/Voorpagina /Mensen /Nieuws /Opinie /Cultuur /Studentenleven /Achtergrond /English page /Onderzoek /Reportage /Bestuur /Ruis /Ranzigt /Colofon |
/Faculteits Berichten /Vacatures /Mensa /Oude cursors /pdf formaat /TUE |
![]() |
![]() ![]() ![]() jaargang 43, 5 april 2001 Cultuur |
Tweehonderd keer Pinus Nigra Nigra Hij was gewoon maar eerlijk geweest tegen CvB-voorzitter Henk de Wilt toen die met een aantal mensen naar een project in Den Haag was komen kijken. "Ik vertelde hem dat ik nog niet op de campus geweest was", lacht Koek. De Wilt, tevens voorzitter van de stuurgroep Masterplan Huisvesting, reageerde enigszins verbaasd. Achteraf besefte Koek zich dat dat waarschijnlijk geen handige zet geweest was. Hij was dan ook verbaasd dat hij wel degelijk met twee andere bureaus uitverkoren werd om een schetsontwerp te maken voor de inrichting van De Wielen. En ja, hoe gaat zoiets. Je begint met wat ideeën. Brainstormen. Schetsen. En weggooien, veel weggooien. Soms zelfs op het allerlaatste moment. "We hadden bijvoorbeeld een idee dat we drie weken voordat het gepresenteerd zou moeten worden, verworpen hebben", zegt Koek. "Er miste iets. Het was het gewoon niet helemaal." Radicale facelift Veiligheid Om enigszins aan die wens tegemoet te komen, vindt er op woensdag 11 april een bijeenkomst plaats op initiatief Vastgoed en Studium Generale waarbij iedereen de kans krijgt mee te praten over de inrichting van De Wielen. De bijeenkomst bestaat uit een presentatie van Koek en een forum waarin behalve de ontwerper ook prof. Riek Bakker en prof. Christian Kieckens deelnemen. De bijeenkomst begint om 11.45 uur en vindt plaats in de Blauwe Zaal. Meepraten vanuit de zaal is niet alleen toegestaan maar wordt zelfs aangemoedigd. |
![]() Een nereïde was voor de oude Grieken een waternimf, een van de vijftig dochters van zeegod Nereus. De mooie meisjes werden dikwijls belaagd door tritons, meermannen met een dolfijnenstaart. De nereïde zit in het werk van Jonk met gekruiste benen op de triton, die zijn hand op haar zij legt. Zijn staart bevindt zich in een stevige waterpartij. Op het oog lijken de triton en de nereïde elkaars gelijken, maar de nereïde domineert: niet alleen zit ze centraal in de compositie maar ze zit ook hoger dan de triton. Ook uit de titel blijkt dat Jonk de nereïde de belangrijkste rol heeft gegeven. Nic Jonk wordt in 1928 geboren in Schermerhorn (Noord-Holland) als boerenzoon. Zijn vader overlijdt wanneer Jonk nog jong is en het gezin kan de eindjes net aan elkaar knopen. Om de financiële lasten te verlichten, gaat Jonk als zeventienjarige het reclamevak in. Twee jaar later, in '47, volgt hij een avondcursus aan de kunstnijverheidsschool in Amsterdam bij Wessel Couzijn. Jonk bewondert Couzijn vanwege zijn plastische kracht, tevens moedigt Couzijn hem aan om verder te gaan in het vak. Jonk neemt een dag per week vrij om lessen aan de Rijksnormaalschool in Amsterdam te volgen. Drie jaar lang bekwaamt hij zich in het modeltekenen. Een tentoonstelling in het Arnhemse Sonsbeek in 1949 wordt het meest beslissend voor Jonks latere carrière. Het zien van werk van Couzijn, Willem Reyers, Carasso, Rik Wouters, Renoir, Bourdelle en Lipchitz maakte Jonk duidelijk dat hij zijn toekomst moet zoeken in beeld en niet in tekeningen. Pas in 1953 gaat Jonk naar de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. De opleiding viel echter tegen: de Rijksacademie bracht Jonk geen bevestiging van zijn ideeën. In 1956 zwaaide hij af en vestigde zich als vrij kunstenaar in Amsterdam. In de periode 1961-62 geeft Jonk les op de Koninklijke academie voor kunst en vormgeving in Den Bosch. Twee jaar later doceert hij bij Atelier '63, waarvan hij een van de mede-oprichters is. Dit werk blijft hij drie jaar doen, tevens geeft Jonk van 1974-75 les op de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. In 1965 vestigt Jonk zich in Grootschermer waar hij tot zijn overlijden in 1994 woont en werkt. Jonk maakte zijn beelden volgens een bepaald concept. Eerst maakte de kunstenaar kleine krabbels op een blocnote die voor niemand leesbaar zijn. De tweede fase bestaat uit een mini-beeldje van was, waarbij alleen de grote vormen worden uitgewerkt. Vervolgens komt groter en meer uitgewerkt een model van klei. Tijdens het werken met klei stond Jonk het meest open voor inspiratie, ook al wist hij al hoe het beeld eruit komt te zien. Daarnaast was Jonk vooral gevoelig voor licht: de partijen die licht vangen, woog hij af tegen de schaduwpartijen. Bovendien wide hij de negatieve vorm, de holte in het beeld, verantwoorden en als er meerdere zijn, ze tegen elkaar afwegen. In de vierde fase (het vertalen van het gipsmodel op ware grootte) maakte Jonk weinig ingrijpende correcties. Ook het maken van Nereïde op triton verliep de bovenstaande fases./. |
/Who's afraid of Virginia Woolf /Yinka /Workshop Breakdance /Het Land |
[an error occurred while processing this directive] |
[an error occurred while processing this directive] |