/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Ranzigt
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 1 nummer 9

Jaargang 44, 7 februari 2002


Achtergrond

Untitled Document

Wetenschapswinkels willen geen langzame dood sterven

Wetenschapswinkels/Chantal Louwers
Foto's/Bart van Overbeeke
'Wetenschapswinkels voor ton gekort' kopte Cursor 11. Het College van Bestuur wil het budget van de acht wetenschapswinkels samen terugschroeven van 450.000 gulden naar 350.000 gulden. Om dit te realiseren, heeft het CvB voorgesteld een aantal winkels te laten fuseren. Een rondje langs de winkels maakt duidelijk dat iedere winkel zijn eigen waarde wil benadrukken en de meeste winkels bang zijn door de bezuinigingen in een negatieve spiraal terecht te komen.

"In de jaren zeventig zijn de winkels ontstaan uit een grote maatschappelijke vraag. Nu zijn we op een keerpunt terechtgekomen: het College van Bestuur vindt dat de universiteit zich vooral op wetenschappelijk niveau moet profileren. Maar waar blijft dat het raakvlak met de gewone mens?", vraagt Hans Schippers, secretaris van de bestuurscommissie van de wetenschapswinkels zich af. "De kans bestaat dat de universiteit zich opnieuw opsluit in een ivoren toren." Over het voortbestaan van de wetenschapswinkels zijn Schippers en de voorzitter van de bestuurscommissie, Emilia van Egmond, duidelijk. "Wij vinden dat het werk voortgezet moet worden." Van Egmond vindt dat de wetenschapswinkels een duidelijke meerwaarde hebben voor studenten en de maatschappij, maar dat er misschien een andere benadering moet worden gezocht. "Er zijn tegenwoordig ook andere groepen die in de maatschappij soortgelijke dingen als wetenschapswinkels doen voor minder draagkrachtige mensen. Daarom zal het nader onderzoek vergen om uit te zoeken hoe de wetenschapswinkels het beste verder kunnen gaan."
"Wij verzetten ons tegen de aangekondigde bezuinigingen", zegt Schippers resoluut. "Niet tegen de bezuiniging in zijn geheel, maar tegen de manier waarop. Het voorstel is zeer rigide en buiten proportie. In onze optiek heeft het CvB zo maar wat gesneden. Wij zien het als de taak van de bestuurscommissie om hier tegenin te gaan. De precieze redenen voor het korten zijn ons tot nu toe niet geheel duidelijk. Wij zijn echter niet onwelwillend om mee te denken hoe de kosten gedrukt kunnen worden."
In het voorstel van het CvB staan een fusie van WenS (Werktuigbouwkunde en Samenleving), TWG (Technische Werkwinkel Gezondheidszorg) en de Elektrowinkel en het fuseren van de twee winkels binnen de faculteit Technologie Management aangekondigd. Volgens het CvB zouden de Bouwkundewinkel, de Fysicawinkel en de Chemiewinkel de kern van de winkels moeten vormen. Schippers denkt dat een vorm van samenwerking tussen een aantal winkels wel mogelijk is. "Ook al vormen de opleidingen TeMa en Technische Bedrijfskunde één faculteit, ze hebben nog steeds twee winkels. Ik denk dat de twee winkels in een soort van federatie met één bestuur best kunnen samenwerken. Op inhoudelijk gebied zullen er verschillen blijven bestaan, maar op organisatorisch gebied moet een fusie mogelijk zijn. Dat zou budgetten kunnen drukken." Ook een fusie van TWG met WenS acht Schippers wel mogelijk. "Ze zijn vlak bij elkaar gevestigd en van dezelfde faculteit afkomstig. Het bijvoegen van de Elektrowinkel lijkt me moeilijk. Het is het beste als die gewoon binnen de eigen faculteit gevestigd blijft."
De bestuurscommissie heeft protestbrieven naar het CvB gestuurd. "Rector Van Santen zou met ons komen praten, maar die afspraak is door de financiële
perikelen op de universiteit naar achteren geschoven."
De secretaris kan zich voorstellen dat de winkels bang zijn voor een neergaande lijn, maar daar hoeven ze volgens hem niet in terecht te komen. "We kunnen proberen andere financiële bronnen aan te boren. Misschien kunnen de winkels in afgeslankte vorm verder of weten we de bezuinigingen in redelijke vorm te krijgen. Wetenschapswinkels blijven toch een goede brug tussen kenniscentra en de maatschappij."

