/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/Onderzoek
/English page
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/Faculteits Berichten
/Zoeken
/TUE
/ Cursor nummer 2 nummer 4

jaargang 42, 24 februari 2000


Studentenleven

Untitled Document “Singapore is geen Big Brother”

Zes maanden lang verbleef Werktuigbouwkunde-student Johan van den Bogaard in Singapore, waar hij zat voor zijn afstudeeropdracht. Hij deed zijn werk bij een onderzoekscentrum dat gelieerd is aan de National University of Singapore (NUS), waar de TUE sterke banden mee heeft.


Op deze foto een typisch beeld van Singapore: Boat Quay. Hier is de visserij en handel begonnen en in dit kleine stukje staan nog lage gebouwen, omgeven door wolkenkrabbers.

“Ik wist waar Singapore lag, maar dat was het wel zo’n beetje”, zegt Johan van den Bogaard. “Ik kreeg een aantal opties voor mijn afstudeeropdracht in het buitenland en Singapore was het verste weg en lekker warm.”

De stadstaat staat er om bekend dat er heel streng wordt opgetreden tegen drugsgebruik: “Ik heb een verhaal gehoord van twee Singaporezen die naar Australië waren geweest en daar een joint hadden gerookt. Bij terugkomst in Singapore werden ze gecontroleerd op drugsgebruik en toen werden die joints die ze al weken terug hadden gerookt, nog opgemerkt. Ze kregen een jaar celstraf om als voorbeeld te dienen dat je je als Singaporees overal moet gedragen.” Dat weerhield Van den Bogaard er niet van naar Singapore te vertrekken. “Je ziet er bijna geen politie op straat; de sociale klikcultuur zorgt ervoor dat dat niet nodig is. Het is in ieder geval geen Big Brother, wat ik wel had verwacht.”

Het leersysteem in Singapore is anders volgens Van den Bogaard: “Wij leren denken, zij stampen alle kennis uit hun hoofd. Creatief zijn wij veel sterker dan zij. Als wij thuiskwamen van het stappen, zaten de Singaporezen nog te blokken. De studenten daar zijn overijverig. Wie de meeste punten haalt, mag intern op de campus blijven. Ze hebben weinig tijd voor andere dingen naast leren. Ik trok dan ook vooral op met andere buitenlanders.”

Ook de eetcultuur verschilt van de Nederlandse. “Je eet daar nooit thuis; gaat altijd iets eten bij een van de vele kraampjes. Ze hebben er alles: Indiaas, westers, vegetarisch, Moslim, rijst. En dat voor drie gulden.”

Een voordeel van Singapore vindt Van den Bogaard dat het centraal ligt in Azië. “Je bent binnen een half uur in Maleisië, in een half uur in Indonesië en binnen twee uur sta je in Bangkok. Ik heb dan ook het nodige gezien tijdens mijn verblijf daar.”

“De NUS is drie tot vier keer groter dan de TUE. Een deel van de studenten, zo’n vier- tot vijfduizend, slaapt op de campus in zogenoemde holes. Vooral buitenlanders verblijven daar. Er lopen twee interne buslijnen op het terrein en alle ruimtes zijn uitgerust met airconditioning. Behalve de slaapkamers”, klaagt hij quasi serieus. “Maar daar hadden we wel een ventilator aan het plafond hangen. Het probleem is dat die niet aan mag staan als je niet op je kamer bent. Dat deed ik wel en daar heb ik een boete voor gekregen. Die heb ik betaald, en ik zei er meteen bij dat ik ‘m toch niet uitzet. Dan is het echt veel te heet. Daarna hebben ze me nooit meer gecontroleerd daarop. Ze leven daar echt volgens de regeltjes. Boven wc’s hangt bijvoorbeeld een bordje dat je door moet spoelen.”

Het verblijf is hem dermate goed bevallen, dat hij weer teruggaat naar Singapore. “Ik ga terug om te promoveren. Lekker overwinteren daar.”/.

Untitled Document “Alleen deelnemen aan de Olympische Spelen is niet genoeg”

“Een dag begint voor mij om half zeven ’s morgens. Om acht uur is de eerste training die tot tien uur duurt.” De 22-jarige student Scheikundige Technologie aan de TUE, Dirk Lippits, maakt deel uit van de olympische roeiselectie, heren dubbelvier, die naar Sydney mag.

Dirk woont voorlopig in Amsterdam. Daar traint hij met zijn ploeg op de Bosbaan. “Met mijn studie ben ik bijna klaar. Ik moet nog stage lopen en dan afstuderen, maar dat komt er natuurlijk niet meer van dit jaar. Zes jaar geleden begon Dirk met roeien, eerst bij een ‘gewone’ burgerroeivereniging in Eindhoven. Als VWO-leerling stapte hij al over naar TUE-roeivereniging Thęta. “Ik was een uitzondering, lichamelijk was ik er al klaar voor.“

Voordat hij met roeien begon was Dirk lid van een atletiekvereniging, waar hij onder meer Nederlands juniorenkampioen werd. “Door een blessure kwam ik in aanraking met een roeisimulator en zo kwam ik erachter dat ik een meer dan gemiddelde aanleg voor roeien bezit.”

