/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Ranzigt
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 1 nummer 5

Jaargang 44, 20 december 2001


Bestuur

Untitled Document

"OSC is de R&D-afdeling van het primaire proces onderwijs"
OSC/Brigit Span
Foto/Maarten van Loosbroek
Als er één afdeling is die geleden heeft onder AVA, dan is dat het Onderwijs Service Centrum (OSC) wel. Volgens de eerste rapporten van bureau Berenschot zou deze dienst zelfs opgeheven worden. De klanten kwamen echter in opstand en het OSC mocht blijven. Duidelijkheid over de toekomst is er nog steeds niet. "Onze club heeft een meerwaarde voor de universiteit. Zo hoeven faculteiten niet steeds zelf het wiel uit te vinden op onderwijsgebied."


Het jaarverslag van het OSC over 2000 doet melding van een 'turbulent' jaar. 'Absoluut dieptepunt was het advies van bureau Berenschot in februari om het OSC op te heffen en slechts drie formatieplaatsen op het gebied van onderwijskundige professionalisering overeind te laten en over te hevelen naar de dienst personeelszaken. Tussen de diverse bedrijven door besloot het hoofd OSC haar functie neer te leggen en begon er een relatief lang 'hoofdloos tijdperk'. Dit hoofdloze tijdperk werd door het College van Bestuur en de opleidingsdirecteuren gebruikt om te praten over een nieuwe organisatiestructuur voor het OSC en een discussie te voeren over de gewenste omvang en taken. Op vele momenten werd daarbij input vanuit het OSC gevraagd, vaak op zo kort mogelijke termijn te leveren. Tegelijkertijd vertrokken diverse OSC-medewerkers naar nieuwe functies, die hen werden aangeboden door instanties van buiten of binnen de TU/e. Niet de meest ideale omstandigheden voor de overgebleven medewerkers om aan de toenemende vraag vanuit de opleidingen te voldoen.' Het beeld dat hierboven wordt geschetst, is eind 2001 nog niet veel veranderd. Nog steeds kampen de medewerkers van het OSC met onzekerheid over de toekomst van hun dienst. Na de eerste AVA-mededelingen kwam het geluid van de klanten van het OSC (de faculteiten) dat zij de dienst niet kwijt wilden. Drs. Dirk-Jan Mulders, medewerker van het OSC: "In eerste instantie was AVA de doodsteek voor ons, want we zouden opgeheven worden". Collega drs. Harry van de Wouw vult aan: "In tweede instantie was de reactie van onze klanten voor ons een hart onder de riem. Dat was hartverwarmend".
"Het is fijn om te merken dat je in de korte tijd die je bestaat zoveel krediet hebt opgebouwd", vindt dr.ir. Gijs Meeusen. "In derde instantie heeft AVA ons voortdurende onzekerheid opgeleverd", vindt Mulders. Veel medewerkers van het OSC hebben een andere baan genomen na AVA. De formatie zit nu op 10,7 fte. "Dit geeft een vertekend beeld", zegt Meeusen. "We hebben deze mensen niet centraal beschikbaar." "Effectief is het OSC helemaal niet groot", vindt ook drs. Riek Peters, interim-hoofd van het OSC. Van de 10,7 fte is een aantal mensen gedetacheerd bij de faculteiten. Het centrale team bestaat uit circa zeven personen, inclusief secretariële ondersteuning. Eigenlijk te weinig om aan de groeiende vraag -vanwege bijvoorbeeld Ontwerp Gericht Onderwijs (OGO) en het invoeren van de bachelor-masterstructuur- naar ondersteuning vanuit de faculteiten te voldoen, vinden de OSC-medewerkers. "Je hebt een bepaalde kritische massa nodig om je professionaliteit en niveau te kunnen handhaven", zegt Mulders. "Daar zitten we nu tegenaan." Er komt een moment waarop het OSC 'nee' moet gaan verkopen aan zijn klanten. "Dat staat haaks op onze cultuur", zegt Gijs Meeusen. "Meestal doen we het toch en lukt het, zij het met veel kunst- en vliegwerk", vult Mulders aan. "Het is kiezen uit twee slechten", vindt Van de Wouw. "Als je voor je eigen gezondheid kiest en dus 'nee' zegt, dupeer je de klant. En die kan er niks aan doen."

