Untitled Document
Plannen voor Living Lab TU/e
De TU/e heeft plannen voor een 'Living Lab'; een als
woonhuis ingericht laboratorium waarin de (tijdelijke) bewoners
nieuwe staaltjes technologie uitproberen. Initiatiefnemer van
het project is het vroegere IPO, het Center for User-System Interaction
aan de TU/e.
Effectiviteit en efficiency worden steeds belangrijker. Er
komen daarom steeds meer technische snufjes op de markt die de
mens moeten helpen het dagelijks leven gemakkelijker en aangenamer
te maken.
Voordat onderzoekers de nieuwste technologische hoogstandjes en
geavanceerde netwerken met een gerust hart op de samenleving kunnen
loslaten, moeten deze uitvoerig worden getest en moet worden bekeken
hoe mensen op deze nieuwe vindingen reageren. Philips Research
in Eindhoven opende afgelopen zomer op zijn campus daarom al het
Home Lab, veelal omschreven als een soort wetenschappelijke variant
van het Big Brotherhuis. Ook elders in de wereld, waaronder op
diverse plaatsen in Amerika, in het Canadese Vancouver en in Brussel,
zijn vergelijkbare labs verrezen. Nu heeft dus ook de TU/e plannen
in die richting.
De initiatiefnemers van het project zijn dr.ir. Panos Markopoulos
en prof.dr. Matthias Rauterberg van het vroegere IPO, dat is ondergebracht
bij de faculeit Technologie Management. Inmiddels is ook de faculteit
Bouwkunde bij het Living Lab betrokken, evenals het EESI (Eindho-ven
Embedded System Institute).
De technologieën die straks -als het plan wordt verwezenlijkt-
in het Living Lab worden getest, kunnen variëren van computerspelletjes
en audio- en videoapparatuur tot complete beveiligingssystemen.
Het lab is niet, zoals de populaire 'huizen van de toekomst',
bedoeld om mensen een spannende blik in de toekomst te bieden;
het is een wetenschappelijk platform waarbinnen wordt geëxperimenteerd
met nieuwe technologieën.
Initiatiefnemer Marko-poulos benadrukt dat het lab geen Big Brother-achtige
toestand wordt. "Voor sommige onderzoeken zullen video-opnames
nodig zijn; bij andere kunnen we volstaan met bijvoorbeeld interviews
met de bewoners van het lab, zonder dat daar ook maar één
camera aan te pas komt. Als in het huis al opnames worden gemaakt,
dan worden deze in elk geval niet uitgezonden of wat dan ook.
We zijn er niet op uit om een spektakel van mensen te maken."
Betaald
Wie straks in aanmerking komen om tijdelijk in het Living Lab
te wonen, staat nog niet vast. Het is niet onwaarschijnlijk dat
deze proefpersonen, net als deelnemers aan andere experimenten,
betaald krijgen voor hun verblijf in het lab.
Het Living Lab bestaat vooralsnog alleen op papier; de initiatiefnemers
hebben wel een locatie op het oog voor het 'onderzoekshuis'. Tot
die tijd maken ze voor hun onderzoek gebruik van het laboratorium
van het IPO, waarin een soort huiskamer is ingericht. Wanneer
het project kan starten, is nog niet duidelijk. De TU/e heeft
de NWO (Nederlandse organisatie voor Wetenschap-pelijk Onderzoek)
onlangs om subsidie gevraagd./.
|
Untitled Document
"De berg wordt steeds steiler"
Insiders noemen hem de 'godfather van de microprocessor'.
John Hennessy, president-directeur van de Stanford University,
was spreker tijdens de Holst Memorial Lezing op 29 november. De
jaarlijkse lezing was onderdeel van het symposium 'Na dertig jaar
microprocessors'.
"We beklimmen een berg die
steeds steiler wordt." Terwijl Hennessy zijn visie geeft
op de stand van zaken in de wereld van de chiparchitectuur, kun
je in het goed gevulde Auditorium een speld horen vallen. De aanwezigen
zijn voornamelijk mannen en ongeveer een kwart van hen is pas
na de lunchpauze, speciaal voor Hennessy, gekomen. Links op het
podium zit Gilles Holst stijfjes in zijn schilderij-lijst, terwijl
de gastspreker zijn verhaal met soepele gebaren kracht bij zet.
