Untitled Document
"TU/e wil cultureel iets betekenen"
Negende lustrum krijgt meer allure
Lustrum/Chriz van de Graaf
Foto's/Bram Saeys
Het programma van het negende lustrum van de TU/e is een
allegaartje van feestelijkheden speciaal voor deze gelegenheid
en activiteiten die toch al gepland waren. Toch zit er volgens
voorzitter van de lustrumcommissie prof.dr. Martien de Voigt
eenheid in het programma. Maar bovenal spreekt de universiteit
haar ambitie uit: "De TU/e wil cultureel iets betekenen."
De universiteit bestaat binnenkort vijfenveertig jaar. Leuk,
zou je zeggen, om vervolgens weer over te gaan tot de orde van
de dag. De lustrumcommissie denkt daar anders over. Zij trekt,
bewapend met een budget van ruim een half miljoen gulden, ten
strijde om een ambitieus cultureel programma op de planken te
brengen.
"De universiteit wil haar ware gezicht tonen", zegt
De Voigt. "Ook die componenten die niet zomaar naar de buitenwereld
uitstralen, zoals cultuur op een technische universiteit, willen
we laten zien." Los van de uitstraling is culturele vorming
essentieel voor studenten, meent De Voigt. Ze moeten in vijf jaar
met allerlei vormen van kunst in aanraking komen en dat doet de
TU/e erg goed, zegt hij.
Op de vraag waarom culturele vorming juist op deze technische
universiteit wortel heeft geschoten, heeft De Voigt niet direct
een antwoord: "Dit is mijn vierde universiteit, dus ik zou
het eigenlijk moeten weten. Volgens mij komt het door een elkaar
stimulerende ambitie. We hebben een aantal sterke spelers. Ook
is hier door internationale ervaringen een cultureel bewustzijn.
Gedurende mijn tijd bij Studium Generale kreeg ik makkelijk positieve
reacties los bij hoogleraren. Op de tweede plaats hebben we van
oudsher een sterke SG. Meer recent is een stimulerend College
van Bestuur."
Mijlpaaltje
Waarom niet vijf jaar gewacht met een feest? Dan bestaat de TU/e
vijftig jaar en met het opgepotte geld kunnen de grootste en beste
gezelschappen worden geboekt. "Op de eerste plaats moet een
universiteit haar geld gewoon opmaken. Daarbuiten grijpt de mens
mijlpaaltjes aan", zegt De Voigt. "Vijf jaar lang zijn
we met een missie bezig. Als mens, maar ook als universiteit.
Na die tijd kijken we naar de resultaten."
Van dit terugkijken is in het programma niet veel terug te vinden,
dat gebeurt waarschijnlijk in stilte. Wel heeft de lustrumcommissie
een aantal grote projecten mogelijk gemaakt.
Zo spelen leden van Stichting Culturele Studentenactiviteiten
in de globezaal van de Stadsschouwburg de musical West Side Story.
In de maand juni is het gezelschap daar vijf keer te zien. Op
dit moment zijn ongeveer veertig studenten aan het repeteren onder
leiding van regisseuse Suus Willemse. Voor de lustrumcommissie
is dit één van de hoogtepunten.
Ook het Virus Festival moet volgens De Voigt een lustrumtintje
krijgen. Als de organisatie een artiest of gezelschap aan het
programma wil toevoegen, maar dat niet uit eigen middelen kan
betalen, wil de lustrumcommissie daar wel bij helpen.
Jolien Kooijman, voorzitter van Stichting Virus, denkt niet dat
de organisatie van het aanbod gebruikt maakt: "Wij zijn een
onafhankelijke organisatie en willen niet ons handje ophouden
bij de TU/e. We hebben een eigen budget en daar willen we het
mee doen. Als over een paar weken blijkt dat we echt iets extra
nodig hebben, dan gaan we daar misschien over praten. Met Jan
Vayne aan het orgel hebben wij trouwens al ons lustrumtintje.
Het geld daarvoor komt uit het potje van de lustrumcommissie."
Eredoctoraten
De echte verjaardag van de TU/e, de Dies Natalis, is vrijdag 27
april. Tijdens een academische plechtigheid worden in het Auditorium
drie eredoctoraten uitgereikt, gevolgd door een receptie.
Dan zijn er nog een paar mazzeltjes. Zo komt -toevallig in het
lustrumjaar- het circus van de Grote Nederlandse Studenten Kampioenschappen
(GNSK) in mei naar Eindhoven. In 1991 was die hier voor het laatst.