Chemiewinkel
"Het bestuur is de winkel", vertelt Marijn Kappers, voorzitter van de Chemiewinkel. De aanvragen worden behandeld door de vijf bestuursleden, zes betaalde krachten en tien tot vijftien vrijwillige leden.
Vragen die binnen zijn gekomen, worden iedere woensdag tijdens de werkvergadering besproken. "Wij verdelen onze opdrachten in groepen: asbest, binnenhuismilieu en bodem, water. Daarnaast hebben we nog een MVO-commissie, die het besef van Milieu en Veiligheids Onderwijs op de faculteit wil verbeteren met behulp van excursies, symposia en bijvoorbeeld het pleiten voor milieumokken. "We krijgen veel vragen over asbest. Aanvragers willen weten of er bijvoorbeeld asbest in hun vloerbedekking zit. De meeste aanvragen komen binnen via internet, intern of via doorverwijzingen van bijvoorbeeld de GGD. Kappers realiseert zich dat de bezuinigingen zeker doorgaan. "Dat geld zijn we gewoon kwijt, maar hoe moeten we nu verder?" Kappers denkt dat de Chemiewinkel weinig kan schaven aan zijn begroting. "Nog niet zo lang geleden hebben wij al gereorganiseerd. Toen zijn er drie betaalde krachten uitgegaan. Ik denk dat we nu heel efficiënt draaien en weinig meer kunnen schuiven."

Elektrowinkel
De Elektrowinkel werkt met een bestuur van vier personen die ieder een student-
assistentschap voor vier uur per week hebben. Verder werkt de winkel met vijftien tot twintig projectleden die een contract op projectbasis krijgen. De projecten die de Elektrowinkel uitvoert, bestaan voor de helft uit informatieprojecten en voor de helft uit het ontwikkelen van apparatuur. "De informatieprojecten worden meestal door mensen uit het bestuur gedaan", legt Frank Rentmeester uit. "We krijgen wel eens aanvragen van uitvinders. Die willen dan niet zeggen waar ze precies mee bezig zijn, maar willen wel dat wij iets voor ze ontwikkelen. Daar doen wij niet aan mee", zegt Ruud Kalis vastberaden. "Kunstenaars helpen we meestal wel, vooral als ze het niet zo breed hebben." De meeste aanvragen die in behandeling worden genomen door de winkel komen van oudere mensen of
lichamelijk gehandicapten. "We hebben bijvoorbeeld een stereo-onderbreker gemaakt voor een gehandicapte jongen. Hij kon zelf de stereo niet op tijd zachter zetten als zijn telefoon ging. Hij was echt superblij toen wij dat bij hem geïnstalleerd hadden."
Kalis begrijpt wel waar het voorstel voor de fusie van de Elektrowinkel, WenS en TWG vandaan komt. "Waarschijnlijk wordt er gedacht dat deze drie winkels alledrie iets met gezondheidszorg doen en daarom eenvoudig kunnen fuseren. Wij zien de fusie niet als een ideale oplossing. Het zou niet alleen financieel een heel geregel zijn, ook het contact met studenten Elektrotechniek zou verwateren als wij bijvoorbeeld naar W-hoog moeten verhuizen. Wij willen best meedenken of we op de één of andere manier kunnen bezuinigen, maar dat kan niet op korte termijn. We hebben al contracten lopen met projectleden en ook een fusie kost tijd." Kalis ziet echter ook iets positiefs in de aangekondigde bezuiniging: "We hebben nooit echt kritisch naar onze begroting gekeken en daar worden we nu wel toe gedwongen. Onze begroting bleek aardig te kloppen."
De Elektrowinkel heeft een paar sponsors. "Een schijntje in vergelijking met wat we van de TU/e krijgen. We willen niet afhankelijk worden van sponsors", aldus Rentmeester.

WenS
Het bestuur van WenS (Werktuigbouwkunde en Samenleving) bestaat uit vier personen, de opdrachten worden uitgevoerd door winkeliers, zoals de studenten genoemd worden. De meeste aanvragen komen bij WenS via e-mail of telefoon binnen. Bart Janssen: "De opdrachten zijn te verdelen in materiaalonderzoek en het ontwerpen van dingen. We hebben bijvoorbeeld een survivalvereniging geholpen met het ontwerpen van een kabelbaan. Ook hebben we een babyhangmat gemaakt die vanzelf bleef bewegen." De opdrachten die WenS binnenkrijgt, komen van particulieren, verenigingen en bijvoorbeeld van studenten aan de Design Academy. "Zij hebben vaak genoeg ideeën over het beeld, maar hebben te weinig technische achtergrond om het uit te voeren."
De bestuursleden van de Werktuigbouwkundewinkel zijn het niet eens met de aanpak van de bezuinigingen. "Er had beter eerst gekeken kunnen worden naar wat eraf kan bij de winkels en dan bezuinigen. Niet andersom", vindt Anneke van Dijk. "Ook begrijpen we niet waarom de ene winkel volgens het voorstel meer moet inleveren dan de andere. Een fusie met de Elektrowinkel zien we sowieso niet zitten", vertelt Van Dijk. "Ook met TWG willen we liever niet fuseren, omdat we hele andere opdrachten binnenkrijgen en een andere manier van werken hebben."

