Untitled Document
Grafisch Atelier Daglicht heeft zijn draai
gevonden
Daglicht/Gerard Verhoogt
Foto's/Maarten van Loosbroek
"Toen we hier kwamen, hadden de kunstenaars iets van:
'Hier ligt een nieuw vloerkleed dat je niet vuil mag maken'."
In de Baarsstraat, waar Grafisch Atelier Daglicht (GAD) eerst
zat, waren ze gewend aan rommel. Maar als het regende, liep de
kelder onder water, werd het papier drijfnat, droogde de inkt
niet en liepen de machines vast. "Het was eigenlijk geen
doen. Ook werden de milieueisen steeds strenger, dus verhuizen
was noodzakelijk", zegt GAD-voorzitter Sophie Gobits. Het
had veel voeten in de aarde, maar sinds dit jaar is het GAD in
het Meulensteen Art Centre op de TU/e-campus gehuisvest. En het
vloerkleed is inmiddels goed vuil geworden.
Bij binnenkomst valt meteen de
indringende inktgeur op, soms begeleid door de herrie van etsplaten
die afgespoeld worden. Het enorme atelier staat vol met verschillende
soorten persen, rekken met poetsdoeken, papierrollen, stenen,
spiegels, tubes met verf en inkt en stellages om het vaak grote
drukwerk te laten drogen.
GAD-voorzitter Sophie Gobits: "Eind jaren zeventig kraakten
kunstenaars een pand aan de Baarsstraat. Daar, in de Fabriek,
kwamen ze uit het isolement van hun atelier. Als ze dat tenminste
hadden. Ze organiseerden niet alleen projecten, maar wilden ook
een tijdschrift uitgeven. De kunstenaars hebben toen hun eigen
apparatuur in de kelder van de Fabriek gezet en zo begon Daglicht."
Inmiddels beschikt Daglicht over materiaal en expertise voor alle
grafische technieken: hoogdruk (houtsnede, lino), diepdruk (ets,
aquatint), vlakdruk (litho) en doordruk (zeefdrukken).
Cascade
Toen verhuizing onvermijdelijk werd, had Daglicht een financieel
èn een ruimteprobleem. Gelukkig trok de voorzitter van
de stichting Emmasingel, Gerard Meulensteen, zich het lot van
het GAD aan. Op het TU/e-terrein, naast bronsgieterij Beeldenstorm,
begon vorig jaar de bouw van het Meulensteen Art Centre waar het
GAD zijn ruimtes nu huurt. Echter, voor het daadwerkelijk open
ging, moest er veel gebeuren.
Gobits: "We hadden twee maanden om alles operationeel te
maken. We moesten alle apparatuur verhuizen, waaronder de enorme
lithopers. Die stond al vijftien jaar in de mottenballen (het
vet) omdat de kelder in de Baarsstraat veel te klein was. In verband
met de verscherpte milieuwetgeving moesten we een nieuwe, grote
zuurbak installeren. Gelukkig kregen we hier bij veel hulp van
de milieutechnische dienst van de TU/e. We zijn sowieso heel blij
dat we hier zitten."
Tevens moest er een aangepaste vloer gelegd worden om te voorkomen
dat deze inkt, zuren of vervuild water op kan nemen. Het fijne
stof dat bij het slijpen van stenen vrijkomt, wordt gezuiverd
met een cascade, die hier speciaal voor gebouwd werd. Het water
filtert het stof eruit, dat op de bodem achterblijft. Ook praktische
probleempjes moesten geregeld worden, zoals 'waar moeten we de
poetslappen laten?' die mogen namelijk niet gewoon in de was,
of 'wie vult de voorraad aan?'.
Diapositief
Pieter Alewijns is een van de kunstenaars die vanaf het begin
bij Daglicht betrokken is. Hij is gespecialiseerd in het etsen.
Daarbij wordt de etsplaat met vernis bedekt, waarna er (in diapositief)
een tekening in kan worden gemaakt. Het ingekraste deel wordt
bij het drukken zwart, het wit op de plaat blijft wit omdat het
vochtige papier bij het drukken alleen de inkt opneemt die in
de 'krassen' is aangebracht.
Alewijns: "Etsen is een lastige techniek omdat je eerst een
tekening in spiegelschrift moet maken. Het is ook heel spannend,
pas als het gedrukt is, zie je het eindresultaat. Vooral bij portretten
en landschappen moet je goed opletten. Wij westerlingen zijn gewend
zijn om van links naar rechts te kijken. Let maar eens op, bij
de grote schilders staat het zwaartepunt in een schilderij (zeg
een molen) altijd iets rechts van het midden. Bij een ets moet
je dat in het origineel dus links tekenen om te voorkomen dat
je bij het eindresultaat het gevoel krijgt dat het landschap 'omvalt'.
De spiegels in het atelier staan er dus niet voor de ijdelheid
van de kunstenaar maar om te kijken hoe de ets eruit komt te zien."
Bitumencoating
Er worden steeds weer nieuwe technieken ontwikkeld. Bij de aquatint-techniek
bewerk je een plaat normaliter met hars en kleine korreltjes asfaltpoeder.
Die worden warm gemaakt en in de laag die zo ontstaat, kun je
tekenen. Maar bij een grote plaat is de ene kant warm en de andere
koud en dat werkt niet. Dus probeerde Alewijns met succes iets
anders: een spuitbus met een bitumencoating, die normaliter voor
auto's gebruikt wordt.
Ook voor het werken in spiegelschrift werd wat gevonden. Van een
tekening op dun doorschijnend papier of op plastic kun je aan
de achterkant wèl goed zien hoe die wordt. Voor een bepaalde
prent wilde Alewijns de trouwjurk van prinses Diana gebruiken.
Daarvoor gebruikte hij eerst een foto, die hij die vervolgens
zeefdrukte op een etsplaat, waarna hij verder aan de slag kon
met etsen.
Mensen komen naar Daglicht met speciale vragen. Een studente van
de Design Academy wilde een tafel zeefdrukken. Dat lukte, zij
het na een dag experimenteren met een van de kunstenaar-ondersteuners.
Want Daglicht mag dan een nieuw huis hebben, de werkwijze is hetzelfde
gebleven. Elke dag is er een kunstenaar aanwezig die gespecialiseerd
is in een van de technieken die zijn collega's kan bijstaan.
Cursus grafiek
Alleen, het aantal collega's loopt de laatste jaren terug.
Gobits: "Reden is dat er steeds nieuwe beeldende disciplines
bijkomen. Vooral jongere kunstenaars vinden dat interessanter
en ze hebben sneller resultaat met video, computer of film. Dan
is grafiek een 'langzame' kunstvorm. Daarnaast zie je ook mengvormen
ontstaan: ze ontwerpen iets op de computer en later zeefdrukken
ze dat beeld."
Daglicht krijgt gelukkig ook nieuwe gebruikers. Studenten op kunstacademies
krijgen alleen een basiscursus grafiek. Wie echter verder wil
met deze technieken kan bijna nergens anders terecht dan bij het
GAD. Er zijn ook plannen met middelbare scholen voor de zogenoemde
'pre-professionelen', leerlingen van het vak Culturele en Kunstzinnige
Vorming. Het doel is om hen niet alleen theoretisch te scholen,
maar ook actief bezig te zijn bij het GAD.
Gobits: "Verder zijn we bezig met plannen voor een cursus
grafiek voor medewerkers van de TU/e. Goede voorbeelden zijn genoeg
te vinden in de TU/e-collectie. Daarna kunnen mensen in de werkplaats
zien hoe de technieken uitgevoerd worden."/.
|