In tien takken van sport strijden studenten om de prijzen: voetbal,
handbal, volleybal, basketbal, tennis, waterpolo, rugby, judo,
badminton en honkbal. De twaalfhonderd deelnemers van de kampioenschappen
kunnen na gedane arbeid op het gras van het Virus Festival nagenieten
en uitrusten, want het festival volgt vlak na het sportevenement.
Thema van de lustrumviering is 'Mens, Cultuur en Techniek'.
Mens en cultuur zijn in de activiteiten duidelijk zichtbaar. De
techniek is onder andere te vinden bij het tweedaags congres 'Biomedische
technologie breekt door', dat wordt georganiseerd in samenwerking
met de vereniging Biofysica en de faculteit BMT. De eerste dag
van het congres is gewijd aan onderwijs in BMT. Dag twee staat
in het teken van een onderzoeksgebied waarop BMT-ingenieurs een
belangrijke rol gaan spelen: Optical (in vivo) imaging and image
processing. Dit zijn alle technieken en technologieën die
komen kijken bij het maken van plaatjes bij biomedisch onderzoek
naar de mens. Het zijn technieken als röntgen en MRI waarbij
niet wordt gesneden in het menselijk lichaam. Deze technieken
nemen een hoge vlucht en krijgen binnen de biomedische technologie
een steeds belangrijkere plaats.
Dat de lustrumviering een succes zal worden, lijdt voor De
Voigt geen twijfel. "De TU/e zit in de lift op het gebied
van wetenschap en onderzoek. Ons onderwijs krijgt een hoge score.
Ik merk dat dat niet alleen te danken is aan onze eigen prestatie,
maar ook het klimaat in Eindhoven is heel optimistisch. Daardoor
valt het lustrum in een positief bed. Het vorige lustrum werd
bescheiden gevierd, nu moet het met meer allure."/.
De folder met daarin het programma van het lustrum is op het
gehele TU/e-terrein te vinden.
Het orgel: een diamant in een plastic doos
Na de brand in het Auditorium werd overwogen het pijporgel
te verkopen. Dat gebeurde niet en inmiddels is de orgelcommissie
druk bezig het instrument een prominente plaats te geven in het
academisch leven èn in de lustrumviering. Experimenten
worden daarbij niet geschuwd.
Als je het niet weet, valt het
misschien niet eens op: een immens pijporgel in het Auditorium.
En wie dacht dat het een relikwie uit een vervlogen tijd is, heeft
het mis. Het orgel leeft meer dan ooit en dit lustrumjaar krijgt
het een prominente rol in de festiviteiten.
Op de eerste plaats wordt het orgel bespeeld op de verjaardag
van de TU/e op 27 april. Violiste Emmy Verhey musiceert op die
dag samen met universiteitsorganist Ruud Huijbregts. Vanaf juni
zijn er vier orgelconcerten, die samen met de Eindhovense stichting
Axes worden georganiseerd. Daarbij speelt het orgel samen met
synthesizers, er komt een jazzconcert, het orgel wordt gebruikt
in een optreden van moderne improvisatiemuziek en als klap op
de vuurpijl bindt het in-strument de strijd aan met techno.
Voorts zijn er plannen om alle universiteitsorganisten van Nederland
naar Eindhoven te halen om het orgel te bespelen, en tijdens Virus
zal Jan Vayne achter het instrument plaatsnemen. Ambitieuze initiatieven
en dat voor een orgel dat enkele jaren geleden bijna werd verkocht.
Het instrument is in 1966 speciaal voor de universiteit gebouwd
door orgelbouwer Pels & Van Leeuwen. Op aangeven van de toenmalige
rector magnificus van de Technische Universiteit prof.dr. K. Posthumus
werd hiertoe besloten. De kosten van het pijporgel lagen rond
de één miljoen gulden. Het grootste deel van dat
bedrag werd geschonken door Philips.
Een crisis in het bestaan van het orgel was de brand in het Auditorium.
Vuur beschadigde het in-strument niet, maar het was wel bedekt
met roet. Het apparaat is toen helemaal uit elkaar gehaald en
elk onderdeeltje werd schoongemaakt. Een enorme klus, waarvan
de kosten ongeveer 350.000 gulden bedroegen. Er werd gedacht aan
verkoop van het instrument, maar dat gebeurde niet.
Klavieren
Het orgel is zo gemaakt dat het als solo-instrument geschikt is
voor het spelen van allerlei stijlen. Ook is het samen met een
orkest te gebruiken. Voor al deze toepassingen is een orgel nodig
dat over veel klankvariaties beschikt. Daarom heeft het vijftig
zogenaamde stemmen verdeeld over drie klavieren (rij met toetsen)
en een pedaal.