Fysicawinkel
De Fysicawinkel werkt met vier student-assistenten die ieder voor één dag in de week zijn aangesteld. Zij doen het bestuurswerk en handelen alle opdrachten af. Zij worden daarin bijgestaan door een begeleidingscommissie, bestaande uit medewerkers van de faculteit Technische Natuurkunde. "De Fysicawinkel is de enige wetenschapswinkel die op deze manier werkt", vertelt Erik Roeling. "Heel vroeger heeft deze winkel ook wel met andere studenten gewerkt, maar uit efficiëntieoverweging werken we nu met vier vaste krachten. Onze opdrachten, die vaak met geluid te maken hebben, vereisen namelijk behoorlijk wat kennis." Jeroen de Klerk: "Een voorbeeld van een opdracht komt van iemand die naast een industrieterrein woont en last heeft van het geluid. Als de gemeente er geen metingen naar wil doen, kan die persoon ons inschakelen. Wij doen dan metingen en brengen een adviesrapport uit." "De bezuinigingen zijn niet tegen te houden, we moeten het met minder geld gaan doen. Dat betekent voor ons dat we misschien minder geld voor apparatuur hebben."
Volgens Roeling is het een algemene trend in Nederland om op de wetenschapswinkels te bezuinigen. "In Delft zijn ze al opgeheven; een trieste zaak. De universiteit moet niet alleen onderzoeken en onderwijzen, maar heeft ook een maatschappelijk karakter. Ik denk dat de wetenschapswinkels daar zeker bij horen."

Bouwkundewinkel
De Bouwkundewinkel maakt gebruik van tien student-assistenten die contracten hebben, variërend van vier tot acht uur per week. De meeste vragen die de winkel binnenkrijgt, hebben te maken met klimaat- en vochtproblemen. "Onze doelgroep is vrij groot", vertelt Jaap Strik. "Voorwaarde is wel dat de vragen van minder draagkrachtige mensen afkomstig zijn en het om unieke problemen gaat die een specifieke oplossing vereisen."
"De plannen zijn nog onduidelijk, niemand weet op dit moment waar hij aan toe is", zegt Martijn Crins over de bezuinigingen. "Wij hebben een nuttig gesprek gehad met de faculteit Bouwkunde, maar daarin is ook een extra probleem voor ons naar boven komen drijven. De faculteit neemt zelf geen student-assistenten meer aan, maar besteedt alles uit aan Euflex. Dat is veel duurder en het zal voor ons moeilijk worden om binnen het budget te blijven." De faculteit blijft heel belangrijk voor de Bouwkundewinkel. "We maken gebruik van apparatuur van de faculteit als we gaan meten en kunnen gebruik maken van advies van docenten."

Bedrijfskundewinkel
De bestuursleden van de Bedrijfskundewinkel begeleiden, naast hun bestuurstaak, ook faculteitsstudenten bij de opdrachten. Voorzitter Mark Palte: "We willen zoveel mogelijk studenten kennis laten maken met praktijkwerk. De wetenschapswinkels hebben niet alleen een maatschappelijk belang, maar ook belang voor de studenten die opgeleid worden tot ingenieur".
"De hoofdmoot van de opdrachten bestaat uit marktonderzoeken, maar de laatste tijd lukt het steeds vaker organisatiekundig onderzoek binnen te slepen", vertelt Hans Frankort. "Dat is leuker voor studenten, omdat ze daar tijdens hun studie niet zo- veel mee te maken krijgen." Bijvoorbeeld: vier peuterspeelzalen worden genoodzaakt op verschillende locaties tot één organisatie te fuseren. Ze hebben de Bedrijfskundewinkel gevraagd hulp te bieden bij het opzetten van de nieuwe organisatie.
"Wij zijn in principe niet tegen een fusie van de wetenschapswinkels binnen de faculteit TM", zegt Palte. "Het zou de opleidingen dichter naar elkaar toe laten groeien. Dat zou echter voor ons betekenen dat we vijftig procent van ons budget moeten afgeven. De onduidelijkheid is een groot probleem. Niemand kan ons vertellen wat er nu concreet gaat veranderen. We kunnen geen contracten voor nieuwe bestuursleden tekenen, omdat we niet weten wat ons te wachten staat."
"Mochten we uiteindelijk een gedeelte van ons budget kwijtraken, dan moeten we in opdrachten gaan inperken. Maar sterven we dan geen langzame dood?", vraagt de voorzitter zich af. Hij denkt dat de wetenschapswinkels een positieve bijdrage kunnen leveren aan de invoering van het bachelor-masterstelsel. "Ik denk dat als je hier in een wetenschapswinkel hebt gewerkt, je in je masterfase best een wetenschapswinkel kunt opzetten in een land als Polen."

