/Voorpagina
/Nieuws
/Mensen
/Achtergrond
/Academie
/Onderzoek
/Opinie
/Reportage
/Bestuur
/Cultuur
/Studentenleven
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/Faculteits Berichten
/Zoeken
/TUE
/ Cursor nummer 1 nummer 4

jaargang 42, 9 december 1999


Nieuws

Untitled Document Universiteitsdrukkerij gaat toch verhuizen

De tweede fase van de renovatie van het Hoofdgebouw is in volle gang. Dat gaat gepaard met veel geluids- en stofoverlast. De Universi-teitsdrukkerij zit wat dat betreft op de voorste rij. Andere instanties verhuisden, maar dit onderdeel van het Facilitair Bedrijf niet. Binnenkort komt hier echter verandering in.

Toen de renovatie van het Hoofdgebouw in september van start ging, was het de bedoeling dat de Universiteitsdrukkerij tijdens de verbouwing zou blijven zitten waar ze zat: in de kelder aan de noord-zijde van het Hoofdgebouw. De sloopwerkzaamheden maakten de werkomstandigheden op deze afdeling er niet prettiger op. Drilboren, stofwolken en het slecht functioneren van de klimaatinstallatie stelden het humeur van de werknemers danig op de proef. Daarbij kwam ook nog dat men op de eigen etage was aangewezen op een chemisch toilet als enige sanitaire voorziening. Alle bestaande toiletblokken waren al direct bij het begin van de werkzaam-heden afgebroken.

Volgens Henk van der Meijden, hoofd van de Universiteitsdrukkerij (UD), is bij de UD de eerste fase van de verbouwing bijna afgerond. In die fase is er in de kelder een nieuw onderkomen gecreëerd voor de binderij. Doorwerken in het huidige onderkomen is tijdens de tweede en derde fase echter onmogelijk volgens Van der Meijden. Het gaat hierbij om de bouw en inrichting van de nieuwe ruimtes voor de printerservice en voor de lay-out, de fotografie en het bedrijfsbureau. Van der Meijden: “Op deze plekken wordt gewerkt met apparatuur die zeer gevoelig is voor stof. De situatie is nu al niet ideaal, maar zou dan volstrekt onwerkbaar zijn.”

Er is nu in samenspraak met de afdeling Vastgoed voor gekozen om de printerservice, de fotografie en een deel van het bedrijfsbureau zolang onder te brengen in kelderruimtes aan de zuidzijde van het Hoofdgebouw. Vandaar uit heeft men ook toegang tot de nieuw ingerichte binderij. De lay-out-afdeling en het resterende deel van het bedrijfsbureau vinden zolang onderdak bij de W-hal, in een ruimte waar nu ook tijdelijk het KIvI-kantoor en het reisbureau zijn ondergebracht.

Van der Meijden hoopt dat half januari iedereen op zijn plek zit, zodat de verbouwing van de UD kan doorgaan. Nog voor de zomervakantie zouden de nieuwe ruimtes in het Hoofdgebouw weer in gebruik genomen moeten worden. Van der Meijden is er van overtuigd dat de klanten niets zullen merken van deze hele operatie. ”Mochten we door de verhuizing niet in staat zijn om opdrachten zelf uit te voeren, dan zijn er voldoende externe bedrijven om op terug te vallen”, aldus Van der Meijden./. /.

Untitled Document Minder obstakels voor studenten uit het buitenland

Minister Hermans pakt samen met zijn collega’s van Justitie, Buiten-landse Zaken en Sociale Zaken en Werkgelegen-heid de belemmeringen aan die buitenlandse studenten, onderzoekers en docenten bij hun komst naar Nederland ondervinden. Het gaat hierbij vooral om obstakels rond toelating en werkvergunningen.

