/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Ranzigt
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 1 nummer 5

Jaargang 44, 20 december 2001


Achtergrond

Untitled Document

Van kaak uit de kom tot eng mannetje Bush
Foto's/Bart van Overbeeke
Aan het eind van elk jaar staan ieder mens nog twee zware taken te wachten: het vieren van Kerst en de overgang naar een nieuw jaar. Cursor bedacht voor vier medewerkers en vijf studenten nog een extra klusje: het beantwoorden van drie vragen en het poseren met kerstmuts om vast in de stemming te komen.
Dit zijn de vragen die we aan de uitverkorenen voorlegden: (1) welk cadeau wil je dit jaar zeker niet onder de kerstboom aantreffen; (2) noem de grootste blunder van 2001 (op persoonlijk vlak of wereldwijd); (3) wat was voor jou het belangrijkste nieuws van het afgelopen jaar? Voor het College van Bestuur had de beantwoording van vraag twee geen enkel probleem opgeleverd. Onze kandidaten hadden er meer moeite mee. Het zijn namelijk de dingen die je het liefst zo snel mogelijk weer vergeet.

Sander Vollebregt ­ Derdejaars Wiskunde en secretaris van de ESSF
(1) Roze string.
(2) Op vakantie in Zeeland in een café in beschonken toestand met vrienden staan zingen, waarbij elk couplet werd afgesloten met de kreet 'kuthoer'. Daar was niet iedereen van gecharmeerd en dat was volkomen terecht, vond ik de volgende dag.
(3) Ik kom toch uit bij de aanslagen op 11 september in de VS. Mijn verwachtingen waren toen zeer somber, maar wie weet wat er nog gaat komen...

 


Ton Verbon ­ Eerstejaars TEMA (VKO)
(1) Kerst-CD van de cast van The Bold & the Beautiful. Kreeg m'n moeder vorig jaar van m'n vader. Afgrijselijk!
(2) Te stevig van cocktails genoten de avond voordat ik met een touringbus van Venetië weer terug naar Nederland moest. Twintig lange uren napret gehad. (3) Het bericht dat ik mijn HTS-studie succesvol had afgerond.

 

Irene van Peer ­ Unitmanager bij Industrial Design
(1) Een plant, want alles wat groen is sterft onder mijn handen.
(2) Vakantiehuisje bij een Frans chateau verkeerd geboekt, waardoor we een week langer op de camping moesten blijven staan. Gelukkig was het weer goed.
(3) De mededeling dat de Design Academy me naar voren geschoven had om hier aan de faculteit unitmanager te worden.

 

Bertie Fijneman-Sloots - Medewerkster DIZ
(1) Kitscherige, blinkende frutsels met veel tierelantijntjes.
(2) Gaapte deze vakantie mijn kaak uit de kom. Was er vier uur mee zoet in een Luxemburgs ziekenhuis.
(3) Dat ik eindelijk eens 'positief' in Cursor kom.

 

Fons Sauren ­ Opleidingsdirecteur bij Biomedische Technologie
(1) Een stropdas, die kies ik het liefst zelf uit.
(2) Dat ik me alsnog heb laten ompraten om met een kerstmuts op m'n hoofd op de foto te gaan.
(3) De aanslagen in de VS op 11 september. Het echte probleem wordt mijns inziens nog steeds niet aangepakt. De oplossing ligt in het scheppen van gelijke ontwikkelingskansen voor mensen wereldwijd.

 

Jeroen Bayens ­ Medewerker GTD
(1) Kleding. Heb daar mijn eigen voorkeur.
(2) Dat Bush president van de VS is geworden. Die man ontbreekt het totaal aan uitstraling. Funest voor een wereldleider.
(3) Het vrijgezel worden van mijn broer. Door deze gebeurtenis was ik in de gelegenheid om met hem samen te gaan wonen. We zitten in de boerderij waar vroeger mijn ouders woonden. Die zijn verhuisd naar een verbouwde schuur bij ons in de buurt. Mijn broer en ik runnen echter ons eigen huishouden. Is voor m'n moeder weleens moeilijk te accepteren.

 

Hans Frankort ­ Derdejaars Bedrijfskunde en medewerker Bedrijfskundewinkel
(1) Een huishoudelijk apparaat. Ik wil niets functioneels, maar iets om me mee te entertainen.
(2) Dat er vooraf niet met de medewerkers van de wetenschapswinkels is overlegd over de bezuiniging die men het komend jaar bij ons gaat doorvoeren. Er wordt alleen maar òver ons gesproken, niet mèt ons.
(3) De vrijgave van de videoband met daarop de verkapte bekentenis van Osama bin Laden ten aanzien van zijn betrokkenheid bij de aanslagen van 11 september.