Van de dertig jaar waarin de microprocessor werd ontwikkeld tot
een niet weg te denken onderdeel van de computer, maakte Hennessy
er 26 actief mee. De terugblik in zijn lezing, gebaseerd op vier
generaties van processors, lardeert hij met grappige en interessante
details uit de praktijk.
Aan het eind van zijn verhaal schetst hij de huidige problematiek
in het onderzoek naar een verbeterde chiparchitectuur. Hoewel
de prestaties van de microprocessor sinds de jaren tachtig jaarlijks
met 160 procent zijn toegenomen, worden betere oplossingen voor
geheugensystemen, energiegebruik en programmeerproblemen steeds
complexer. "De berg wordt steiler en het makkelijkste territorium
ligt al achter ons", aldus Hennessy. 'Baanbrekende' vernieuwingen
moeten volgens hem gezocht worden op het gebied van 'multi-processors'
(meerdere processors op één chip) en 'simultanious
multi- threading' (meerdere programma's tegelijkertijd uitvoeren
op dezelfde processor). Hennessy hoopt de nieuwe generatie onderzoekers
daartoe te inspireren: "Als ik twintig jaar jonger was geweest,
zou ik me daar nu op storten."
Invloed
Volgens oud-TU/e-student Hans van Gageldonk is de invloed van
dergelijke uitspraken 'enorm'. "Hennessy is de 'godfather'
van de micro-processor. Elke student Elektrotechniek heeft zijn
standaardwerk gelezen. Bovendien was hij de eerste die verschillende
chiparchitecturen kwantitatief vergeleek." Gageldonk is onderzoeker
bij het Philips Natuurkundig Laboratorium en borrelt met een oud-studiegenoot
wat na over de lezing. Hoewel hij deze 'erg gedegen' vindt, merkt
Gageldonk op dat het verhaal maar ten dele opgaat: "Voor
mensen als Hennessy geldt: 'the sky is the limit', ze hoeven geen
rekening te houden met een kostenplaatje. Onderzoekers zoals bij
Philips moeten dat wel."/.
John Hennessy tijdens de Holstlezing. Foto:
Bart van Overbeeke
|
Untitled Document
Mediagids voor wetenschappers
Om onderzoekers te helpen hun werk toegankelijk te maken
voor de maatschappij, heeft de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk
Onderzoek (NWO) een Mediagids uitgegeven voor wetenschappers.
Het boekje biedt onderzoekers 'een houvast in de pogingen om
wetenschappelijke informatie tot de samenleving te laten doordringen
via de pers, radio, televisie, internet, een lezing of nog anders',
zo leggen de schrijvers uit.
De lezer krijgt onder meer handreikingen bij het benaderen van
de media, het vaststellen van zijn of haar doelgroep en het bepalen
van de belangrijkste bevindingen uit zijn of haar onderzoek.
Het boekje geeft taaltips, maar ook journalistieke tips, bijvoorbeeld
voor het opstellen van een helder persbericht en het bedenken
van een actuele aanleiding waarmee het onderzoek te maken heeft.
Ook wordt de wetenschapper uitgelegd hoe om te gaan met mensen
uit de media en hoe te handelen als er onverhoopt iets misgaat./.
|
Untitled Document
'Medezeggenschap nog verbeteren'
Het bestuur van universiteiten is sinds de invoering
van de MUB slagvaardiger en effectiever geworden. De medezeggenschap
van personeel en studenten moet echter nog verbeterd worden. Dat
staat in het rapport 'Bezinning op de MUB' dat onderwijsminister
Hermans vorige week naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
De wet Modernisering Universitaire Bestuursor-ganisatie is
vier jaar geleden ingevoerd om de autonomie van universiteiten
te vergroten en de bestuursorganisaties te professionaliseren.
Met de MUB zou het medebestuur van studenten en personeel vervangen
worden door medezeggenschap. Uit het rapport blijkt echter dat
dit nog verbeterd moet worden. Hiervoor stelt minister Hermans
de studentenorganisaties extra geld beschikbaar. De twee betrokken
studentenorganisaties hebben tijdens de studentenkamer, het formele
overleg tussen studenten en de minister, fel van zich laten horen.