TWG
De doelstelling van de Technische Werkwinkel Gezondheidszorg is het vervaardigen en aanpassen van hulpmiddelen voor ouderen en gehandicapten. Het bestuur bestaat uit zeven personen, waarvan er vier projectuitvoerder zijn. Martijn Houben: "Dat doen we om de stroming erin te houden en geen wachtlijst te laten ontstaan. We zoeken bij Werktuigbouwkunde en Biomedische Technologie externe projectuitvoerders."
"Mensen die wij helpen, zijn ons vaak ontzettend dankbaar, maar er zit één maar aan dit verhaal. We mogen ieder ding maar één keer maken. Een voorbeeld hiervan is de oogdruppelaar. Die hebben we gemaakt voor iemand die afhankelijk is van de Thuiszorg bij het druppelen van de ogen, omdat die persoon door een ziekte trillende handen heeft. De oogdruppelaar kan vastgezet worden op de neus, waardoor de handen niet nodig zijn bij het druppelen. Toen dit in de publiciteit kwam, hebben we veel aanvragen gehad voor oogdruppelaars. Het enige wat we dan mogen doen, is het verslag opsturen. We zijn nu echter in onderhandeling met de Stichting Gered Gereedschap in Geldrop die wellicht prototypes van ons kan gaan vermenigvuldigen."
Over een eventuele fusie met WenS zegt Houben: "We fuseren natuurlijk het liefst niet, omdat we een compleet andere werkwijze hebben."
TWG heeft een stichting die in de loop der jaren een financiële reserve heeft opgebouwd door bonussen en subsidies. "Dreigt er een groot financieel gat te vallen, dan kunnen we het geld in die stichting aanspreken. Dat is echter slechts een eenmalige oplossing."

TeMawinkel
De TeMawinkel bestaat uit drie winkeliers die ieder één afstudeerrichting binnen de opleiding Techniek en Maatschappij vertegenwoordigen. Zij zijn de contactpersonen tussen de opdrachtgevers en de studenten die de opdrachten uitvoeren. "Iedere winkelier zoekt zelf actief naar opdrachten in zijn vakgebied", vertelt Judith Oomen. "Per richting hebben we een docent achter ons staan. Wij vinden die begeleiding van groot belang om de opdrachten op academisch niveau te houden."
Studenten die een opdracht willen uitvoeren bij de TeMawinkel, kunnen kiezen uit opdrachten van veertig of tachtig uur. Oomen: "Ook kunnen ze zelf beslissen of ze er een financiële vergoeding of studiepunten voor willen krijgen. Omdat docenten hier meer bij het winkelwerk betrokken zijn, is het makkelijker om er studiepunten aan te geven".
Voorbeeld van een onderzoek: een stichting heeft voor het eerst intelligente woningen gebouwd voor oudere mensen. Lampen gaan bijvoorbeeld vanzelf aan als iemand binnenkomt. "Ons is gevraagd de bewoners te interviewen wat ze van de veranderingen verwachten en een nameting te doen om erachter te komen hoe de intelligente woningen bevallen."
"De rector heeft beloofd het voorstel van de bezuinigingen toe te lichten, maar heeft gezegd daar nu geen tijd voor te hebben", zegt Oomen. "We begrijpen dat wel, maar het is ons onduidelijk of het een bindend voorstel is of dat we zelf mogen puzzelen met het geld. We proberen nu in ieder geval zo goed mogelijk aan te tonen dat iedere winkel zijn eigen waarde heeft."
Een optie is een gezamenlijk bestuur vormen met de Bedrijfskundewinkel, maar de opdrachten op de eigen manier blijven uitvoeren. "Voor ons zou dat niks uitmaken, omdat ieder bestuurslid een afstudeerrichting vertegenwoordigt en wij niet met minder bestuursleden kunnen werken." Als het bezuinigingsvoorstel wordt doorgevoerd en de Bedrijfskunde- en TeMawinkel moeten fuseren, zal dat voor de TeMawinkel betekenen dat er minder opdrachten uitgevoerd kunnen worden. "We zijn bang dat we dan in een negatieve spiraal terechtkomen", bekent Oomen. "Als we minder opdrachten kunnen uitvoeren, zal het belang van de wetenschapswinkels voor de TU/e en de maatschappij steeds minder duidelijk worden. Dat zou jammer zijn, omdat de wetenschapswinkels toch het loket van de TU/e voor de maatschappij zijn."/.

[an error occurred while processing this directive]













Website Cursor