 

Jeanet Eggengoor & Tina Tijsma ­ Eerstejaars TEMA (VKO)
(1) Tina: Prullaria, die direct onder in de kast belanden. Jeanet: Klompen of klederdracht.
(2) Tina: Overwinning van Bush, dat is een eng en gevaarlijk mannetje. Jeanet: Het veroorzaken van twee botsingen op één dag. Ik reed voor m'n eigen deur zowel tegen de wagen van de buurman als die van m'n zus aan. Gelukkig alleen wat lakschade. Kosten: driehonderd piek.
(3) Tina: Voor het eerst tante geworden van m'n neefje Rients Jesse. Jeanet: Eindelijk m'n HTS-studie afgesloten.

Untitled Document

In de Ban van de Film

Tolkien/Chriz van de Graaf
Foto's/Bart van Overbeeke
Jaren is er op gewacht, met verlangen en huiver. Verfilming van de alom bekende boekenreeks In de Ban van de Ring van J.R.R. Tolkien zou een onmogelijke opgave zijn; de beschreven mythologische geschiedenis zou zich niet in anderhalf uur laten vatten. Regisseur Peter Jackson waagde het erop en met het eerste deel in een drieluik lijkt hij de critici de mond te snoeren. In een gesprek met de 38-jarige Harm Schelhaas, Tolkienkenner, penningmeester van het Nederlandse Tolkien Genootschap Unquendor (Elfs voor holte-land ofwel Holland) en 21-stejaars student Informatica aan de TU/e, vertelt hij over de film en de mythe rond In de Ban van de Ring.


Was het genootschap op de hoogte van de verfilming?
We wisten het natuurlijk wel. De geruchten rond een verfilming van het boek van Tolkien zijn er altijd geweest, in ieder geval gedurende de jaren negentig. In de jaren zeventig is er een tekenfilm gemaakt. Deze was op zich wel aardig, maar er zaten zoveel gebreken in dat je je kon voorstellen dat voorlopig niemand zijn vingers wilde branden aan een verfilming van de boeken.

Wat is toch die mythe rond Tolkien?
In het voorwoord van de eerste druk van In de ban van de Ring in 1954 deed Tolkien voorkomen dat het verhaal voortkwam uit een oud geschrift dat hij had ontdekt en vertaald. In het voorwoord van de tweede druk in 1966 zei hij dat hij het allemaal zelf had verzonnen. Vanuit die twee gegevens is het altijd mogelijk gebleven om te denken dat óf het ene óf het andere waar is en dat gebeurt dan ook in het Tolkien Genootschap. Toch is het een spel om te denken dat het werkelijk de voorgeschiedenis is van onze wereld, al zullen er ongetwijfeld op deze wereld mensen zijn die het echt geloven.
Het genootschap bestaat uit lieden die niet alleen gegrepen zijn door het verhaal, maar ook door de hele mythologie die erachter zit. Er is een wereld geconstrueerd die klopt en geloofwaardig in elkaar zit en waarvan je, als je op een namiddag zit weg te dromen, kan geloven dat het de voorgeschiedenis is van onze wereld. Daarom zijn er ook die op zoek gaan naar hoe mensen zich toen kleedden en naar welke gebruiksvoorwerpen men toen had.
Tolkien heeft samenlevingen genomen waar hij uit hoofde van zijn vak (hij was taalkundige, met name oud-Engels -red.) veel kennis over had. Dat is een gemeenschap die overgaat van een tribale naar een prefeodale samenleving en waar bekende Germaanse mythologieën uit voortgekomen zijn. Toch heeft Tolkien de wereld (Midden-aarde zoals die in de boeken heet -red.) niet gecreëerd om uit onze wereld te vluchten, maar omdat hij vond dat er zoveel meer te zeggen was. Hij wilde vertellen wat voor morele lessen te trekken zijn uit het ontstaan van de geschiedenis van de aarde. Hem werd door critici escapisme verweten. Hij schreef daarover dat degenen die het meest bezwaar maken tegen escape de gevangenbewaarders zijn; mensen die de vrijheid van denken van anderen willen inperken. Tegen dat soort lieden heeft Tolkien zijn boeken geschreven. En met succes.
Werd jij onmiddellijk gegrepen door het verhaal?
Ik denk toch dat ik na het lezen van de voorganger van In de Ban van de Ring, de Hobbit, wel verkocht was. Ik was negen en had meteen een melodie gemaakt op een gedicht uit het verhaal. Met teksten uit In de Ban van de Ring ben ik dat ook gaan doen. Ik heb ze wel eens op bijeenkomsten van het genootschap gezongen, al is de belangstelling daarvoor gering.
Afgelopen woensdag hadden we de perspremière van de film met journalisten en Tolkienkenners. Dan wordt er natuurlijk gevraagd hoe vaak de liefhebbers In de Ban van de Ring hebben gelezen. Er zijn er die dat vijftien of twintig keer hebben gedaan. Wat dat betreft val ik een beetje uit de toon, omdat ik het maar drie keer van voor tot achter heb doorgelezen. Wel pak ik telkenmale een deeltje van de plank om iets na te zoeken en dan zit ik zo vier hoofdstukken te lezen.

