Untitled Document
EESI heeft nog voor jaren onderzoekswerk
op de plank
Werken aan een digitale toekomst
Embedded systemen/Han Konings
Foto/Bram Saeys
Via een bedieningsinterface op Internet een koffiezetapparaat
op afstand bedienen. Bij het Eindhoven Embedded Systems Institute
(EESI) is dat mogelijk. In de toegangsruimte van het EESI-gebouw
op het TUE-terrein staan meer van dergelijke technische snufjes.
Prof.dr.ir. Loe Feijs, directeur van het instituut, is trots op
hetgeen de afgelopen twee jaar al op poten is gezet.
Een 'embedded system' is een informatieverwerkend systeem dat
is ingebouwd in een apparaat of een ander systeem, waarvan het
de functionaliteit en de besturing in zijn geheel of gedeeltelijk
bepaalt. Voornamelijk in de telecommunicatie- en elektrotechnische
industrie en de dienstverlening vindt de ontwikkeling en toepassing
van deze systemen plaats. Internationaal gezien staat het Nederlandse
onderzoek op dit gebied er goed voor, maar het vergt veel inzet
en investeringen om in dit vakgebied een positie in de kopgroep
te behouden.
Drie jaar geleden waren de wetenschappelijke wereld, de overheid
en het bedrijfsleven het er dan ook over eens dat men in Nederland
een onderzoeksinstituut op dit gebied diende op te zetten. De
goede kennisinfrastructuur moest in stand gehouden worden. Het
werd weliswaar geen technologisch topinstituut - iets waar men
in eerste instantie naar streefde -, maar het leverde wel een
nationaal onderzoeksprogramma op (PROGram for Research on Embedded
Systems and Software - PROGRESS). En op de TU/e richtte men in
juni 1998 het Eindhoven Embedded Systems Institute (EESI) op.
Sleutelrol
Een jaar later, in juli 1999, kreeg EESI op het TU/e-terrein een
eigen onderkomen in het Laplace-gebouw, waar de onderzoekers nauw
kunnen samenwerken met elkaar en waar ook ruimte is voor onderwijs
en conferenties. Vooral ook op die twee laatste punten vervult
het EESI een sleutelrol. Volgens directeur Loe Feijs is het namelijk
geen toeval dat EESI in Eindhoven gevestigd is: "We zitten
hier in een regio waar veel bedrijven zich nationaal gezien het
actiefst bezighouden met de ontwikkeling en toepassing van ingebedde
systemen. Dat zijn dan niet alleen grote firma's, zoals ASML,
Philips, Ericsson en Océ, maar ook veel middelgrote en
kleine bedrijven. Tel daarbij op dat we aan de TU/e op verschillende
faculteiten al veel onderzoek naar deze systemen uitvoerden, en
de keuze voor Eindhoven is niet meer dan logisch. Inmiddels leveren
TU/e-breed twintig hoogleraren hun bijdragen aan EESI. Ze zijn
afkomstig van de faculteiten Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica,
Werktuigbouwkunde en van het IPO, het centrum voor onderzoek naar
mens-systeem interactie. Drie maanden geleden is door het ICT-bedrijf
CMG direct een hoogleraar benoemd bij EESI, prof.dr.ir. Peter
de With, die zich zal gaan bezighouden met videosystemen en -architecturen.
Het bedrijfsleven laat zo zien dat men doordrongen is van het
belang van EESI."
Overigens is eind vorig jaar ook het projectbureau van ITEA, een
Europees samenwerkingsverband op het gebied van software voor
software-intensieve systemen, gevestigd bij EESI.
Opleidingen
Feijs heeft inmiddels vele gesprekken achter de rug met mensen
uit het bedrijfsleven, en mede op grond daarvan zijn de onderzoeks-
en onderwijsdoelen van EESI geformuleerd. Er bestaat ook een Raad
van Advies, waar mensen uit het bedrijfsleven zitting in hebben.
Voorzitter van deze raad is rector magnificus prof.dr. Martin
Rem en tweemaal per jaar komt de raad bij elkaar.
"Al snel werd duidelijk dat er bij de bedrijven in deze regio
een enorme behoefte is aan systeemarchitecten", zegt Feijs.
"De opleiding voor systeemarchitect is in augustus dan ook
voor de tweede maal met zo'n 35 deelnemers van start gegaan."
Ook heeft het gehele studiejaar 1999-2000 een tweewekelijkse reeks
architectuur-colloquia gelopen, met TU/e-sprekers en sprekers
van buiten. Volgens Feijs waren het zeer succesvolle bijeenkomsten.
Dit nieuwe studiejaar heeft de colloquia-reeks als thema 'Embedded
Internet'. Tijdens deze bijeenkomsten wordt de relatie tussen
embedded systemen en internet onder de loep genomen. Feijs verwacht
dat het bedienen van ingebedde systemen via internet de komende
jaren dé nieuwe ontwikkeling gaat worden. Het op afstand
bedienbare koffiezetapparaat is er een voorbeeld van. Maar om
dat goed te laten werken is volgens de EESI-directeur nog zeer
veel onderzoek nodig. Men verwacht daarbij veel van de programmeertaal
embedded Java.
