/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Ranzigt
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 1 nummer 3

Jaargang 44, 6 december 2001


Nieuws

Untitled Document

Plannen voor Living Lab TU/e
De TU/e heeft plannen voor een 'Living Lab'; een als woonhuis ingericht laboratorium waarin de (tijdelijke) bewoners nieuwe staaltjes technologie uitproberen. Initiatiefnemer van het project is het vroegere IPO, het Center for User-System Interaction aan de TU/e.

Effectiviteit en efficiency worden steeds belangrijker. Er komen daarom steeds meer technische snufjes op de markt die de mens moeten helpen het dagelijks leven gemakkelijker en aangenamer te maken.
Voordat onderzoekers de nieuwste technologische hoogstandjes en geavanceerde netwerken met een gerust hart op de samenleving kunnen loslaten, moeten deze uitvoerig worden getest en moet worden bekeken hoe mensen op deze nieuwe vindingen reageren. Philips Research in Eindhoven opende afgelopen zomer op zijn campus daarom al het Home Lab, veelal omschreven als een soort wetenschappelijke variant van het Big Brotherhuis. Ook elders in de wereld, waaronder op diverse plaatsen in Amerika, in het Canadese Vancouver en in Brussel, zijn vergelijkbare labs verrezen. Nu heeft dus ook de TU/e plannen in die richting.
De initiatiefnemers van het project zijn dr.ir. Panos Markopoulos en prof.dr. Matthias Rauterberg van het vroegere IPO, dat is ondergebracht bij de faculeit Technologie Management. Inmiddels is ook de faculteit Bouwkunde bij het Living Lab betrokken, evenals het EESI (Eindho-ven Embedded System Institute).

De technologieën die straks -als het plan wordt verwezenlijkt- in het Living Lab worden getest, kunnen variëren van computerspelletjes en audio- en videoapparatuur tot complete beveiligingssystemen. Het lab is niet, zoals de populaire 'huizen van de toekomst', bedoeld om mensen een spannende blik in de toekomst te bieden; het is een wetenschappelijk platform waarbinnen wordt geëxperimenteerd met nieuwe technologieën.
Initiatiefnemer Marko-poulos benadrukt dat het lab geen Big Brother-achtige toestand wordt. "Voor sommige onderzoeken zullen video-opnames nodig zijn; bij andere kunnen we volstaan met bijvoorbeeld interviews met de bewoners van het lab, zonder dat daar ook maar één camera aan te pas komt. Als in het huis al opnames worden gemaakt, dan worden deze in elk geval niet uitgezonden of wat dan ook. We zijn er niet op uit om een spektakel van mensen te maken."

Betaald
Wie straks in aanmerking komen om tijdelijk in het Living Lab te wonen, staat nog niet vast. Het is niet onwaarschijnlijk dat deze proefpersonen, net als deelnemers aan andere experimenten, betaald krijgen voor hun verblijf in het lab.
Het Living Lab bestaat vooralsnog alleen op papier; de initiatiefnemers hebben wel een locatie op het oog voor het 'onderzoekshuis'. Tot die tijd maken ze voor hun onderzoek gebruik van het laboratorium van het IPO, waarin een soort huiskamer is ingericht. Wanneer het project kan starten, is nog niet duidelijk. De TU/e heeft de NWO (Nederlandse organisatie voor Wetenschap-pelijk Onderzoek) onlangs om subsidie gevraagd./.

Untitled Document

"De berg wordt steeds steiler"
Insiders noemen hem de 'godfather van de microprocessor'. John Hennessy, president-directeur van de Stanford University, was spreker tijdens de Holst Memorial Lezing op 29 november. De jaarlijkse lezing was onderdeel van het symposium 'Na dertig jaar microprocessors'.

