/Voorpagina
/Nieuws
/Mensen
/Achtergrond
/Academie
/Onderzoek
/Opinie
/Reportage
/Bestuur
/Cultuur
/Studentenleven
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/Faculteits Berichten
/Zoeken
/TUE
/ Cursor nummer 1 nummer 2

jaargang 42, 25 november 1999


Achtergrond

Untitled Document Amy Tan

Ze is net hier. Amy Tan uit Singapore kwam anderhalve maand geleden in Nederland aan. Ze is AIO aan de TUE en heeft dus nog zo’n vier jaar te gaan. Waarom koos ze voor Nederland en voor de TUE? En kan ze makkelijk wennen hier?

Singapore

Singapore ligt in Zuidoost-Azië. Maleisië en Indonesië zijn de buurlanden. “Singapore is flexibel en heeft de hele wereld in de palm van haar hand. Wij openen onze deuren en iedereen komt”, vertelt Amy Tan over haar geboorteland.

Nederland is niet haar eerste buitenlandse ervaring. Anderhalf jaar heeft ze in London gestudeerd en daar haar ‘Master of Science Architecture’ behaald. Daarna werkte ze twee jaar in Singapore vooraleer bij de TUE te solliciteren naar een AIO-plaats.

Eindhoven

Aangezien ze haar doctorsgraad wilde behalen en meer research doen, begon Amy op Internet naar plaatsen op de wereld te zoeken waar ze interessante dingen doen. Interessant was voor haar virtual reality, architectuur en urbanplanning. Ze kwam ondermeer een aanbieding tegen van de TUE en legde de verschillende keuzemogelijkheden naast elkaar. Ze vond die van de TUE het beste bij haar passen en ze stuurde meteen haar curriculum vitae door. Na enkele keren informatie via email uitgewisseld te hebben, werd Amy gevraagd of ze naar Eindhoven kon komen voor een gesprek. Toen begon de bal pas echt te rollen en nu ,zes maanden later, zit ze in haar kantoor in het Hoofdgebouw. Zelf heeft ze vrij weinig hoeven regelen voor haar verblijf: de hele stapel papierwerk regelde de TUE.

Toen ze in Nederland arriveerde, was er niemand die haar opwachtte. Niet dat Amy dit een probleem vond, ze was immers al eens op de TUE geweest voor het interview. Ze woont nu al enkele weken in een tweekamer-appartement van de SSHE (Stichting Studenten Huisvesting Eindhoven), samen met enkele andere buitenlanders die hier werken. Toch is er niet veel contact tussen deze mensen. “Iedereen leeft er zo een beetje op zichzelf”, aldus Amy. In het weekend, wanneer ze niet op de TUE hoeft te zijn, gaat Amy Tan wandelen. Ze vindt het leuk en zo leert ze de omgeving kennen.

Dubbele functie

Wat Amy’s functie precies inhoudt, blijkt onduidelijk. “Ik word hier als werkende beschouwd, maar toch ook weer niet. Ik ben hier om te promoveren, dus als student, maar ik ben wel aangenomen als werknemer. Ik doe eigenlijk twee dingen tegelijk.” Dat daar negatieve aspecten uit zouden kunnen voortvloeien, is Amy duidelijk. “Ik weet dat mensen me als een student kunnen behandelen wanneer ze maar willen. Ik weet niet goed waar ik sta.” Als ze zou moeten kiezen tussen werknemer of student, zou ze het echt niet weten. En eigenlijk bevalt die dualiteit haar wel: kwestie van er voordelen in te zien en die dan te gebruiken.

Molens en kaas

Wat verwachten mensen uit Singapore van Nederland? Hetzelfde als elke buitenlander, zo blijkt uit het antwoord van Amy. “Molens, water, kaas en land dat gewonnen werd van de zee. Maar ik heb net gehoord dat er hier ook kaas gemaakt wordt die enkel en alleen voor de export bedoeld is,. Jullie eten er zelf niet van!” Eén van de dingen die haar zijn opgevallen, is dat ze nog niet veel oude, historische dingen heeft gezien in Nederland. “Alles lijkt wel nieuw.” Ook had ze verwacht dat er veel meer platteland zou zijn. “Ik dacht dat Nederland een op landbouw gericht land was, maar ik zie alleen maar industrie.”

Wat Amy Tan na haar Nederlandse avontuur gaat doen, weet ze nog niet. Dat hangt allemaal af van dezelfde factor als waarvoor ze hier naartoe is gekomen: opportunity. /.

