandelpark en kijkt uit over groene loofbomen en een uitgestrekte vijver-met-zwaan. Het gebouw met al zijn keurige balkonnetjes ziet er op het eerste gezicht niet uit als een studentenflat. Dat verandert vrij snel als vlak na binnenkomst de eerste manshoge stapel bierkratten in het zicht komt. De voorbereidingen voor het lustrumfeestje van vrijdag zijn begonnen. In totaal zijn er 280 kratten bier over de tien deelnemende gangen verdeeld. Voor de barbecue waar het feest mee begint hebben de organisatoren drie fusten gereserveerd. Het belooft een kolkend feest te worden.

Vroeger zou het ondenkbaar zijn dat een dergelijk festijn georganiseerd zou worden in het studentenhospitium. Het pand is opgeleverd in september 1959. Een maand later werd de flat officieel geopend. Bij de opening was behalve de eerste Eindhovense rector prof.dr. Dorgelo ook Frits Philips aanwezig, wat aangeeft welk belang destijds aan het hospitium gehecht werd. Overigens was het de bedoeling dat er in de loop van de tijd nog meer hospitia in de stad ingericht zouden worden. Daar is weinig van gekomen, omdat de meeste studenten liever op een kamer in de stad woonden dan in een flat waar ze aan een redelijk kort lijntje gehouden werden. Vroeger was het hospitium alleen bestemd voor jongens. Het gebouw werd destijds in een folder omschreven als het ëvliegtuigmoederschipí waarin men uitvliegt naar de TU, de sociÎteit, de culturele en sporverenigingen, maar waar men altijd tracht terug te komen.î Hoewel het idyllisch klonk, hadden de bewoners niet bepaald veel vrijheid. Vrouwenbezoek na tien uur ës avonds was ten strengste verboden. Wie betrapt werd met een meisje kon zijn spullen pakken en moest op zoek naar andere woonruimte.

Sleutelfiguur

Naar het schijnt werd het aantal vrouwen dat de flat in en uit ging nauwkeurig bijgehouden om er zeker van te zijn dat er niemand achterbleef bij het ingaan van de avondklok. Overigens woont Jan van Dijck, de beheerder die in die tijd de scepter zwaaide over De Looyackers, nog steeds in een woning bij de flat met zijn vrouw Toos. De man heeft een legen-darische status bij de huidige bewoners en wordt nog steeds aangesproken met meneer van Dijck.

ìVan Dijck is de sleutelfiguur van deze flatî, zegt Werner Tornij, een van de organisatoren van het lustrumfeestje van het studentenhospitium. De achtstejaars student Bouwkunde is voorzitter van het flatbestuur en heeft naar eigen zeggen al drie generaties flatbewoners meegemaakt. Hij is vol lof over zijn flat. ìWelk studentenhuis heeft er nou zoín prachtige tuin en vier tuinmannenî, lacht hij.

We zitten in de gezamenlijke woonkamer annex keuken van gang 22. ìDe gezelligste gang van de flatî, verzekeren drie flatbewoners die in de keuken aan het koken zijn.

De gezamenlijke keuken en woonkamer is het centrale punt van elke gang in de studentenflat. Elke gang telt acht bewoners die ieder de beschikking hebben over twee kamers met balkon en een eigen badkamertje. ìVroeger was dat andersî, zegt Tornij. ìDestijds waren er dertien kamers per gang met ÈÈn centrale badkamer. Elke bewoner had ÈÈn sober kamertje, ingericht met standaardmeubilair.î Hij spreidt een aantal fotoís uit de beginjaren van het studentenhospitium uit op tafel. Het zijn zwart/wit-fotoís van keurige jongens. Strak in het pak. Goed geknipt. Een enkeling rookt een pijp. Op sommige fotoís staan jongens met gemilimeterd haar. Ze zijn ontgroend door het corps. Op een andere foto hangen de jongens allemaal over hun balkonnetjes. Op ÈÈn van de balkons staan meisjes. ìDat waren de kamermeisjesî, zegt Tornij. ìDe bewoners hoefden niet veel zelf te doen. Er werd voor hen gewassen, gestreken en gepoetst.î Inmiddels hebben de bewoners de beschikking over wasmachines. Voor die tijd werden de lakens en theedoeken nog regelmatig door meneer Van Dijck opgehaald voor een wasje.


Studentenhospitium De Looyackers, tegenwoordig simpelweg de Œflat aan de Boutenslaan¹. Foto: Bram Saeys

Verhalen

De studentenflat kent, zoals elk studentenhuis, een rijke historie. Tal van verhalen doen de ronde over excentrieke bewoners, ludieke acties, rivaliteit tussen verschillende gangen en een enkel tragisch ongeval. Tornij en zijn flatgenoot, studiegenoot en collega-organisator Pieter Kuipers vertellen met plezier een aantal bekende Boutenslaan-verhalen. Over de tragische zelf-opgewekte gasexplosie bijvoorbeeld, die een bewoner het leven kostte. Hij overleed niet aan de explosie, maar tuimelde in paniek van zijn balkon. Ander explosie-leed: een door het toilet doorgespoeld strijker sloeg nog niet zo heel lang geleden een gat in een afvoerbuis waardoor een fietsenhok plotsklaps in een ranzig riool veranderde.

Ook legendarisch waren de watergevechten. Tornij hoorde de meest wilde verhalen van oud-bewoners die hij voor het lustrumfeest benaderde. ìVanuit deze keuken kun je met een brandslang precies in die kamer mikkenî, zegt hij terwijl hij naar een verderop gelegen balkonnetje wijst. Hele verdiepingen zijn in het verleden geÔnundeerd door baldadige studenten. Tegenwoordig komt dat niet meer voor. De brandslangen in het gebouw zijn verzegeld. Verhuurder Vestide regeert streng doch rechtvaardig en schade wordt keihard verhaald op de veroorzakers. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat er niets meer gebeurt. Zo werd het fietsenhok van een van de gangen nog niet zo lang geleden dichtgemetseld en zette de slachtoffers uit wraak de fietsen van alle boosdoeners in een bootje op de vijver.


De verjaardag van het studentenhospitium werd 9 september met een groots feest gevierd. Foto: Bram Saeys.

Centraal orgaan in de flat is het bestuur. Het flatbestuur zorgt dat de studenten ook op andere manieren met elkaar kennismaken. Tornij: ìIn feite willen we elk kwartaal iets organiseren. Een borrel bijvoorbeeld. Dit jaar is daar echter niet veel van gekomen in verband met het feest.î Eigenlijk had het grote feest vorig jaar al gehouden moeten worden. Alle voorbereidingen voor dat festijn waren in volle gang tot de gemeente er een vette streep door zette. De studenten kregen geen vergunning voor de tent die ze wilden neerzetten. Tornij: ìAnders hadden we om elf uur al moeten stoppen. En dat kan natuurlijk niet. Daarom hebben we het feest afgeblazen en een jaar doorgeschoven.î

Op zaterdag 9 september is het zover. Tot zeven uur ës ochtens trilt de flat aan de Boutenslaan op haar voegen. Zes gangen, meer dan vijfhonderd bewoners, oud-bewoners, vrienden, kennissen en aanhang vieren het veertigjarig bestaan van de oudste studentenflat van Eindhoven. Als een paar dagen later de biervlekken weggeschrobt zijn, is het grootste feest in de geschiedenis van de flat echt voorbij. Wat achterblijft is de herinnering. En een mooi verhaal. Voor later. /.














Website Cursor