/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Ranzigt
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 3 nummer 0

jaargang 43, 26 april 2001


Reportage

Untitled Document

"Je moet er iets van jezelf inleggen"
20 jaar modeltekenen op TU/e

Modeltekenen/Gerard Verhoogt
Wat gekras van krijt of houtskool op papier, een penseel dat tegen de randen van een glazen potje klinkt, wat geschuifel van voeten, verder wordt de stilte nauwelijks doorbroken. Gezichten met serieuze ogen kijken langs de tekentafels naar het model en weer terug. Een enkeling mompelt wat of neuriet even een melodie. Na een minuut of twintig klinkt het bijna onverbiddelijke 'nog twee minuten'. Daarna verwisselen de deelnemers hun vel papier op de tekentafel, het model neemt een nieuwe positie in en het ritueel herbegint: serieus, in alle rust en concentratie.


De avond modeltekenen op de TU/e bestaat al twintig jaar, opmerkelijk voor een privé-initiatief. Iedereen die wil, kan op donderdagavond meedoen in de tekenzaal van de faculteit Bouwkunde. De kosten voor het materiaal en het model bedragen 12.50 gulden.
Toen Harry van Leur in 1980 begon met modeltekenen studeerde hij nog architectuur en stedenbouw. Hij was onder meer studentmedewerker bij Jan Slothouber (Vormleer), Jean Leering (Kunstgeschiedenis) en Calibre (digitale vormgeving). Hij heeft nu een eigen reclamestudio voor grafische en digitale vormgeving. Modeltekenen blijft hij doen omdat het goed is voor zijn vak èn: "Als organisator zeg je niet 'het komt vanavond niet uit, ik ga niet'. Daarom blijf ik het ook organiseren."
Volgens de overlevering hield een medewerker van Bouwkunde rond 1979 een expositie van naakttekeningen, die hij elders gemaakt had. Waarop anderen zeiden 'dat deed ik vroeger ook, moeten we weer gaan doen' en zo geschiedde. Een jaar daarna kwam Van Leur erbij, weer een jaar later nam hij de organisatie over van Peter Rooijakkers, medewerker Bouwkunde en beheerder van de tekenzaal.
Van Leur: "Het is overigens geen cursus. Niemand geeft les, niemand zegt 'het moet zo of zo'. Gemiddeld komen er acht, negen mensen; soms twaalf, dertien, het maximum. Soms zijn er te weinig deelnemers en gaat het niet door. En we rekenen per keer af."
Wie doet er zoal mee?
Van Leur: "Vroeger veel mensen uit de architectuurhoek, vormgevers, illustratoren. Mensen die weinig aan vrij tekenen toe kwamen. Voor de huidige deelnemers is het een hobby, ze hebben meestal wel een achtergrond van de academie of een tekencursus. En het is jammer dat er de laatste jaren weinig studenten meedoen, want in het reguliere programma zit nauwelijks vrij tekenen. Modeltekenen is geen 'handjes en gezichten' tekenen, je moet vooral kijken naar de hoofdlijn, niet naar de details. In korte tijd (een kwartier) moet je het op papier zetten, dat voorkomt dat je maar blijft verbeteren, daar wordt het meestal toch niet beter van."

Rubensiaans
Iedereen heeft zijn eigen manier en stijl, dat is wel duidelijk. Sommigen werken alleen op groot formaat, anderen op een klein vel. Harry van Leur schildert tamelijk expressionistische beelden met Rubensiaanse lichamen, de ander houdt het heel kaal. De een tekent realistisch, de ander niet, weinig mensen tekenen een achtergrond. Eén deelnemer heeft na twee minuten een contour op papier, een ander lijkt zo snel mogelijk te willen gaan schilderen. Weer een ander begint bij de schouder en tekent steeds een stukje verder, het hoofd als laatste. Daarbij kijkt en vergelijkt hij steeds met zijn potlood voor de juiste verhoudingen. Twee deelnemers gebruiken verf, één krijt, de anderen prefereren houtskool of potlood.
Elly Dolman-Vos volgde in de jaren '60 een tekenopleiding in Tilburg, gaf les en ze exposeerde. Zij wisselt de verschillende materialen (verf, pen of houtskool) regelmatig af. Ze doet nu een jaar mee, na een periode van vijf jaar waarin ze niets heeft gedaan: "Voor het plezier en de training. Modeltekenen zakt namelijk snel weg als je het niet regelmatig doet."
Wat maakt modeltekenen moeilijk?
Dolman-Vos: "Je bent zelf een mens dus je ziet alle onvolmaaktheden goed, ook in je tekeningen. Vooral de ogen en de mond kenmerken iemand. Als je goed kunt modeltekenen, kun je alles goed tekenen. Als ik begin, heb ik een soort glazen plaat met een vlakverdeling voor ogen. Maar je kunt er ook een landschap van maken, iedereen heeft zijn eigen manier. Je hebt ook niet meer het gevoel dat er een naakte mens staat, het worden lijnen en schaduwen. Verder maak je zelf uit wanneer een tekening geslaagd is. Bij mij moet het meer zijn dan exact natekenen, op zoiets kun je oefenen. Je moet er iets van jezelf inleggen, zodat het je raakt."