Untitled Document Vaak dezelfde vragen maar iedere keer andere mensen

Donderdag 4 november. Hoewel de eerste sneeuw nog moet vallen is het goed koud. Vanuit het raam op de derde verdieping van het voormalige Bestuursgebouw, tegenwoordig Traverse, ligt het Dommeldal er verstild bij. De groene velden zijn bedekt met een lichte laag rijp. Binnen verzamelt zich een internationaal gezelschap AIO’s, OIO’s en één student. Vrijwel allemaal zijn ze twee of drie dagen eerder uit het vliegtuig gestapt. Vandaag krijgen ze een rondleiding over het uitgestrekte TUE-terrein van BIA- (Bureau Internationale Aangelegenheden) medewerkster Tanya de Haan.

Stil, ietwat verlegen, druppelen de buitenlandse gasten, want zo noemt de universiteit hen het liefst, één voor één het vergaderzaaltje binnen. Voor de liefhebbers is er koffie en thee in plastic bekertjes. Tanya de Haan verwelkomt elke nieuwe gast met een stevige handdruk. “You must be from France. Welcome, bienvenue.” Allemaal komen ze van ver om op de TUE te promoveren, te doceren of te studeren. Of om een geliefde gezelschap te houden, zoals het geval is met Deborah Edwards. From Manchester, zegt ze er lachend bij. “Maar dat hadden jullie waarschijnlijk al wel gehoord aan mijn accent.”

“Ik leg altijd eerst wat uit over de manier waarop het onderwijs in Nederland geregeld is. Daarna vertel ik meestal ook het een en ander over Nederland en de universiteit”, zegt Tanya De Haan die wekelijks de rondleiding verzorgt. “Daarna wandelen we over het universiteitsterrein. Ik doe daarbij altijd een paar plekken aan die voor buitenlandse gasten van belang kunnen zijn. De bibliotheek bijvoorbeeld. Maar ook IRCE en het audiotorium.” Veel groter dan zes personen zijn de groepjes nooit. De buitenlandse gasten moeten zich allemaal persoonlijk bij de Eindhovense vreemdelingenpolitie melden. Het groepje dat nu de ronleiding krijgt, zal een paar dagen later gezamenlijk, onder begeleding van een BIA-medewerkster, naar de politie gaan. En daar kunnen ze maar met zes personen tegelijk terecht.”

In een notedop doet De Haan de geschiedenis van de TUE uit de doeken. Jonge universiteit, 5200 studenten, één van de drie TU’s in Nederland, vijf unieke studierichtingen en veel contacten met Philips en de Dutch Automobile Factories. Ze benadrukt dat Philips weliswaar een goede buur van de TUE is, maar dat het elektronicabedrijf verder niets te maken heeft met de universiteit. Ook vertelt ze dat Nederland met 440 bewoners per vierkante kilometer erg dicht bevolkt is, wat zich uit in een behoorlijke overgeorganiseerdheid.

Bibliotheque, Bibliothek

Na het introductiepraatje over Nederland nodigt De Haan haar gasten uit om haar naar buiten te volgen. Er volgt een lange wandeling die langs een aantal voor TUE-medewerkers en studenten belangrijke punten voert. Om te voorkomen dat de gasten zich niet meer kunnen oriënteren, maakt De Haan liever geen gebruik van de loopbruggen.

De eerste stop is het talenpracticum. Op weg naar het gebouwtje legt De Haan nog wat eenvoudige maar o zo noodzakelijke dingen uit. Wat het bordje ‘trekken’ op een deur betekent bijvoorbeeld. En dat ‘bibliotheek’ in het Nederlands hetzelfde is als het franse ‘bibliotheque’ en het Duitse ‘Bibliothek’. Donderdag komt van de Germaanse god Donner. “Weet iemand wat dat betekent?”, vraagt ze terwijl ze naar een nooduitgangbordje wijst. “Zoek uit hoe je in geval van nood buitenkomt vanaf je werkplek”, drukt ze haar gehoor op het hart.