De OSC-medewerkers zien hun werk als een cirkel met daarin 'beleid', 'vernieuwing', 'professionalisering' en 'kwaliteitszorg'. Alle vier deze begrippen slaan terug op het onderwijs. Mulders: "Dit zijn de kerntaken van het OSC, die we onderling verdeeld hebben". "Als er een schakel wegvalt, hebben we problemen", zegt Van de Wouw. Er zijn simpelweg te weinig mensen om de taken goed genoeg uit te voeren. Het onderdeel 'kwaliteitszorg' zit nu al in de problemen, zegt Meeusen, die zich hiermee bezighoudt. "Met deze omvang kunnen we dat eigenlijk niet meer goed doen." Peters ziet ook problemen bij 'vernieuwing'. "Er is, doordat we zo weinig mensen hebben, weinig ruimte om nieuwe dingen te doen." Van de Wouw haalt 'professionalisering' ook aan als bedreigd gebied. Constant zijn er bedreigingen die de zo gewenste cirkel doorbreken. Personeel dat weggaat en een gat achterlaat, financiële problemen van de universiteit. "De financiële situatie van de universiteit is heel bepalend voor ons", zegt Peters.

De toekomst voor het OSC ligt volgens de medewerkers op het punt van professionalisering bij het inwerktraject dat het OSC is gestart voor nieuwe docenten en de tutortraining voor OGO-projecten. Bij vernieuwing wordt in de toekomst gekeken naar nieuwe impulsen die door de task forces die rector Van Santen in het leven heeft geroepen worden aangedragen. Hierbij valt te denken aan academische vorming en de ontwerpcomponent. Een andere vraag voor de toekomst is of het OSC zijn expertise ook naar buiten toe mag verkopen. "Er kloppen maandelijks mensen van buitenaf bij ons aan, die we moeten afwimpelen. We kunnen het werk binnen de universiteit niet eens aan met de mensen die we hebben", zegt Van de Wouw. Feit is dat tot en met 2002 het OSC gegarandeerd 12,5 fte heeft. Daarvan zijn er 7,5 structureel; vijf worden uit centrale en/of facultaire middelen gefinancierd tot en met volgend jaar. De bedoeling is dat de 7,5 fte de basis wordt en dat faculteiten (de klanten) de rest van de mensen inkopen. "Daarvoor zouden ze eigenlijk geoormerkt geld moeten krijgen van de universiteit", oppert Van de Wouw. Want het geld moet er wel zijn en gezien de financiële situatie waarin de TU/e en dus ook de faculteiten zich bevinden, is dat moeilijk. "Als de TU/e een topinstituut wil zijn, hangt daar qua onderwijs een prijskaartje aan", zegt ir. Ruud van Vliet. "Wij zijn eigenlijk de Research & Developmentafdeling van het primaire proces onderwijs. Daar moet je geld voor vrijmaken", vindt Mulders.
De 12,5 fte's zijn gegarandeerd tot en met 2002, behalve als de rector in overleg met het OSC tot iets anders komt. Peters: "'Anders' betekent overigens niet dat er mensen weg moeten of dat we mensen ergens anders onder moeten brengen. Het kan ook zo zijn dat de mensen van ons die nu bij de faculteiten zitten, aan ons worden toegevoegd". Een samenvoeging met de Technische Universitaire Leraren Opleiding (Tulo) zou ook een mogelijkheid zijn. "Qua onderzoek zou dat een pluspunt zijn voor ons", zegt Peters. "Er zijn veel scenario's mogelijk", zegt Van de Wouw. "Zoals samengaan met de Dienst Personeel en Organisatie of het Studenten Service Centrum." Of dat alle medewerkers van het OSC decentraal worden geplaatst. De cyclus die het OSC ambieert, is dan echter moeilijk intact te houden. "Het heeft wel degelijk meerwaarde om onze club bij elkaar te houden", is de mening van Mulders. "Als je het OSC opheft, moet elke faculteit telkens opnieuw het wiel uitvinden. Wij kunnen gezamenlijk veel meer bieden. Als je het OSC wilt opheffen, zeg je in feite dat je als TU/e op onderwijsgebied maar een beperkte kwaliteit wilt leveren. De TU/e moet haar ambitieniveau bepalen en aan de hand daarvan keuzes maken. De samenhang die er nu is tussen mensen die bij de faculteiten werken en de centrale mensen zou je dan verliezen. Je mist het feit dat je elkaar voedt. Dat is net zoiets als een universitair docent die geen onderzoek meer doet." Peters: "Die kan zijn vak wel goed geven, maar verwacht van zo iemand geen nieuwe kunstjes meer".
Overigens hebben de medewerkers van het OSC hoop voor de toekomst van het OSC. Van de Wouw: "Onderwijskwaliteit en het OSC zitten in portefeuille bij rector Van Santen. Die heeft gezegd dat een reorganisatie bij het OSC niet wordt ingegeven door bezuinigingen. Dat geeft de burger moed"./.