"We beklimmen een berg die steeds steiler wordt." Terwijl Hennessy zijn visie geeft op de stand van zaken in de wereld van de chiparchitectuur, kun je in het goed gevulde Auditorium een speld horen vallen. De aanwezigen zijn voornamelijk mannen en ongeveer een kwart van hen is pas na de lunchpauze, speciaal voor Hennessy, gekomen. Links op het podium zit Gilles Holst stijfjes in zijn schilderij-lijst, terwijl de gastspreker zijn verhaal met soepele gebaren kracht bij zet.
Van de dertig jaar waarin de microprocessor werd ontwikkeld tot een niet weg te denken onderdeel van de computer, maakte Hennessy er 26 actief mee. De terugblik in zijn lezing, gebaseerd op vier generaties van processors, lardeert hij met grappige en interessante details uit de praktijk.
Aan het eind van zijn verhaal schetst hij de huidige problematiek in het onderzoek naar een verbeterde chiparchitectuur. Hoewel de prestaties van de microprocessor sinds de jaren tachtig jaarlijks met 160 procent zijn toegenomen, worden betere oplossingen voor geheugensystemen, energiegebruik en programmeerproblemen steeds complexer. "De berg wordt steiler en het makkelijkste territorium ligt al achter ons", aldus Hennessy. 'Baanbrekende' vernieuwingen moeten volgens hem gezocht worden op het gebied van 'multi-processors' (meerdere processors op één chip) en 'simultanious multi- threading' (meerdere programma's tegelijkertijd uitvoeren op dezelfde processor). Hennessy hoopt de nieuwe generatie onderzoekers daartoe te inspireren: "Als ik twintig jaar jonger was geweest, zou ik me daar nu op storten."

Invloed
Volgens oud-TU/e-student Hans van Gageldonk is de invloed van dergelijke uitspraken 'enorm'. "Hennessy is de 'godfather' van de micro-processor. Elke student Elektrotechniek heeft zijn standaardwerk gelezen. Bovendien was hij de eerste die verschillende chiparchitecturen kwantitatief vergeleek." Gageldonk is onderzoeker bij het Philips Natuurkundig Laboratorium en borrelt met een oud-studiegenoot wat na over de lezing. Hoewel hij deze 'erg gedegen' vindt, merkt Gageldonk op dat het verhaal maar ten dele opgaat: "Voor mensen als Hennessy geldt: 'the sky is the limit', ze hoeven geen rekening te houden met een kostenplaatje. Onderzoekers zoals bij Philips moeten dat wel."/.

John Hennessy tijdens de Holstlezing. Foto: Bart van Overbeeke

Untitled Document

Mediagids voor wetenschappers
Om onderzoekers te helpen hun werk toegankelijk te maken voor de maatschappij, heeft de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) een Mediagids uitgegeven voor wetenschappers.

Het boekje biedt onderzoekers 'een houvast in de pogingen om wetenschappelijke informatie tot de samenleving te laten doordringen via de pers, radio, televisie, internet, een lezing of nog anders', zo leggen de schrijvers uit.
De lezer krijgt onder meer handreikingen bij het benaderen van de media, het vaststellen van zijn of haar doelgroep en het bepalen van de belangrijkste bevindingen uit zijn of haar onderzoek.
Het boekje geeft taaltips, maar ook journalistieke tips, bijvoorbeeld voor het opstellen van een helder persbericht en het bedenken van een actuele aanleiding waarmee het onderzoek te maken heeft. Ook wordt de wetenschapper uitgelegd hoe om te gaan met mensen uit de media en hoe te handelen als er onverhoopt iets misgaat./.

Untitled Document

'Medezeggenschap nog verbeteren'
Het bestuur van universiteiten is sinds de invoering van de MUB slagvaardiger en effectiever geworden. De medezeggenschap van personeel en studenten moet echter nog verbeterd worden. Dat staat in het rapport 'Bezinning op de MUB' dat onderwijsminister Hermans vorige week naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