Vakkennis
"Voor mijn pensionering werkte ik bij Philips, eerst op de technische afdeling, later technisch-commercieel. Toen ik in de Ondernemingsraad werd gekozen, mocht ik een cursus doen. Mijn vrouw zei: 'Waarom ga je niet tekenen?' Dat had ik nog nooit gedaan. Toen heb ik eerst een cursus bij De Wielen (Geldrop) gedaan, daarna de opleiding in Arendonk (België). Eerst avondacademie, na mijn pensionering zeven jaar dagopleiding", vertelt de 77-jarige Willem Diklo.
Met de avond modeltekenen wil hij 'iets' in stand houden, namelijk de oude vakkennis, een expertise die volgens hem verwaarloost. En het blijft uitstel van 'executie', zoals hij dat cryptisch omschrijft.
Tegenwoordig tekent hij op zijn gevoel, vroeger begon Diklo een tekening volgens een vast stramien: "Eerst moet je meten, kijken naar de verhoudingen. Kijk, nu klopt de verhouding tussen de breedte en de lengte van het lichaam niet. Dat zie je overigens vaak en krijg je niet meer goed. Maar het is telkens anders, het ligt ook aan het model. Ik ben nooit tevreden, je maakt 25 tekeningen en je houdt er drie over. Of het realistisch moet zijn? "Dat ligt aan jezelf. Ik ben iemand die alles goed wil hebben."

Handtekening
"Hij heeft me veel te dik getekend", is het eerste dat Anoesja zegt als ze de resultaten van Van Leur ziet. Ze is al vijf jaar model en begon toen een bevriende kunstenaar haar daarvoor vroeg omdat het eigenlijke model ziek werd. Intussen heeft ze overal in en om Eindhoven gewerkt, ook voor beeldhouwers.
"In het begin had ik er wat moeite mee, nu nog wel eens. Maar ik loop dan ook tegen de vijftig. De laatste tijd poseer ik wat minder, ik had er niet zo'n zin meer in. Dat is echt een voorwaarde voor dit werk, dat merken de beeldhouwers of tekenaars meteen. Tijdens het poseren kijk ik meestal naar de gezichten van de mensen. Het is belangrijk dat je ontspannen bent tijdens het poseren en dat er onderling een prettige sfeer is. Maar dat is haast altijd zo. En ik wil altijd zien wat ze gemaakt hebben."
Zoals veel kunstenaars heeft Ad Nent twee beroepen: kok en kunstschilder. Voor dat laatste volgde hij de avondopleiding van de Academie voor Industriële Vormgeving, afdeling vrije beeldende vormgeving. Waarom doet hij mee?
"Ik wil mijn persoonlijke handtekening in het model vertalen. Ook als ondersteuning. Als je als schilder namelijk niet vaak tekent, zit je sneller vast met je bewegingen. Zeker als je realistisch schildert, wat ik doe. Ik begin altijd bij het bekken, want als de stand niet klopt, klopt de rest van het lichaam ook niet. Een tekening of schilderij is voor mij geslaagd als ik geen 'fouten', zie want het is voor mij puur oefening, de resultaten komen toch op de stapel te liggen."/.

Wie geïnteresseerd is in modeltekenen kan tijdens kantooruren bellen met Harry van Leur, 040 - 2440522.

[an error occurred while processing this directive]













Website Cursor