Studenten, onderzoekers en gastdocenten uit landen die niet tot de EU behoren ondervinden in Nederland voornamelijk last van administratieve procedures rond toelating en het verrichten van arbeid. Deze procedures worden nu waar mogelijk voor hen versoepeld. Op dit moment sluiten de toelatingsregels van Justitie en de onderwijsregelgeving van OCenW niet helemaal op elkaar aan. Deze regels worden nu meer op elkaar afgestemd en geactualiseerd. Minister Hermans wil daarmee de toegankelijkheid van het Nederlandse onderwijs voor buitenlanders bevorderen. Dankzij intensievere samenwerking tussen de departementen van Justitie en OCenW, wordt het voor onderwijsinstellingen gemakkelijker om gebruik te gaan maken van de verkorte procedure voor een machtiging tot voorlopig verblijf. Daarnaast hoeven buitenlandse studenten bij een verblijf van korter dan twaalf maanden niet meer aan te tonen over voldoende geld voor een heel jaar te beschikken. Zij moeten genoeg geld meebrengen voor de feitelijke duur van hun verblijf. Promovendi zullen sneller over een werkvergunning kunnen beschikken doordat de aanvraagprocedure voor deze groep vereenvoudigd wordt. Voor gastdocenten die korter dan vier weken in Nederland zullen verblijven hoeft geen werkvergunning meer aangevraagd te worden.

Het Bureau for International Activities van de TUE heeft onlangs met de vreemdelingenpolitie de afspraak gemaakt dat buitenlandse gasten zich niet meer persoonlijk hoeven te melden voor een verblijfsvergunning. De gasten kunnen volstaan met het afgeven van hun paspoort en pasfoto’s, het BIA regelt de rest./. /.

Untitled Document Meer vrouwen in dienst van universiteiten

Het aandeel vrouwen werkzaam aan de Nederlandse universiteiten stijgt. Eind 1998 was het percentage vrouwen 37,4, dat is ongeveer 5 procent hoger dan in 1990. Dit blijkt uit een rapport van de VSNU. Daarnaast maakt de vereniging zich zorgen over het tekort aan jonge krachten op de universiteiten.

Hoewel vrouwen volgens het rapport nog steeds zijn ondervertegenwoordigd in de hogere wetenschapsfucties, verdubbelde het aantal vrouwelijke hoogleraren tussen 1990 en 1998. Vrouwelijke hoogleraren nemen nu 133 fte (fulltime equivalent) voor hun rekening, dat is een toename van 12 fte. Bij de mannen is dat 1241 fte. De meeste vrouwen hebben echter ondersteunende functies en zitten in de lagere salarisschalen.

De universiteiten kampen al jaren met veroudering van het personeel. Het percentage personeelsleden van vijftig jaar of ouder steeg tussen 1990 en 1998 van 18 naar 29. Tegelijkertijd is er een verdere afname van het aantal werknemers jonger dan 35 jaar. Bij de mannen daalde het aandeel van 36 procent in 1990 naar 29,5 procent in 1998, bij de vrouwen van 51 naar 42 procent. Dit hangt mede samen met een daling van het aantal ontwerpers en het aantal assistenten in opleiding. Berekeningen wijzen volgens de VSNU uit dat er de komende vijf jaar 2500 mensen meer bij komen in de categorie van 55- tot en met 59-jarigen. Minister Hermans wil daarom een zogenoemde ‘Verjongingsimpuls’ invoeren. Deze moet ervoor zorgen dat jonge onderzoekers de kans krijgen om vernieuwend onderzoek te doen. Volgens het NWO is er minstens 150 miljoen nodig voor het project, er is echter slechts 30 miljoen beschikbaar./. /.

Untitled Document KUN en TUE gaan meer samenwerken

De Colleges van Bestuur van de TUE en de KUN willen de onderlinge samenwerking verder intensiveren. Het gaat daarbij vooral om de bèta–faculteiten en het betreft in eerste instantie de faculteiten Technische Natuurkunde, Schei-kundige Technologie en Werktuigbouwkunde. De Colleges zien goede mogelijkheden om delen van elkaars curricula te verzorgen en het onderwijsaanbod op elkaar af te stemmen. TUE en KUN gaan mogelijk samenwerken op het gebied van verbrandingsmotoren, laserfysica, milieutechnologie en bio-engineering, biochemie, bio-infortica en bio-analyse. Ook met Utrecht, Wageningen en Maastricht wordt overlegd over samenwerking.