Wat vind je van de film?
Ik vind de film buitengewoon indrukwekkend. Ik zei gekscherend: het is alsof iemand een emmer diamanten over je heen uit gooit. Je schrikt je te pletter en je weet niet welke kant je uit moet kijken. Het is hartstikke mooi, maar als Tolkienkenner houd je er toch een gemengd gevoel aan over. Er zit namelijk teveel spektakel in de film, er ligt teveel nadruk op vechtscènes. Het is een beetje een overkill. Wat bedoeld wordt over te brengen kan ook met minder spektakel.
We zijn met vier mensen van het Tolkien Genootschap naar de perspremière van de film gegaan. Toen de journalisten waren weggegaan hebben we natuurlijk nog wat nagepraat over de indruk die we van de film hadden. Eén van de dingen die we misten, waren de liederen. Alle punten in het boek waarop de hoofdrolspelers in zingen uitbarsten, zijn uit het verhaal gelaten. Dat is te betreuren. Regisseur Peter Jackson heeft dit aspect van Tolkien niet genoeg aangevoeld.
Jackson is zelf een liefhebber van Tolkien en hij heeft die boeken dertig jaar geleden al gelezen. Hij weet dus waar hij het over heeft en als hij afwijkt van het verhaal, dan zal hij daar een reden voor hebben, al begrijp ik het in één geval niet. Zo is er in de film een moment waarop een dwerg luid zit te jammeren als hij erachter komt dat zijn volksgenoten in de pan zijn gehakt. Onmiddellijk toen ik dat zag, wist ik: hier klopt iets niet! Ik pakte het boek erbij en heb de scène drie keer moeten doorlezen voordat ik het wist. Toen zag ik het, er staat namelijk: hij (de dwerg -red.) trekt de kap van zijn mantel over zijn gezicht en zegt niets. Dat is er dus aan de hand: een dwerg rouwt in stilte en niet als een Jiddische klaagvrouw. Als Tolkienkenner zeg je dan tegen de regisseur: oelewapper, je hebt het niet begrepen! De film wordt er niet minder smakelijk op, maar hij laat wel een kans glippen om het nog mooier te maken.

Ondanks kleine kritieken lijkt het of de regisseur erin geslaagd is zelfs de Tolkien-kenners te boeien.
Ik heb het gevoel dat iedereen zich nog een beetje inhoudt. Een aantal van onze Tolkienkenners gaan de film analyseren tegen de tijd dat deze op DVD verschijnt. Dan komen de kritieken. Ik heb ook een aantal punten opgemerkt waar je als Tolkienist kritiek op kan uitoefenen. Het volgende is er aan de hand. In feite zitten in In de Ban van de Ring vier lagen. Je hebt het verhaal van de tocht naar de berg en terug. Daarnaast heb je de sfeer van de vroegmiddeleeuwse wereld met allerlei fabelwezens. Dit is een sfeer die wij nu herkennen als het genre fantasy. De derde laag is Midden-aarde waarin je allerlei doorkijkjes krijgt. Dit is de wereld waarin het verhaal zich afspeelt. De vierde laag zijn morele en filosofische implicaties. Dit is een morele overtuiging van Tolkien. Als ik naar de film kijk, zie ik dat het verhaal voor zeventig procent is verteld. De fantasysfeer krijgen we ook voor zeventig procent mee. Midden-aarde is misschien voor dertig procent overgekomen en van de morele en filosofische implicaties is voor vijf tot tien procent overgebleven. Daarover gaat de kritiek komen; de film is namelijk wat oppervlakkig. Ondanks dat moet iedereen gewoon die film gaan zien en niet naar Tolkien-kenners luisteren die vertellen wat er allemaal wel en niet goed aan is./.

 

De film bestaat net als het boek uit drie delen. Het eerste deel The Fellowship of the Ring is vanaf 19 december voor publiek te zien in bioscopen in het hele land. De volgende twee delen gaan in december 2002 en 2003 in première.














Website Cursor