De wet Modernisering Universitaire Bestuursor-ganisatie is vier jaar geleden ingevoerd om de autonomie van universiteiten te vergroten en de bestuursorganisaties te professionaliseren. Met de MUB zou het medebestuur van studenten en personeel vervangen worden door medezeggenschap. Uit het rapport blijkt echter dat dit nog verbeterd moet worden. Hiervoor stelt minister Hermans de studentenorganisaties extra geld beschikbaar. De twee betrokken studentenorganisaties hebben tijdens de studentenkamer, het formele overleg tussen studenten en de minister, fel van zich laten horen. "We kunnen het geld inderdaad goed gebruiken, maar dit is niet dé oplossing", zegt Sofie Joosse, voorzitter van de LSVb. "De positie van de student wordt pas werkelijk sterker als de inspraak grondig verbeterd wordt en als studenten ook op lokaal niveau middelen krijgen om aan hun eigen instelling voor hun rechten op te komen." De LSVb pleit nu voor een studentenondersteuningsfonds waaruit studenten geld kunnen halen om een organisatie op te zetten of naar de rechter te kunnen stappen als hun belangen in het gedrang komen.
ISO-voorzitter Jonathan Zondag vindt de teruglopende opkomstpercentages bij universiteitsraadverkiezingen een logisch gevolg van de MUB. "Waarom zou je stemmen op mensen die niets te zeggen hebben?" Het ISO hoopt nu op meer openheid van bestuur, meer bevoegdheden voor de raden en beter scholing voor raadsleden./.

Untitled Document

Procedure opvolging De Wilt gestart
Collegevoorzitter dr.ir. Henk de Wilt verlaat de TU/e in september 2002. De procedure voor opvolging van de voorzitter is inmiddels in gang gezet. De Raad van Toezicht stelt het profiel hiervoor vast in zijn vergadering van
11 december. Voor mei 2002 moet bekend zijn wie de opvolger wordt.

Een zoekcommissie is in september ingesteld door de Raad van Toezicht (RvT). Deze commissie bestaat uit twee leden van de Raad van Toezicht en de twee overige leden van het College van Bestuur; rector prof.dr. Rutger van Santen en drs. Willem te Beest. Ze zoekcommissie heeft een concept-profielschets opgesteld voor de opvolger van De Wilt. Deze wordt voorgelegd aan de vertrouwenscommissie van de universiteitsraad en aan de decanen van de faculteiten. De RvT stelt hierna het definitieve profiel vast op 11 december en kiest een extern bureau uit dat kandidaten voor de functie gaat werven.
Het ligt in de planning dat in januari en februari gesprekken worden gehouden met kandidaten. In de maand maart brengt de zoekcommissie advies uit aan de RvT. De decanen en de vertrouwenscommissie worden hierover geïnformeerd. Hierop volgt een vergadering en gesprekken met kandidaten. Na onderling beraad en overleg met de overige CvB-leden neemt de Raad van Toezicht uiteindelijk de beslissing. Verwacht wordt dat voor 1 mei 2002 bekend gemaakt kan worden wie de opvolger wordt van De Wilt./.

Untitled Document

Wetenschap stelt gedragsnormen vast
Welke normen gelden er voor wetenschappelijk onderzoek, hoe worden ze mogelijk geschonden en hoe kan schending voorkomen worden? Deze vragen komen aan bod in de onlangs verschenen Notitie Wetenschappelijke Integriteit.

Wetenschappelijk onderzoek is gebaseerd op het onderlinge vertrouwen van onderzoekers dat (ook) anderen hun werk zorgvuldig doen en daarover juist publiceren. Het onderzoek is divers, methoden verschillen sterk van elkaar en wetenschappers houden er verschillende ideeën op na. Volledige rapportage van ieders bevindingen is daardoor onmogelijk.
Om het onderlinge vertrouwen van onderzoekers te bevorderen, verscheen deze maand de Notitie Wetenschappelijke Integriteit, bedoeld voor medewerkers van universiteiten en andere onderzoeksinstituten. De notitie is een uitgave van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), de Vereniging van Universiteiten (VSNU) en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Weten-schappen (KNAW). Het boekje is een vervolg op de Notitie Wetenschappelijk Wangedrag uit 1995 en de vorig jaar verschenen brochure Wetenschappelijk onderzoek: dilemma's en verleidingen.
De verantwoordelijkheid voor preventie en signalering van wetenschappelijk wangedrag ligt in de eerste plaats bij onderzoekers en onderzoeksinstellingen zélf, stellen de drie organisaties. Elke universiteit of andere wetenschappelijke instelling moet daarom een vertrouwenspersoon aanstellen, bij wie mensen terechtkunnen met klachten over vermeend wangedrag. Hieronder wordt onder meer verstaan het vervalsen (of achterhouden) van onderzoeksresultaten en diefstal van intellectueel eigendom, zoals plagiaat. De vertrouwenspersoon rapporteert aan het bestuur of College van Bestuur, dat vervolgens beslist of er sprake is van laakbaar gedrag en of nader onderzoek nodig is.
Ook zijn er plannen voor oprichting van een Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit. Dit orgaan, dat wordt ondergebracht bij de KNAW, zal op verzoek van een klager of beklaagde een oordeel vellen over de manier waarop een instelling een klacht heeft behandeld.
De notitie Wetenschap-pelijke Integriteit en andere publicaties over het onderwerp zijn te vinden op www.knaw.nl, www.vsnu.nl en www.nwo.nl./.

