/Voorpagina
/Nieuws
/Mensen
/Achtergrond
/Academie
/Onderzoek
/Opinie
/Reportage
/Bestuur
/Cultuur
/Studentenleven
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/Faculteits Berichten
/Zoeken
/TUE
/ Cursor nummer 1 nummer 2

jaargang 42, 25 november 1999


Onderzoek

Untitled Document Veel kansen voor TUE’ers met goede ideeën

Eind dit jaar wordt de Top-regeling weer ingevoerd op de TUE. Top staat voor tijdelijke ondernemingsplaats en biedt geld en huisvesting aan studenten of medewerkers die een eigen bedrijf willen beginnen. Professor dr. Leo Verhoef, hoogleraar ondernemerschap in het midden- en kleinbedrijf, ziet veel kansen voor mensen met goede ideeën aan de TUE.

De Top-plaats of –regeling is eind jaren ’70 ontstaan aan de TUE, maar midden jaren tachtig vanwege bezuinigingen afgeschaft. Nu wordt deze stimuleringsregeling in ere hersteld voor studenten en medewerkers van de TUE. Er zijn 25 plaatsen te vergeven. “In principe kan iedereen aanspraak maken op deze regeling, maar als er te veel aanmeldingen zijn, gaan mensen van de TUE voor”, zegt Verhoef. Onlangs heeft de TUE zo’n 172.000 gulden aan subsidie ontvangen uit het regionale Stimuluspotje voor de topregeling. Een jaar lang krijgt een nieuwe ondernemer onderdak op de campus, een inkomen door een renteloze lening van 30.000 gulden, twee mentoren, een cursus en beschikking over faciliteiten van de universiteit, zoals de bibliotheek. Na dat jaar kunnen ze doorstromen naar het Eutechpark, het Twinning Center of Multi Media Paviljoen op het TUE-terrein.

“Binnen twee maanden gaan we selecteren voor de Top-plaatsen. Daarvoor moeten bedrijven echt serieus en innovatief bezig zijn. Het is niet zo dat iemand die een adviesbureau begint in aanmerking komt voor de Top-regeling. Het moet om een nieuwe markt gaan of een nieuw product, waar het zich op richt, maakt niet uit.” Wat dat betreft heeft de Top-regeling raakvlakken met de New Venture prijsvraag, waarvan de eerste ronde bijna is afgesloten. De organisatie heeft zo’n 300 inzendingen voor vernieuwende bedrijven binnen gekregen. Verhoef weet dat er 54 mensen die aan de TUE werken of studeren informatie hebben aangevraagd over de wedstrijd. Hoeveel daarvan zich uiteindelijk hebben ingeschreven, is nog niet bekend. “Maar iedereen kan blijven inschrijven, alleen moet het plan verder uitgewerkt zijn in de tweede en derde ronde. Je kunt ook hetzelfde plan als in de eerste ronde indienen, al ben je niet door naar de tweede ronde. Je zult het dan natuurlijk wel moeten wijzigen, anders kom je nog niet ver.” Verhoef vindt het belangrijk dat de TUE mensen stimuleert een eigen bedrijf te beginnen.

Zwerfmodel

De professor start in december voor het zesde jaar met het vak ‘Ondernemerschap in het midden- en kleinbedrijf’. “Ik kan me voorstellen dat deelnemers hieraan in aanmerking komen voor een Top-plaats.” Hetzelfde geldt voor deelnemers aan de New Venture wedstrijd, laat Verhoef weten. Deze wedstrijd looft 50.000 gulden uit voor degene die het meest innovatieve bedrijf of product verzint. “Die mensen geven we de kans om door te stromen in de Top-regeling.” Maar ook vanuit het vak verwacht Verhoef potentiële kandidaten voor de stimuleringsregeling van de TUE. Begin december kunnen dertig studenten terecht bij Verhoef voor dertig uur les over ondernemerschap. “Dit jaar hanteer ik veelvuldig het zwerfmodel. We zullen weinig op de universiteit zijn, maar bezoeken veel bedrijven, zoals een advocatenkantoor, de Kamer van Koophandel, een technisch bedrijf enzovoorts. Veder komen er gastsprekers. De problematiek en kansen in het midden- en kleinbedrijf staan hierbij centraal.”

Verhoef bezoekt met zijn studenten het ‘succesbedrijf’ CSU in Uden. “Een

schoonmaakbedrijf dat heel groot is geworden. Dit bedrijf is niet sterk vanwege het product, maar het levert precies wat de klant nodig heeft. Niets in de hightech sfeer in ieder geval, maar het is een goed bedrijf. De eigenaar van CSU heeft alles verkocht en gaat nu innovatieve bedrijven financieel steunen als een soort business angel.

De rode draad van het vak is het schrijven van een ondernemingsplan. “Dat moet in tien bijeenkomsten worden gemaakt. Met het plan moeten de deelnemers een bank overhalen om er geld in te steken. Het gaat dus niet alleen om consumeren van theorie, maar ook om het produceren ervan.” Wat ook nieuw is, is dat studenten niet langer denkbeeldige ondernemingsplannen hoeven te schrijven. “Diverse bedrijven hebben mij benaderd of studenten hun plannen kunnen maken.” Verhoef haalt een voorbeeld aan: “Bruns is een bedrijf dat technische maquettes maakt voor bedrijven zoals Philips. Zij maken bijvoorbeeld een scheerapparaat van vier meter hoog voor beurzen. Andere klanten zijn musea en het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het zijn kunstenaars met verstand van techniek. Dit bedrijf wil onderzoeken of ze ook in Duitsland kunnen slagen. Dat onderzoek willen ze studenten laten doen. Dat kunnen er twee of drie zijn. Er staat natuurlijk een vergoeding tegenover als je iets voor bedrijven doet.” In totaal zijn er zeven aanvragen van bedrijven binnengekomen bij Verhoef. Ook kunnen studenten een ondernemingsplan schrijven voor iemand die meedoet aan de New Venture wedstrijd. “Hun plannen kunnen de studenten bijvoorbeeld verder uitwerken. Het vak is nu meer verweven met de Top-regeling en ook met New Venture. Iedereen heeft zo zijn eigen motieven om het vak te volgen: de één voor de studiepunten, de ander omdat hij of zij een eigen bedrijf wil beginnen. Maar het is voor iedereen interessant die inzicht wil krijgen in het midden- en kleinbedrijf en de problemen hiervan. Wij krijgen bovendien meer inzicht in het aantal mensen op de TUE dat rondloopt met plannen om een eigen bedrijf te beginnen. Want daar hebben we nu helemaal geen beeld van.”

Vingeroefening

Het vak ‘Ondernemerschap in het midden- en kleinbedrijf’ kan worden gevolgd door studenten van alle studierichtingen. “Maximaal dertig studenten kunnen deelnemen, niet meer, want dan is het niet intensief genoeg. Ik kan niet met een groep van honderd mensen aan-komen bij bedrijven. Bij inschrijving geldt wie het eerst komt, wie het eerst maalt.” Ook medewerkers of afgestudeerden die erover denken om voor zichzelf te beginnen kunnen zich inschrijven. En mensen die gebruik maken van de Top-regeling kunnen het volgen. “Het vak is echter slechts een vingeroefening vergeleken bij de cursus die deelnemers aan de Top-regeling kunnen volgen. Die is veel intensiever.”/. /.














Website