“Zet faculteitsberichten

in Cursor”

In de week van de verkiezingen verspreidde de PF dagelijks stellingen waarover TUE’ers hun mening konden geven. Een van de stellingen luidde ‘Faculteitsbe-richten horen in Cursor’. Sinds de invoering van de nieuwe bladformule van Cursor waren die daar immers uit verdwenen. Onduidelijk is hoeveel stemmen er uitgebracht zijn, maar 93 procent van de stemmers was voor, 7 procent tegen. De andere stellingen luidden ‘Is het notebook goed voor het onderwijs?’ (82 procent mee eens, 18 procent niet) en ‘Docenten TUE: inhoudelijk goed, didactisch slecht’ (uitslag vandaag bekend).

Kerstattentie

Alle medewerkers die op 1 december 1999 in dienst zijn van de TUE krijgen een eenmalige kerstattentie van honderd gulden netto. Mensen die part-time werken krijgen ook dit bedrag. Dat heeft het College van Bestuur bekend gemaakt. Het bedrag wordt bij het salaris van december gevoegd. Student-assistenten vallen buiten deze regeling. Drs. Ing. J. Hermus, hoofd P&O: “Deze eenmalige uitkering is een van de manieren waarop het CvB de fiscale mogelijkheden benut om iets extra’s voor de werknemers te doen.” /.

Untitled Document “Onbesmette wetenschap heeft nooit bestaan”

De opkomst was uiterst bescheiden, terwijl het onderwerp iedere wetenschapper zou moeten interesseren. Wordt er in de wetenschappelijke wereld integer omgegaan met onderzoeksresultaten? Dat was het thema van het symposium ‘Onderzoek als koopwaar?’, dat de TUE-commissie ‘Techniek en Ethiek’ vorige week donderdag hield.

Prominent spreker op het symposium was de Leidse antropoloog prof.dr. André Köbben, één van de auteurs van het begin dit jaar verschenen boek De onwelkome boodschap, of hoe de vrijheid van de wetenschap bedreigd wordt. In dit boek wordt ingegaan op het gesjoemel met onderzoeksresultaten, vaak onder druk van opdrachtgevers. Köbben opende met een anekdote. Hij vertelde hoe na de presentatie van het boek een bètawetenschapper op hem was afgekomen, die ervan overtuigd was dat dergelijke praktijken in zijn tak van wetenschap niet voorkwamen. Alles was immers met hard cijfermateriaal te staven. Köbben wees hem erop dat in het boek ook de farmaceutische industrie aan de kaak gesteld wordt en dat ook op het gebied van biologisch onderzoek een zaak wordt aankaart. Zijn gesprekspartner wilde nog wel geloven dat het er in de farmaceutische industrie zo aan toe gaat, want daar gaat het immers om veel geld. Biologie rekende hij sowieso niet tot de harde wetenschappen. Nog tijdens het gesprek kwam een andere bètawetenschapper even tussenbeide om Köbben er op te wijzen dat hij nog genoeg materiaal had voor diens volgende boek. Köbbens gesprekpartner bleef echter onverstoorbaar en besteedde aan al deze zaken geen aandacht. Voor hem stond vast: bètawetenschappers frauderen niet. Volgens de Leidse antropoloog is deze houding exemplarisch voor veel exacte wetenschappers.

Toch is Köbben er van overtuigd dat ook exacte wetenschappers dikwijls compromissen sluiten. ‘’Vaak gebeurt dat al tijdens het opstellen van het onderzoeksvoorstel. Daarbij worden niet direct harde bedreigingen geuit door een opdrachtgever, maar schermt die bijvoor-beeld met een belofte voor volgende opdrachten. De meeste onderzoekers die zich in eerste instantie tegen wijzigingen verzetten, geven later toch iets toe. Zij sluiten een compromis. Uiteindelijk gaat het toch om hun toekomst en carrière.’’