"We kunnen het geld inderdaad goed gebruiken, maar dit is
niet dé oplossing", zegt Sofie Joosse, voorzitter
van de LSVb. "De positie van de student wordt pas werkelijk
sterker als de inspraak grondig verbeterd wordt en als studenten
ook op lokaal niveau middelen krijgen om aan hun eigen instelling
voor hun rechten op te komen." De LSVb pleit nu voor een
studentenondersteuningsfonds waaruit studenten geld kunnen halen
om een organisatie op te zetten of naar de rechter te kunnen stappen
als hun belangen in het gedrang komen.
ISO-voorzitter Jonathan Zondag vindt de teruglopende opkomstpercentages
bij universiteitsraadverkiezingen een logisch gevolg van de MUB.
"Waarom zou je stemmen op mensen die niets te zeggen hebben?"
Het ISO hoopt nu op meer openheid van bestuur, meer bevoegdheden
voor de raden en beter scholing voor raadsleden./.
|
Untitled Document
Procedure opvolging De Wilt gestart
Collegevoorzitter dr.ir. Henk de Wilt verlaat de TU/e
in september 2002. De procedure voor opvolging van de voorzitter
is inmiddels in gang gezet. De Raad van Toezicht stelt het profiel
hiervoor vast in zijn vergadering van
11 december. Voor mei 2002 moet bekend zijn wie de opvolger wordt.
Een zoekcommissie is in september ingesteld door de Raad van
Toezicht (RvT). Deze commissie bestaat uit twee leden van de Raad
van Toezicht en de twee overige leden van het College van Bestuur;
rector prof.dr. Rutger van Santen en drs. Willem te Beest. Ze
zoekcommissie heeft een concept-profielschets opgesteld voor de
opvolger van De Wilt. Deze wordt voorgelegd aan de vertrouwenscommissie
van de universiteitsraad en aan de decanen van de faculteiten.
De RvT stelt hierna het definitieve profiel vast op 11 december
en kiest een extern bureau uit dat kandidaten voor de functie
gaat werven.
Het ligt in de planning dat in januari en februari gesprekken
worden gehouden met kandidaten. In de maand maart brengt de zoekcommissie
advies uit aan de RvT. De decanen en de vertrouwenscommissie worden
hierover geïnformeerd. Hierop volgt een vergadering en gesprekken
met kandidaten. Na onderling beraad en overleg met de overige
CvB-leden neemt de Raad van Toezicht uiteindelijk de beslissing.
Verwacht wordt dat voor 1 mei 2002 bekend gemaakt kan worden wie
de opvolger wordt van De Wilt./.
|
Untitled Document
Wetenschap stelt gedragsnormen vast
Welke normen gelden er voor wetenschappelijk onderzoek,
hoe worden ze mogelijk geschonden en hoe kan schending voorkomen
worden? Deze vragen komen aan bod in de onlangs verschenen Notitie
Wetenschappelijke Integriteit.
Wetenschappelijk onderzoek is gebaseerd op het onderlinge vertrouwen
van onderzoekers dat (ook) anderen hun werk zorgvuldig doen en
daarover juist publiceren. Het onderzoek is divers, methoden verschillen
sterk van elkaar en wetenschappers houden er verschillende ideeën
op na. Volledige rapportage van ieders bevindingen is daardoor
onmogelijk.
Om het onderlinge vertrouwen van onderzoekers te bevorderen, verscheen
deze maand de Notitie Wetenschappelijke Integriteit, bedoeld voor
medewerkers van universiteiten en andere onderzoeksinstituten.
De notitie is een uitgave van de Nederlandse Organisatie voor
Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), de Vereniging van Universiteiten
(VSNU) en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Weten-schappen
(KNAW). Het boekje is een vervolg op de Notitie Wetenschappelijk
Wangedrag uit 1995 en de vorig jaar verschenen brochure Wetenschappelijk
onderzoek: dilemma's en verleidingen.