Het instrument bestaat uit 3745 pijpen. De hoogste toon zit tegen
de geluidsgrens aan. Vooral mensen die wat ouder zijn, kunnen
die vaak niet meer horen. De laagste toon, zo'n 16 hertz, de zogenoemde
Gedekte Trompet 32 voet, klinkt volgens een kenner als een harde
boer. In de langste pijp zit een bocht, want deze had met een
lengte van elf meter niet in het Auditorium gepast. Het instrument
heeft een bereik van tien octaven.
Alles aan het orgel is handwerk en alles is mechanisch. Het bestaat
uit tienduizenden onderdelen en die zijn bijna allemaal met de
hand gemaakt. De wind die in het orgel wordt geblazen komt van
een blower die met enkele pk's de lucht door windkanalen onder
de vloer van de eerste etage naar het instrument brengt.
Dat de TU/e een juweeltje in huis heeft, blijkt wel als je het
vergelijkt met orgels op andere universiteiten. In Leiden staat
een orgel, Utrecht heeft er een en de VU heeft er een, maar deze
zijn allen een stuk kleiner. Het TU/e orgel is zelfs één
van de grootste in Eindhoven. Alleen die in de Joriskerk en Catharinakerk
zijn groter. Toch zitten er wel wat nadelen aan het orgel in het
Auditorium. De kast waarin het orgel staat, is van perspex. Dat
is mooi, want het binnenwerk laat zich goed zien, maar dit materiaal
is zachter dan het eikenhout dat meestal wordt gebruikt. Het perspex
absorbeert veel trillingen die zodoende niet in de ruimte terechtkomen.
Vroeger was ook de achterwand van het orgel van perspex. Sinds
die is vervangen door hout is het geluid erop vooruitgegaan.
Een ander nadeel is de ruimte waarin het pijporgel staat. Het
Auditorium heeft een beroerde akoestiek; er zit te weinig galm
in. Het geluid is al na een halve seconde weg terwijl een kathedraal
wel een nagalm van elf seconde kan halen. Een oplossing zou zijn
om via elektronische weg voor nagalm te zorgen. De luidsprekers
in het Auditorium zouden dan gebruikt worden om een galm te imiteren.
Boven de keuken
Gerrit Kroesen, lid van de orgelcommissie en hoogleraar experimentele
plasmafysica: "Orgelliefhebbers vinden het een mooi in-strument
maar knappen af op de akoestiek We kunnen twee dingen doen: of
we verbeteren de akoestiek of we spelen muziek die juist gebruik
maakt de droge akoestiek. Een andere optie is elektronische akoestiek,
maar daar is draagvlak voor nodig. Het zou een leuk project zijn
voor Bouwkunde. In Delft is een groep die zich wijdt aan dit
probleem. Maar eerst kijken we naar de kennis die we zelf in huis
hebben. Als het doorgaat, zou het wel eens 100.000 gulden kunnen
kosten. Dat kan alleen als het in-strument regelmatig wordt gebruikt.
Vandaar dat we beginnen met het zoeken naar muziek en gebruiksmogelijkheden
die de droge akoestiek juist uitbuiten."
Een ander probleem van het Auditorium is dat het orgel boven de
keuken staat. Dampen slaan op de pijpen, maar tot grote problemen
heeft dat volgen Kroesen nog niet geleid.
Is er ook nog iets positiefs te ontdekken aan de plaats waar pijporgel
staat? Ja! De temperatuur is goed, en dat vooral omdat die gelijkmatig
is. In kerken schommelt de temperatuur tussen het vriespunt en
de twintig graden. Het uitzetten en krimpen van de onderdelen
zorgt voor slijtage en ontstemmen van het instrument. En daar
is in het Auditorium nauwelijks sprake van. De kosten voor het
instrument liggen op jaarbasis rond de 10.000 gulden. Dat is niet
veel in verhouding tot de waarde, vindt Kroesen, want die wordt
geschat op meer dan twee miljoen gulden. Het geld gaat vooral
naar stemmen en klein onderhoud. Grote problemen zijn er nauwelijks.
Het stemmen van het instrument is een heel karwei. Dat moet met
twee mensen omdat één de toetsen indrukt en de ander
op hetzelfde moment de pijpen stemt. Per stembeurt worden duizend
tot vijftienhonderd pijpen onder handen genomen. Dit kan alleen
maar in het weekend of 's nachts, buiten de openingstijden van
het Auditorium, want anders is de kans op geluidsoverlast erg
groot.
Er wordt niet alleen bij concerten op het orgel gespeeld. Zo zijn
er voorspeelavonden van de orgelklas van de Eindhovense muziekschool.
