/Voorpagina
/Nieuws
/Mensen
/Achtergrond
/Academie
/Onderzoek
/Opinie
/Reportage
/Bestuur
/Cultuur
/Studentenleven
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/Faculteits Berichten
/Zoeken
/TUE
/ Cursor nummer 1 nummer 4

jaargang 42, 9 december 1999


Academie

Untitled Document Professor Rutte wil psychologie neerzetten als serieus vak

Intreerede/Brigit Span

De eerste vrouwelijke voltijd hoogleraar aan de TUE is een feit: prof. dr. Christel Rutte hield afgelopen vrijdag haar intreerede als hoogleraar Organisatiepsychologie (TEMA). Haar aanstelling, een jaar geleden, ging niet gepaard met veel publiciteit, al is haar positie op de TUE wel bijzonder. “Ik denk niet dat In- en Externe Betrekkingen het zo’n aanbeveling vond voor de TUE dat het tot het eind van het tweede millennium heeft geduurd voordat de eerste fulltime, vrouwelijke hoogleraar hier kwam.”

Met de aanstelling van professor dr. Christel Rutte heeft de TUE de eerste fulltime, vrouwelijke hoogleraar in dienst genomen. “Ik vind het een bekroning op mijn loopbaan en heb een mooie leeftijd (42) om professor te worden. Het is wel kicken”, klinkt het uit de mond van Rutte in haar kamer in het TEMA-gebouw. Ze vindt haar positie toch wel bijzonder. “Maar er is destijds niet echt veel ruchtbaarheid aan gegeven naar buiten toe. Waarschijnlijk omdat men er niet zo trots op was dat het zolang heeft geduurd.”

Rutte is geen onbekende van de TUE. Eerder werkte ze al een aantal jaar aan de TUE op de faculteit Bedrijfskunde als universitair docent. Rutte vindt de TUE ambitieuzer dan vijftien jaar geleden. “Er is veel meer ambitie binnen de faculteiten en de TUE. Er is behoefte om smoel te hebben en in de top mee te draaien en daar doet iedereen zijn best voor. Het is dynamischer dan het was, terwijl de Brabantse gezelligheid toch is gebleven.”

Organisatie-psychologie is het gebied waar ze zich mee bezig gaat houden binnen de capaciteitsgroep Technologie en Arbeid van de faculteit Technologie Management.

De intreerede van Rutte, met de titel ‘Op tijd of te laat: over zelfregulering in werkgroepen’, was een serieuze rede. “Ik heb er voor gekozen om er een serieus en degelijk verhaal van te maken. Niet omdat ik een vrouw ben en het idee heb dat ik me extra moet bewijzen, maar omdat er vaak raar wordt aangekeken tegen het vakgebied van psychologie, vooral in deze omgeving van techneuten. En dat terwijl het toch een goed ontwikkelde wetenschap is. Ik wil psychologie hier dan ook neerzetten als serieus vak.”

Ironisch

Tijdigheid is iets waar veel mensen zich mee bezig houden, aldus Rutte, maar zij vroeg zich in haar oratie af waarom de opdrachten die werkgroepen aan-nemen nooit eerder klaar zijn dan afgesproken, maar vaak net op tijd of zelfs te laat. “Hier gaat de wet van Parkinson op, die zegt dat werk op tijd of te laat af is, maar nooit eerder. Dat blijkt ook uit onderzoek, maar waarom dat zo is, is nog niet duidelijk. Ik heb geprobeerd een redenering te geven die uitlegt hoe dat kan. Parkinson bedoelde de wet ironisch, maar de strekking is niet helemaal reëel. In de tijd dat mensen niet aan de opdracht werken, kunnen ze toch heel nuttige dingen doen.” Een verklaring voor het altijd net op tijd of te laat inleveren van werk is volgens Rutte dat mensen altijd naar de deadline toe werken. “Alles wat nog niet af hoeft, wordt uitgesteld.” De deadline naar voren schuiven, heeft geen nut, meent Rutte. “Dat gaat ten koste van de kwaliteit en interpersoonlijke relaties.”