Köbben denkt wel dat bètawetenschappers, vanwege de krapte op de arbeidsmarkt, bij dergelijke onderhandelingen sterker staan dan de meeste gammawetenschappers. ‘’Daar wordt toch wel eens het dreigement geuit: ‘voor jou tien anderen’.’’ Overigens heeft de onbesmette, schuldeloze wetenschap volgens Köbben nooit bestaan. ‘’Er zijn altijd wel hiërachische verhoudingen of dogmatische kwesties geweest, die maakten dat onderzoeksresultaten gewijzigd werden of zelfs geheel verdwenen.’’

Met zijn boek hoopt Köbben het probleem in ieder geval bespreekbaar gemaakt te hebben.



De Leidse antropoloog prof.dr. André Köbben. Foto: Bart van Overbeeke /.

Untitled Document Lengtemetingen tot op de

miljoenste millimeter

Medewerkers van de capaciteitsgroep Precision Engineering van de faculteit Werktuigbouwkunde zijn er in geslaagd om lengtemetingen te verrichten met een maximale onnauwkeurigheid van één miljoenste millimeter. De meetmethode is uniek in de wereld en kan gebruikt worden om andere meetapparaten nauwkeuriger af te regelen.

Er bestaan diverse mogelijkheden om op atoomniveau naar oppervlakten te kijken en de kleinste bouwstenen, atomen en moleculen, zichtbaar te maken. Zichtbaar maken is één ding, onderlinge afstanden vaststellen is een tweede. Er zijn diverse methoden om deze afstanden te bepalen. Met lasers valt dit soort afstanden redelijk precies te meten, ware het niet dat de exacte nauwkeurigheid niet precies vaststond.

“Met de opstelling die wij ontwikkeld hebben”, vertelt wetenschappelijk medewerker dr. Hans Haitjema, “kunnen we de uitkomsten van deze meetapparatuur tot op de miljoenste millimeter nauwkeurig vastellen. We kunnen daardoor ook precies zien of er bepaalde onnauwkeurigheden voor-komen.” Zo konden bij een laser-inferometersysteem onnauwkeurigheden worden gemeten die theoretisch waren voorspeld, maar nog nooit vastgesteld waren. Haitjema: “Wanneer je die afwijkingen kent, kun je je instrumenten beter optimaliseren.”

Laserfrequentie

Het meetinstrument waar vier jaar aan gewerkt is, maakt gebruik van lasertechnieken. “We zetten een lengte om in een laserfrequentie. Die laser weerkaatst tussen twee spiegels. Wanneer je de afstand tussen die spiegels verandert, verandert ook de frequentie van de laser.” In de opstelling wordt de nieuwe frequentie vergeleken met de frequentie van een uiterst nauwkeurige laser waardoor de verandering in afstand uiterst precies vast te stellen is.

Het project is deels door de Stichting Techniek en Wetenschap (STW) en het Nederlands Meetinstituut (Nmi) betaald. Er zijn tot nu toe twee opstellingen gebouwd in Eindhoven. Een van de opstellingen wordt binnenkort aan het NMi overgedragen. De andere blijft in Eindhoven.

Andere instelingen, ondermeer uit de Duitsland en de Verenigde Staten die ook onderzoek doen naar lengtemetingen, zijn erg geïnteresseerd in de opstelling. Dit soort metingen is vooral voor de industrie interessant. Chipsfabrikanten bijvoor-beeld, kunnen veel baat hebben bij deze kalibratiemethode. Het project krijgt een vervolg. De onderzoekers gaan zich de komende tijd richten op het verfijnen en verkleinen van de opstelling./. /.