In de bibliotheek van het talenpracticum vindt de uit het Russische Belarus afkomstige Oleg Misiakow tot zijn verrassing een woordenboek van zijn eigen taal. Daarna volgen het sportcentrum, en het op een afgelegen plek van het terrein weggestopte onderkomen van het International Reception Commity Eindhoven. Bij IRCE kunnen de buitenlandse gasten terecht voor contact met andere buitenlanders. En voor een fiets want veel vertrekkende buitenlanders bieden via de mailinglijst van IRCE hun fiets te koop aan. Vervolgens doet het clubje de Centrale Bibliotheek aan en daarna de pinautomaat en het auditorium.

De Haan is al 22 jaar verbonden aan de universiteit en hield zich naar eigen zeggen al bezig met internationalisering voordat het woord uitgevonden was. De rondleidingen en de ondersteuning van buitenlandse gasten, die het BIA nu ruim een jaar organiseert, is ze nog lang niet beu. “De vragen zijn altijd hetzelfde”, lacht ze, “maar de mensen zijn toch iedere keer weer anders.”/. /.

Untitled Document Meer buitenlandse AIO’s aan TUE

Welcome Wilkommen Bienvenue

Ongeveer achthonderd assistenten in opleiding (AIO’s) zijn op dit moment werkzaam aan de TUE. Hiervan is een groot aantal afkomstig uit het buitenland. In 1996 waren er 30 buitenlandse AIO’s in dienst van de TUE, in 1997 waren dit er 33 en in 1998 58. In werkelijkheid zullen deze getallen hoger zijn, maar er zijn alleen cijfers bekend van diegenen die op de loonlijst van de TUE staan. Zo zijn er veel AIO’s die niet door de universiteit betaald worden, maar door externe programma’s van bijvoorbeeld de Europese Unie en het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking.

Er zit een stijgende lijn in de aanname van buitenlandse AIO’s op de TUE. Dit wordt veroorzaakt door een combinatie van factoren. Het beleid is er meer op gericht om AIO’s aan te trekken. Daarnaast is het een kwestie van marktwerking. Het is moeilijk om aan assistenten te komen in Nederland. Dat betekent dat het gebied waarin wordt geworven, groter wordt. De schaarste aan AIO’s heerst overal in Europa, omdat het moeilijk is te concurreren met de salarissen op de arbeidsmarkt.

Overigens is een internationaal onderzoeksklimaat goed voor een universiteit. Het internationale netwerk wordt versterkt en iemand uit een andere omgeving ziet de zaken anders en brengt nieuwe ideeën in. Dat werkt verfrissend en geeft iets extra’s.

Het aannamebeleid voor buitenlandse AIO’s verschilt niet veel van de normale aannameprocedure. Er zijn een aantal afspraken over het aanbieden van vacatures op Internet. Maar verder kunnen faculteiten zelf bepalen hoe ze personeel werven. In het geval van buitenlandse AIO’s is het vaak zo dat een hoogleraar via kennissen duidelijk maakt dat hij op zoek is een promovendus. Een heleboel vacatures worden ingevuld via ‘kruiwagens’. De procedure voor het aannemen van buitenlandse AIO’s is dus niet wezenlijk verschillend van het invullen van andere vacatures.

De vakgroep die een AIO wil aannemen, regelt alles tijdens het wervingstraject. Zodra de mensen in dienst zijn, ondersteunt het Bureau for International Activities (BIA) hen. Belangrijke papieren als visa en werkvergunningen worden geregeld door het BIA, evenals de huisvesting. Jaarlijks zijn er 500 buitenlandse gasten, voor wie zo’n honderddertig woningen beschikbaar zijn. Dit is te weinig, waardoor veel mensen bij hospita’s en in studentenhuizen wonen.

Alleen in de aanloopfase komen de buitenlandse AIO’s met problemen en praktische vragen naar het BIA, omdat ze later, als ze opgenomen zijn in hun werkkring binnen de TUE, andere mensen kunnen aanspreken. Binnen de faculteit waar ze werken, hebben ze een duidelijke plaats. Als er problemen zijn kloppen zij aan bij personeelszaken of de begeleidend hoogleraar. Uitgesproken problemen lijken er echter zelden te zijn. AIO’s hebben een duidelijk aanspreekpunt in tegenstelling tot buitenlandse studenten die er vaker verloren bijlopen. Het BIA is van plan om in de toekomst een soort buddy-systeem op te zetten voor buitenlandse studenten. Zij zouden juist in de beginperiode iemand nodig hebben om raad aan te vragen.