In een theoretisch model stelt ze voor hoe werk gereguleerd wordt in de tijd. Hierin staan ondermeer de termen feedback, planning en informatieverwerking. “Feedback is belangrijk, daar moet je voor openstaan in het hele proces en snel op kunnen reageren. In de planning kunnen veel dingen fout gaan en hetzelfde geldt voor de informatieverwerking. Veel mensen plannen te positief en denken veel te optimistisch over het tempo waarin het werk af kan zijn. Er is weinig onderzoek gedaan hiernaar, dat willen we in de toekomst gaan doen.” Hiervoor kan Rutte een beroep doen op twee AIO’s en een universitair docent. “Er zijn gesprekken gaande om een vak te ontwikkelen over het plannen van eigen werk.”

Calculerende studenten

Een van de uitdagingen die Rutte zichzelf heeft gesteld, is het motiveren van de Bedrijfskunde-studenten, want daar schort het nog wel eens aan volgens haar. “Ze zijn niet actief genoeg met de stof bezig, komen ook niet veel naar college. Ik heb een college Organisatiepsycho-logie gegeven voor bedrijfs-kunde-studenten en studenten van andere faculteiten die het certificaat technisch management wilden halen. Voor de laatste groep was het een keuzevak, voor Bedrijfskunde een verplicht vak. Een verschil van dag en nacht. De studenten van buiten vonden het ontzettend leuk om te doen en kwamen altijd. Van deze groep is 85 procent geslaagd. Terwijl de eigen studenten calculerender zijn. Zij bekijken of het zin heeft naar het college te gaan. Als ze denken het tentamen te kunnen halen zonder het college te volgen, doen ze dat. Van deze groep slaagde 65 procent en het collegebezoek was matig. Ik wil dat studenten naar mijn college komen, omdat ze graag iets willen leren. Niet omdat ze hun bul moeten halen.”

Rutte vindt het geven van hoorcolleges volkomen achterhaald. “Ik werk liever in groepen aan probleemgericht onderwijs, maar daar was geen ruimte voor. Dus toch hoorcollege, maar ik heb geprobeerd het zo in te richten dat studenten actief mee moeten doen. Boeken zijn heel theoretisch en woorden zeggen niet veel. Die kun je uit je hoofd leren en later vergeet je ze weer. Je leert honderd keer meer als tijdens een college zelf dingen doet die met de stof te maken hebben. Bij een hoofdstuk over onderhandelingstechnieken heb ik bijvoorbeeld onderhandelingsoefeningen ingebouwd. En er is veel discussie. Ik vind het jammer dat ik geen tentamens mag geven over wat ik in de colleges behandel, dat motiveert de studenten niet echt om te komen.”

Jongste bediende

De procedure die is gevolgd voordat Rutte werd aangesteld, was een lange. “Achteraf is dat goed geweest, al dacht ik toen wel eens ‘wat duurt het lang’. Ik heb een beleidsnotitie moeten schrijven over wat mijn plannen zijn met de vakgroep. Ik had al eerder in deze vakgroep gewerkt en daarom was het nodig te onderzoeken of er draagvlak voor mijn benoeming was. Dat was gelukkig zo. Eerder was ik jongste bediende en nu zit ik bij mensen in de groep van wie ik het vak heb geleerd. Dat is wel raar. Maar de werksfeer is heel prettig en collegiaal, mede doordat ik nog mensen kende van vroeger.”

De oratie van vrijdag en het ceremonieel dat erbij hoort, spreekt Rutte aan. “Met rituelen sluit je toch een periode af en begin je aan een nieuwe. Ik vind het wel mooi.” De toga die Rutte droeg, heeft ze van haar moeder gekregen: “Trots op haar dochter.”/. /.














Website