Untitled Document GTD’ers bouwen

STM-microscoop

Zes medewerkers van de Gemeenschappelijke Technische Dienst (GTD) hebben het initiatief genomen om zelf een STM-microscoop te bouwen die oppervlakten van materialen meet op nano-niveau.

De eerste microscoop van deze soort won in 1983 de Nobelprijs voor Natuur-kunde. Aanleiding voor het initiatief is de grote vraag op de TUE naar een dergelijke microscoop. In april van dit jaar begonnen Erwin Dekkers, Ruud de Regt, Toon van Kalmthout, Hans Wijtvliet, Rinus Janssen en Lucien Cleve met de bouw, deze week presenteerden ze de microscoop. Bij de faculteit Natuurkunde kan de microscoop gebruikt worden voor de analyse van halfgeleiders, bij Scheikunde voor onderzoek naar katalysatoren en bij Werktuigbouwkunde voor het analyseren van de oppervlakteruwheid van kunststoffen. Bovendien wilden men de niet-optische microscoop graag bouwen om er ervaring mee op te doen en om te kijken welke problemen ze tegen zouden komen. Die zaten vooral in het uitsluiten van de omgevingsfactoren, nadat eerst al de mechanische en elektronische factoren geëlimineerd waren. Met name geluid bleek de testresultaten te beïnvloeden.

De Scanning Probe microscoop werkt met een uiterst dunne naald van platina-iridium, die heel dicht bij een oppervlak wordt gehouden. Het uiteinde van de naald wordt gevormd door één enkele atoom, die het oppervlak van het object scant via een X, Y en een Z-as. Als de naald heel dicht bij het oppervlak komt, treedt er een quantummechanisch verschijnsel op, namelijk een tunnelstroom van enkele pico- ampère. Die stroom wordt veroorzaakt door het verschil in elektrische spanning tussen naald en oppervlak. Tijdens de analyse beweegt de naald over het onderzoeksobject. De tunnelstroom wordt constant gehouden, zodat de hoogte tussen de naald en het oppervlak hetzelfde blijft. Het regelsignaal wordt gevisualiseerd in de computer en dat heeft al prachtige illustraties opgeleverd./. /.

Untitled Document HK-Net project opnieuw

succesvol

Bedrijfskunde-studenten aan de TUE hebben de afgelopen vier weken een gezamenlijk project uitgevoerd met studenten van de Hong Kong City University en de Katholieke Universiteit Brabant. De studenten werkten in verschillende, multicultureel samengestelde teams aan een aantal papers. Hierbij maakten de studenten gebruik van videoconferencing, email en software waarmee op afstand vergaderd kan worden. De deelnemers uit Hong Kong en Brabant konden elkaar niet in levende lijve ontmoeten en waren daardoor helemaal aangewezen op de ter beschikking staande communicatiemiddelen. Afgelopen maandag vond de slotbijeenkomst plaats in een zaal van het Multimedia Paviljoen. Het project is opgezet door Simac Group Support Technologies in samenwerking met de TUE en de City University. Vorig jaar werd het Hong Kong-Netherlands project voor het eerst gehouden. Naar alle waarschijnlijkheid krijgt HK-Net volgend jaar weer een vervolg.

TULO

Het Oriëntatieprogram-ma van de Technische Universitaire Leraren-opleiding (TULO) start half december. Voor nadere inlichtingen, kun je bellen met het TULO-secretariaat, tst. 3095;

e-mail adres: i.j.m.laven@phys.tue.nl

Uitreiking

diploma’s SAI

Het Stan Ackermans Instituut houdt op dinsdag 14 december de laatste diploma-uitreiking van deze eeuw. Vanaf 16.00 uur wordt in twee parallelle zittingen aan 23 cursisten, afkomstig van acht ontwerpersopleidingen, het diploma ‘Master of Technological Design’ uitgereikt.

De uitreikingen vinden plaats in de Blauwe Zaal en zaal 5 van het Auditorium van de TUE. In de Senaatszaal van het Auditorium zal vanaf ongeveer 17.00 uur een receptie plaatsvinden. /.














Website