Facts and figures
Het Onderwijs Service Centrum bestaat sinds januari 1997. Deze dienst heeft als hoofdwerkzaamheden onderwijsontwikkeling en ­verbetering, onderwijskundige professionalisering (zoals cursussen voor docenten) en kwaliteitszorg rond het onderwijs.
In het rapport van Berenschot zou het OSC in eerste instantie verdwijnen. Een deel van het personeel zou worden ondergebracht bij de Dienst Personeel en Organisatie. Tot en met 2002 heeft het OSC 12,5 fte aan personeel. Door het vertrek van verschillende collega's is 10,7 fte gevuld. Vanwege de financiële situatie van de TU/e mogen de vacatures niet worden opgevuld. Er wordt nu gekeken door onder meer rector Rutger van Santen wat er gaat gebeuren met het OSC. Van Santen heeft zeven task forces opgezet met belangrijke aandachtspunten op het gebied van onderwijs. Dit zijn de bachelor-masterstructuur, accreditatie, onderwijsvernieuwing, kwaliteitszorg, academische vorming, aansluiting VWO-WO en de Technische Universitaire Leraren Opleiding (Tulo). Mensen van het OSC hebben zitting in deze task forces. Wat de vorm wordt van het OSC is nog niet duidelijk, wel duidelijk is dat het takenpakket blijft.

De financiële middelen van de TU/e zijn, onder andere door een nu al jarenlang teruglopende eerste geldstroom, beperkt aan het worden. Wil de universiteit nieuwe activiteiten starten, dan zal het geld moeten worden onttrokken aan andere activiteiten. Onder andere daarom startte de TU/e vorig jaar een reorganisatie. Deze 'Added Value Analysis' lijkt zijn roerigste tijd inmiddels achter de rug te hebben. De nieuwe diensten zijn in relatieve stilte aan de slag gegaan om de uitgangspunten van de zo roerig begonnen reorganisatie uit te voeren. Eind juni presenteerden de diensten aan de faculteiten hun meerjarenplannen. De tijd is daarom aangebroken om kennis te maken met deze nieuwe diensten. Cursor zal vanaf nu in een reeks verhalen elke week het licht laten schijnen op een nieuwe dienst. Centraal staat daarbij de vraag op welke wijze de diensten de uitgangspunten van AVA denken te gaan verwezenlijken.
[an error occurred while processing this directive]
[an error occurred while processing this directive]













Website Cursor