Ook wordt er regelmatig op gestudeerd door orgelstudenten.
Kroesen was in het verleden zelf ook wel op vrijdagavond aan het
instrument te vinden. Daar heeft hij nu te weinig tijd voor. "Het
was erg aangenaam om alle agressie eruit te spelen op het orgel.
Dus als mensen er gebruik van willen maken, moeten ze contact
opnemen met orgelcommissie, die bestaat uit de universiteitsorganist
Ruud Huijbregts, gepensioneerd TU/e-medewerker Sjef Vrolijk en
mijzelf. Die commissie kijkt dan of de toekomstig bespeler voldoende
niveau heeft. Als dat zo is, kan er wel iets geregeld worden."/.
"Je verwacht niet dat TU/e-studenten zo
creatief zijn"
Het is hèt spektakelstuk van het lustrum: de
uitvoering van de musical West Side Story in de Eindhovense Stadschouwburg.
Stichting Culturele Studentenactiviteiten Eindhoven (SCSE) is
sinds juni 2000 in de weer om met een groep van veertig studenten
een professionele uitvoering op de planken te zetten.
Studenten en cultuur, dat is waar
het bij de lustrumviering om gaat. En bij de musical West Side
Story niet als pasief consument, maar als acteur, zanger, danser
en muzikant.
Studenten werken op dit moment twee tot drie keer in de week onder
professionele begeleiding aan de musical van Leonard Bernstein.
Het verhaal van deze Romeo en Julia-kloon is bekend: een onmogelijke
liefde tussen een jongen en een meisje uit rivaliserende bendes
in de jaren '50 in New York. De hoofdrolspelers Tony en Maria
tonen eens te meer aan dat haat en rivaliteit worden overwonnen
door liefde. In dit verhaal blijkt er echter nog iets sterkers
te zijn: een geweer. In het dramatische slot denkt Tony dat Maria
dood is totdat hij haar op straat ziet lopen en hij rent op haar
af. Tony wordt neergeschoten en sterft in de armen van Maria.
De 22-jarige logopediestudente Demelza van Gerwen heeft de rol
van Maria. Ze is vooral enthousiast over het project. Erg enthousiast.
"Maria is een hele leuke rol, maar ook een heel moeilijke.
Ik weet niet waarom ik er voor uitgekozen ben. Ik kan dansen,
zingen en toneelspelen, misschien daarom. Ik wilde graag een grote
rol, maar deze is wel heel groot. Het is volgens mij ook één
van de moeilijkste rollen in musicals. Ik zing heel hoog, daar
heb ik hard voor moeten werken. Op school zag ik posters van de
musical hangen en toen heb ik auditie gedaan. Na een maand hoorde
ik dat ik Maria was. Ik dacht: nee, dat kan niet! Ik kon het niet
geloven. Dat was super. Nu gaat het heel goed. We repeteren steeds
meer samen en dan zie je wat er allemaal al is gebeurd. We speelden
laatst de eerste zes scènes en dat zag er al goed uit.
Toch zal ik heel zenuwachtig zijn als we dadelijk voor de eerste
keer spelen. Ik heb de afgelopen maanden veel geleerd. Bijvoorbeeld
dat je gewoon moet dóen. Als iets mis gaat, moet je gewoon
doorgaan. In het begin was het wel eng. Ik vroeg me af of ze me
wel goed zouden vinden.
Er zijn in de tekst wel dingen aangepast. Als je dat niet doet,
wordt een heel zoetsappig verhaaltje. Er stonden rare scheldwoorden
in zoals 'speksmoelen'. Ook krijg je qua kleding niet de Tony
en Maria te zien zoals in de film. Thuis heb ik een videoband
van West Side Story en als die kijk, denk ik: 'zo wordt-ie zeker
niet'.
Het mooiste moment is toch wel als Tony in mijn armen sterft.
Als het goed is, vindt iedereen in de zaal dat heel erg. Als publiek
zou gaan huilen, zou dat heel gaaf zijn.
Ik verwachtte niet van TU/e-studenten dat ze zo creatief zouden
zijn. Het is van de universiteit mooi dat ze laten zien dat hun
studenten meer doen dan sommetjes maken.
Wij zijn een vernieuwende Tony en Maria die goed bij elkaar passen.
Wij zijn zeker niet de Tony en Maria uit de film. Dat zijn perfecte
mensen en wij zijn gewone mensen. Ook als je geen model bent en
niet in Vogue staat, moet je de kans krijgen om zoiets te doen."/.
West Side Story is van 15 juni tot en met
20 juni vijf keer te zien en te horen in de Eindhovense Stadsschouwburg.
|