Droom

De Olympische Spelen zijn voor Dirk een droom. Maar hij heeft er wel bewust naar toegewerkt. “Vijf jaar geleden heb ik met mijn coach afgesproken dat het met mijn capaciteiten mogelijk zou moeten zijn om de Olympische Spelen in 2000 te halen. We hebben er vanaf toen gericht naar toe gewerkt. Nu ik in de Olympische selectie zit is dat doel bereikt. Natuurlijk, de eerste maand na de selectie heb je zoiets van ‘Wow, ik ga naar Sydney’. Maar daarna kom je toch weer met beide voeten op de grond, want je beseft dat je daar zult moeten presteren. Mensen die zeggen dat alleen deelnemen al belangrijk is, hebben het volgens mij niet helemaal begrepen. Ik wil daar een prestatie neerzetten.”


Dirk Lippits. Foto:Bart van Overbeeke

Hoopt hij op een dolenthousiaste kroonprins zoals in Atlanta bij het roeien? “Nee, dat hoeft van mij echt niet”, lacht hij. “Maar intern hebben we zeker hoge verwachtingen. We zijn vorig jaar vierde geworden bij de wereldkampioenschappen. Toen hadden we zelfs een reserveroeier bij ons, omdat de moeder van een ploeggenoot overleden was. Ingespeeld zijn op elkaar is heel belangrijk, dus als we met onze vaste ploeg roeien moeten we tot een goede prestatie in staat zijn. Onze dubbel vier bestaat uit twee ervaren roeiers, Diederik Simon (29 jaar) en Michiel Bartman (32 jaar), die ook al bij de Holland Vier zaten die goud behaalden in Atlanta. Jochem Verberne en ik zijn de jonge honden. Diederik en Michiel hebben al veel meer meegemaakt. Maar dat houdt elkaar goed in balans“

Pak rijst

Roeien is een heel technische sport, die het best te vergelijken is met schaatsen. Qua uithoudingsvermogen en techniek in elk geval. Het bijzondere van roeien is dat bij deze sport zowel kracht als uithoudingsvermogen komen kijken. Dirk Lippits: “We eten bijvoorbeeld net als wielrenners veel koolhydraten en weinig suiker. Met de lunch eten we wel een halve kilo macaroni of een pak rijst. Dat is ook nodig, want we trainen ’s morgens en ’s middags twee uur. Ik hoef niet echt op mijn gewicht te letten. Maar je moet voor topsport natuurlijk dingen opofferen. Tot laat in de kroeg zitten met je vrienden is er niet bij.

Ik wil hier nog een jaar of zes mee doorgaan. In Nederland is er niet veel geld mee te verdienen. De Olympische Spelen in 2004 wil ik nog meemaken en dan houd ik het voor gezien.”/.

Untitled Document All Terrain

oriëntatieloop

Buitensportvereniging All Terrain houdt 23 maart een oriëntatieloop. Deze tocht, in en rond het Eckartbos in Eindhoven, begint om 19.00 uur bij het Sportcentrum. Het is de bedoeling een aantal posten zo snel mogelijk te vinden met kaart en kompas. Deelname is gratis. Studenten aan de TUE en Fontys kunnen meedoen aan dit sportieve buitenevenement. Inschrijven kan individueel of als koppel via all-terrain@run.to. In de route wordt onder meer een apenhang over de Dommel opgenomen. Deelnemers moeten niet bang zijn in het donker en het niet erg vinden om vies te worden. Meer info: http://run.to/all-terrain.

Student eet meer patat

Studenten geven in vergelijking met cijfers uit 1988 vijftig procent meer geld uit in snackbars, hamburgertenten en kantines. Dat gaat ten koste van hun uitgaven in supermarkten. Dat meldt het januarinummer van Foodmagazine. Als het om eten gaat, staat gemak centraal bij studenten, zo meldt Foodmagazine. Het overgrote deel van de jonge huishoudens brengt per dag slechts een half uur in de keuken door. Steeds minder studenten hebben zin om thuis te koken. Met kant-en-klaarmaaltijden proberen de kruideniers studenten te behouden als klant. Maar de snackbar en de thuisbezorgde pizza lonken en veel studenten geven hier de voorkeur aan.

Studenten

voor GNSK

De Eindhovense Studenten Sport Federatie is op zoek naar studenten die willen meehelpen met de organisatie van het Grote Nederlandse Studenten Kampioenschap (GNSK). Dat wordt in 2001 in Eindhoven gehouden. De commissie die dit grote evenement gaat opzetten, bestaat uit zeven personen en krijgt een eigen ruimte in het Sportcentrum met telefoon en computers. Er worden bestuursbeurzen beschikbaar gesteld. Wie belangstelling heeft, kan zich melden bij ESSF.














Website