Onderzoek
In mei van dit jaar heeft de beoordelingscommissie van PROGRESS,
het nationale stimuleringsprogramma van NWO, STW en het ministerie
van Economische Zaken, drie onderzoeksvoorstellen van EESI gehonoreerd.
Financieel gezien betekent dit een bijdrage van 2,4 miljoen gulden.
Het bedrijfsleven voegt daar nog eens twee miljoen aan toe. In
wezen realiseert EESI voor iedere gulden die het College van Bestuur
van de TU/e investeert, voor circa zes gulden aan omzet voor research
en andere activiteiten.
De drie onderzoeksprojecten waar men onder PROGRESS-vlag mee van
start gaat, betreffen het duidelijk specificeren van interfaces,
onderzoek aan hybride systemen en het modelleren van telecommunicatiesystemen.
Goede interfacespecificaties zijn een voorwaarde voor het zeker
stellen van samenwerking tussen componenten binnen een systeem.
Dit is bijzonder belangrijk als embedded systemen met verschillende
versies van componenten moeten samenwerken in onvoorziene situaties.
Bij het onderzoek naar hybride systemen bestaat de uitdaging eruit
om kennis en kunde over besturings- en regelsystemen uit de informatica
en de systeemtheorie te integreren voor de analyse en synthese
van embedded systemen. Een gedegen modellering van telecommunicatiesystemen
is noodzakelijk om de huidige ontwerpcomplexiteit van deze systemen
als ook het beheer van netwerkverkeer in de hand te houden. Al
deze projecten, waar momenteel promovendi en postdoc's voor geworven
worden, lopen vier jaar.
Toekomst
Feijs ziet de verdere ontwikkeling en toepassing van embedded
systemen de komende jaren nog flink toenemen. Bij vele industriële
processen moet hardware nog vervangen worden door software. Uiteindelijk
worden signalen dan gedigitaliseerd en gecomputeriseerd, waarna
de systemen ook opengesteld worden voor software van buiten. De
telefooncentrale haalt Feijs hierbij aan als een systeem dat een
dergelijk traject al heeft doorlopen.
Ook wijst de EESI-directeur op de opmerkelijke omkering die zich
heeft voorgedaan in de transmissie van data. Feijs: "In het
verleden werden de grote afstanden overbrugd via radiosignalen
en kleine afstanden gingen via kabels. Nu worden datatransmissies
over grote afstanden via glasvezelkabels uitgevoerd en de kleine
afstanden overbrugt men steeds vaker via radiosignalen. De consument
wil in zijn huis geen geknoei met draden meer."
Allerlei zaken die met embedded systemen via internet aangestuurd
worden, zullen in de toekomst in aantal alleen nog maar toenemen.
Feijs spreekt hierbij over 'ambient intelligence'. De mens zal
zich de komende jaren steeds intensiever omringen met tientallen
ingebedde systemen met een processor erin. Dat kan in zijn huis
zijn, maar bijvoorbeeld ook in zijn bril of zijn kleding. Om dit
allemaal goed te laten werken en om het ook goed te beveiligen
is nog zeer veel onderzoek nodig. Wat dat betreft hebben de onderzoekers
in het Laplace-gebouw nog voor vele jaren werk./.
Feijs ziet de verdere ontwikkeling en toepassing van embedded
systemen de komende jaren nog flink toenemen. Bij vele industriële
processen moet hardware nog vervangen worden door software. Uiteindelijk
worden signalen dan gedigitaliseerd en gecomputeriseerd, waarna
de systemen ook opengesteld worden voor software van buiten. De
telefooncentrale haalt Feijs hierbij aan als een systeem dat een
dergelijk traject al heeft doorlopen.
Ook wijst de EESI-directeur op de opmerkelijke omkering die zich
heeft voorgedaan in de transmissie van data. Feijs: "In het
verleden werden de grote afstanden overbrugd via radiosignalen
en kleine afstanden gingen via kabels. Nu worden datatransmissies
over grote afstanden via glasvezelkabels uitgevoerd en de kleine
afstanden overbrugt men steeds vaker via radiosignalen. De consument
wil in zijn huis geen geknoei met draden meer."
Allerlei zaken die met embedded systemen via internet aangestuurd
worden, zullen in de toekomst in aantal alleen nog maar toenemen.
Feijs spreekt hierbij over 'ambient intelligence'. De mens zal
zich de komende jaren steeds intensiever omringen met tientallen
ingebedde systemen met een processor erin. Dat kan in zijn huis
zijn, maar bijvoorbeeld ook in zijn bril of zijn kleding. Om dit
allemaal goed te laten werken en om het ook goed te beveiligen
is nog zeer veel onderzoek nodig. Wat dat betreft hebben de onderzoekers
in het Laplace-gebouw nog voor vele jaren werk./.
|