Untitled Document

Na-feesten
Na weken zwoegen op tentamens was het vorige week tijd voor de broodnodige ontspanning. Het traditionele Natentamenfeest van het Eindhovens Studenten Corps was een van de mogelijkheden hiervoor. De huisband van ESC luisterde de avond op.

Foto: Bert Jansen
Untitled Document

Bouwkunde moet kiezen tussen bieb en kantine
Bouwkunde hoopt voor eind januari duidelijkheid te hebben over wat ze gaat doen met de bibliotheek van de faculteit. Nu de beoogde centrale universiteitsbibliotheek nog een paar jaar op zich laat wachten, overweegt het faculteitsbestuur om in het nieuwe onderkomen alsnog ruimte te maken voor de bieb. In dat geval moet de geplande kantine in het gebouw mogelijk wijken.

Bij de inrichting van het nieuwe gebouw van Bouwkunde, het voormalige T-hoog, was aanvankelijk geen rekening gehouden met een plek voor de eigen bibliotheek. Dit met het oog op de plannen van de TU/e voor een centrale bibliotheek op het universiteitsterrein. De faculteitsbibliotheek van Bouwkunde zou zolang in het Hoofdgebouw blijven zitten óf verhuizen naar een plek elders op de campus, bijvoorbeeld in het Matrixgebouw of de W-hal. De verwezenlijking van een centrale bibliotheek laat, zoals het er nu voor staat, echter nog tenminste zes jaar op zich wachten. En dat is voor de genoemde tussenoplossingen toch wat lang, vindt de faculteit. Het bestuur wil daarom bekijken of de bieb eventueel tóch een plaats kan krijgen in het nieuwe onderkomen van de faculteit. Een serieuze optie, maar wel eentje waarvoor de faculteit veel moet inleveren, benadrukt ir. Herman Rikhof, directeur bedrijfsvoering van Bouwkunde. "Het zou kunnen zijn dat we de bieb in dat geval gaan onderbrengen in de ruimte die we gepland hadden voor de kantine. Er is in het nieuwe gebouw in elk geval niet voldoende ruimte voor beide." De directeur zegt dat het bestuur voor eind januari meer duidelijkheid wil hebben.
Ir. Mark Wolffe, biblio-thecaris van de faculteit, vreest dat het gebruik van de bibliotheek flink zal teruglopen als ze niet meeverhuist naar het nieuwe onderkomen. "Gebruikers zullen eerder geneigd zijn informatie van het internet te halen en dat is naar mijn mening nadelig voor de kwaliteit van het onderwijs. Bovendien zijn de studenten, bijvoorbeeld vanwege de benodigde tekeningen, toch gebonden aan een 'papieren' bibliotheek."

Trefpunt
Daarnaast is de bieb volgens Wolffe niet slechts een plek waar mensen in stilte iets opzoeken, maar gebruiken velen haar tevens als studie- en overlegruimte. "Ik vrees dat, als wij hier in het Hoofdgebouw of elders op de campus blijven, de sfeer zeker zal veranderen. Ik zou het betreuren als de faculteit voor de kantine kiest. Een argument daarvoor zou kunnen wezen dat de kantine een trefpunt voor de faculteit is, maar dat kan de bieb óók zijn."/.














Website Cursor