De verantwoordelijkheid voor preventie en signalering van wetenschappelijk
wangedrag ligt in de eerste plaats bij onderzoekers en onderzoeksinstellingen
zélf, stellen de drie organisaties. Elke universiteit of
andere wetenschappelijke instelling moet daarom een vertrouwenspersoon
aanstellen, bij wie mensen terechtkunnen met klachten over vermeend
wangedrag. Hieronder wordt onder meer verstaan het vervalsen (of
achterhouden) van onderzoeksresultaten en diefstal van intellectueel
eigendom, zoals plagiaat. De vertrouwenspersoon rapporteert aan
het bestuur of College van Bestuur, dat vervolgens beslist of
er sprake is van laakbaar gedrag en of nader onderzoek nodig is.
Ook zijn er plannen voor oprichting van een Landelijk Orgaan Wetenschappelijke
Integriteit. Dit orgaan, dat wordt ondergebracht bij de KNAW,
zal op verzoek van een klager of beklaagde een oordeel vellen
over de manier waarop een instelling een klacht heeft behandeld.
De notitie Wetenschap-pelijke Integriteit en andere publicaties
over het onderwerp zijn te vinden op www.knaw.nl, www.vsnu.nl
en www.nwo.nl./.
|
Untitled Document
Na-feesten
Na weken zwoegen op tentamens was
het vorige week tijd voor de broodnodige ontspanning. Het traditionele
Natentamenfeest van het Eindhovens Studenten Corps was een van
de mogelijkheden hiervoor. De huisband van ESC luisterde de avond
op.
Foto: Bert Jansen
|
Untitled Document
Bouwkunde moet kiezen tussen bieb en kantine
Bouwkunde hoopt voor eind januari duidelijkheid te hebben
over wat ze gaat doen met de bibliotheek van de faculteit. Nu
de beoogde centrale universiteitsbibliotheek nog een paar jaar
op zich laat wachten, overweegt het faculteitsbestuur om in het
nieuwe onderkomen alsnog ruimte te maken voor de bieb. In dat
geval moet de geplande kantine in het gebouw mogelijk wijken.
Bij de inrichting van het nieuwe gebouw van Bouwkunde, het
voormalige T-hoog, was aanvankelijk geen rekening gehouden met
een plek voor de eigen bibliotheek. Dit met het oog op de plannen
van de TU/e voor een centrale bibliotheek op het universiteitsterrein.
De faculteitsbibliotheek van Bouwkunde zou zolang in het Hoofdgebouw
blijven zitten óf verhuizen naar een plek elders op de
campus, bijvoorbeeld in het Matrixgebouw of de W-hal. De verwezenlijking
van een centrale bibliotheek laat, zoals het er nu voor staat,
echter nog tenminste zes jaar op zich wachten. En dat is voor
de genoemde tussenoplossingen toch wat lang, vindt de faculteit.
Het bestuur wil daarom bekijken of de bieb eventueel tóch
een plaats kan krijgen in het nieuwe onderkomen van de faculteit.
Een serieuze optie, maar wel eentje waarvoor de faculteit veel
moet inleveren, benadrukt ir. Herman Rikhof, directeur bedrijfsvoering
van Bouwkunde. "Het zou kunnen zijn dat we de bieb in dat
geval gaan onderbrengen in de ruimte die we gepland hadden voor
de kantine. Er is in het nieuwe gebouw in elk geval niet voldoende
ruimte voor beide." De directeur zegt dat het bestuur voor
eind januari meer duidelijkheid wil hebben.
Ir. Mark Wolffe, biblio-thecaris van de faculteit, vreest dat
het gebruik van de bibliotheek flink zal teruglopen als ze niet
meeverhuist naar het nieuwe onderkomen. "Gebruikers zullen
eerder geneigd zijn informatie van het internet te halen en dat
is naar mijn mening nadelig voor de kwaliteit van het onderwijs.
Bovendien zijn de studenten, bijvoorbeeld vanwege de benodigde
tekeningen, toch gebonden aan een 'papieren' bibliotheek."
Trefpunt
Daarnaast is de bieb volgens Wolffe niet slechts een plek waar
mensen in stilte iets opzoeken, maar gebruiken velen haar tevens
als studie- en overlegruimte. "Ik vrees dat, als wij hier
in het Hoofdgebouw of elders op de campus blijven, de sfeer zeker
zal veranderen. Ik zou het betreuren als de faculteit voor de
kantine kiest. Een argument daarvoor zou kunnen wezen dat de kantine
een trefpunt voor de faculteit is, maar dat kan de bieb óók
zijn."/.
|