Iedere buitenlandse gast die aan de TUE komt werken of studeren een introductieprogramma van een dag. ‘s Ochtends krijgen zij informatie over de TUE en een rondleiding over het TUE-terrein. ’s Middags worden ze rondgeleid in de stad zodat ze in ieder geval een beetje de weg weten in Eindhoven. /.

Untitled Document Mohamed Douch

De uit Marokko afkomstige Mohamed Douch is nu ruim een jaar AIO aan de faculteit Werktuigbouwkunde van de TUE. Hij werkt hier op de afdeling verbrandingsmotoren.

Mohamed is geboren in Marokko. Maar omdat zijn ouders in Parijs werken, is hij opgegroeid in Frankrijk. Hij is in Duitsland naar de universiteit gegaan, want in Frankrijk is het systeem volgens hem elitair waardoor niet iedereen kan studeren. Mohamed: “In Duitsland staan de deuren open. Iedereen kan verder leren als je de capaciteiten hebt.” De tweede reden dat hij naar Duitsland is gegaan is dat de universiteit van Aken heel beroemd is in Frankrijk. Op het gebied van werktuigbouwkunde zou het de tweede beste in de wereld zijn.

Zeven jaar heeft hij gestudeerd aan de RWTH-Aken. Op machinebouw is hij afgestudeerd, waarna hij solliciteerde naar de functie van AIO aan de TUE. Hij kende al wat mensen van de TUE, die voor een seminar naar Aken waren gekomen. De voornaamste reden voor zijn komst naar Nederland is echter de goede naam die de TUE heeft. Mohamed: “In ‘Der Spiegel’ stond vorig jaar dat deze technische universiteit de beste is van heel Europa.”

In vergelijking met Duitsers vindt Mohamed de Nederlanders heel open. Het meest verwant voelt hij zich met de Franse cultuur. “De Franse cultuur is heel erg zoals ik ben. In Casablanca spreekt men de Franse taal en de mentaliteit komt ook overeen met de Franse.” Toch noemt hij zichzelf een mondialist. Zowel de Marokkaanse, Franse als Duitse cultuur heeft hij overgenomen. En hij hoopt mettertijd ook wat van de Nederlandse cultuur mee te krijgen.

Vrienden

Mohamed heeft drie maanden cursus Nederlands gevolgd om de taal onder de knie te krijgen. Binnen de universiteit zijn er geen taalproblemen. Met zijn collega’s kan hij goed communiceren en met zijn begeleiders dr. ir. Bart Somers en prof. dr. ir. Riek Baert spreekt hij Duits.

Met zijn collega’s heeft Mohamed een goed contact en hij heeft dan ook vrienden gemaakt binnen de faculteit. Buiten de universiteit heeft hij nog weinig mensen ontmoet. In zijn vrije tijd zoekt hij zijn vrienden op in Aken of zijn familie in Parijs. Verder loopt Mohamed iedere dag drie tot zeven kilometer. Volgend jaar zou hij wel mee willen lopen met de marathon van Eindhoven.

De aansluiting in Nederland verloopt prima. Het enige dat moeilijk ging, was het vinden van geschikte woonruimte. Mohamed:” Het is heel problematisch om een woning in Eindhoven te vinden.” Vorig jaar kreeg hij via het Bureau for International Activities een kamer. Deze moest hij samen delen met Rashid, die ook in Aken heeft gestudeerd. “Ik kan het niet volhouden om altijd in een kamer te zijn. Na zes maanden heb ik dan ook met hulp van de faculteitssecretaresse een woning in Helmond gekregen. Rashid heeft nog steeds geen woning gevonden.

Leren

Mohamed voelt zich hier zowel student als medewerker. Hij leert hier iedere dag nog veel bij, maar omdat hij concepten maakt en onderzoek doet voelt hij zich toch ook een echte werknemer. Hij werkt aan een analyseonderzoek van brandstof. Om hierbij een lasertechniek te kunnen gebruiken, ontwerpt hij nu een hogedrukkamer. Dit is een prestigieus project, omdat de druk en temperatuur die de kamer aan kan extreem zijn. Het gaat er uiteindelijk om een zuinigere verbrandingsmotor te ontwikkelen en de emissie te reduceren.

Over drie jaar hoopt Mohamed een baan te vinden in Parijs of bij Mercedes-Benz in Duitsland. Hij is gefascineerd door verbrandingsmotoren en wil graag op dit gebied werken. Met een Akens ingenieurdiploma en een Eindhovens doctoraat is Mohamed daar heel optimistisch over. /.














Website