/Voorpagina /Mensen /Nieuws /Opinie /Cultuur /Studentenleven /Achtergrond /English page /Onderzoek /Reportage /Bestuur /Ruis /Ranzigt /Colofon

/Faculteits Berichten /Vacatures /Mensa /Oude cursors /pdf formaat /TUE /Zoeken:

jaargang 43, 12 oktober 2000 Mensen

Bas de Mol Nieuwe hoogleraar BMT slaat brug tussen dokters en ingenieurs Brigit Span / Foto: Bram Saeys Meteen bij aanvang van het gesprek relativeert Bas de Mol, per 1 oktober aangesteld als hoogleraar bij de faculteit Biomedische Technologie (BMT), zijn trits aan universitaire titels. Naast dr. in de geneeskunde, is de nieuwe TU/e hoogleraar ook gepromoveerd in de rechten, waardoor hij de titels prof.dr.mr.dr. heeft. “Dat levert meteen een geloofwaardigheidsprobleem op. Enerzijds ken ik genoeg principes van beide, maar je haalt nooit het niveau van de echte cracks.” De Mol gaat echter niet gebukt onder het ‘geloofwaardigheidsprobleem’. Met zijn kennis van verschillende disciplines kan hij uitstekend uit de voeten bij BMT. De Mol is hartvaat-chirurg in het AMC in Amsterdam en per 1 oktober voor 0,4 hoogleraar aan de TU/e. “Ik was altijd al aan het prutsen met techniek. In mijn studietijd had ik een eigen garagebedrijf. Als chirurg doe je ook veel met techniek. Je werkt altijd op het vlak van grenzen overschrijden, want wat een chirurg doet is altijd een inbreuk voor een patiënt; het lichaam moet open om mijn werk te kunnen doen. Dat gebeurt altijd op een slimme manier met techniek. Chirurgie is sterk techniek-gedreven. Daarbij kom je echter meteen uit op de rechten van de patiënt, waar ik vanuit mijn studie rechten ook het nodige vanaf weet.” De Mol blijft chirurg in het AMC. “Dat is in het belang van zowel het AMC als de TU/e. In mijn functie moet ik een brug slaan tussen dokters en ingenieurs. Dokters vinden dat ingenieurs betere implantaten moeten maken, maar dat kan niet zo een twee drie. En ik kan, als dokter, aan ingenieurs uitleggen wat er nodig is.” Daarnaast wordt De Mol actief bij het Onderzoeksbureau dat wordt opgestart bij BMT met gepromoveerde onderzoekers. Zij worden als het ware losgeweekt van de onderzoeksafdeling om een eigen bedrijf te beginnen met hun vinding. De Mol begeleidt hen daarbij, met kennis van het bedrijfsleven in de zorg, van rechten en van het menselijk lichaam. Het gezicht van het Onderzoeksbureau wordt De Mol allerminst, zegt hij. “Dat wordt grotendeels bepaald door de projecten die er lopen. Mijn functie is een katalyserende, de mensen van BMT moeten het gaan maken. Een Surinaams spreekwoord zegt daarover ‘een hond die uit vele bakken eet, slaapt altijd buiten’. Maar dat vind ik ook niet erg.” De Mol haalt verschillende keren Surinaamse spreekwoorden aan. “Bij mijn werk in Amsterdam ben ik veel in aanraking gekomen met Surinaamse en Antilliaanse mensen. Daar heb ik ze van overgenomen. Overigens kan het best dat ze van oorsprong Nederlands zijn, maar dat ze hier in onbruik zijn geraakt.” “Ze zullen hier bij BMT best last van me gaan krijgen, maar dan in de positieve zin. Ik ga naast het werk voor het Onderzoeksbureau ook colleges geven, opdrachten beoordelen, stageplaatsen regelen en afstudeerders en promovendi begeleiden.” In het laatste ligt meteen een voordeel voor De Mol: “Promovendi lezen veel en zijn op de hoogte van hun vakgebied, wat ze weer op mij over kunnen brengen. Zelf lukt het me nooit om op alle gebieden bij te blijven. Alleen kan ik niet veel, misschien wel niks. Dat is ook de essentie van het vak van chirurg, je hebt altijd anderen nodig voor een operatie.” “We willen bij BMT betere oplossingen voor techniek in de medische zorg bedenken. Dat is meteen het mooie aan het werk hier: ik ben pro-actief bezig in plaats van reactief.”

De week van Voorzitter van de SSRE en vierdejaars Technische Wiskunde. Woensdag: We zijn halverwege de dies-week van onze vereniging. Om 20.00 uur staat het dies-diner op het programma. Zo'n 140 leden en nuldejaars schuiven aan. Het eten is uitstekend en de sfeer is prima. Er worden vermakelijke lullepotten gehouden. Donderdag: De nuldejaars drukken hun boekje onder mijn neus om zo aan genoeg handtekeningen van leden te komen. Dit is een bekend gebruik bij veel studentenverenigingen om de integratie tussen de oudere- en de jongerejaars wat sneller te laten verlopen. Ik zit in mijn dispuuttrui in onze oude-ballenhoek. Het is de laatste dag dat ik deze trui aan kan. Vanaf morgen ben ik onpartijdig. Vrijdag: In dezelfde trui word ik tegen het middaguur wakker en neem ik mezelf voor geen druppel alcohol meer aan te raken. Ik leg de laatste hand aan mijn troonrede. Vervolgens haast ik mij naar de sociëteit waar onze praeses me de laatste kneepjes van het vak bijbrengt. Rond 20.00 begint de vergadering waarin traditioneel de nieuwe eerstejaars geïnstalleerd worden en het verenigingsbestuur gewisseld wordt. Nadat ik voor de eerste keer de vergadering mag afsluiten met het inzetten van de Banierzang wordt er tot 's ochtends vroeg Amecitia gedronken. Zaterdag: Na de koffie en de krant ga ik naar mijn ouders. Ze zijn ontzettend benieuwd dus heb ik afgesproken even verslag bij ze uit te brengen. Zondag: Om 12.45 uur staat ‘Joepie de Scoopy’, ons herenhockeyteam, te trappelen om de jongetjes van Helden 2 in te maken. En zo geschiedde. Vervolgens nog even afbieren in de kantine van Don Quishoot en daarna naar de McDonald’s. Maandag: Ik sta op tijd op om zo snel mogelijk de stand van zaken op te nemen in de sociëteit. Het begint meteen goed. Alle biertanks zijn leeg. Op mijn tocht door de sociëteit kom ik nog wel honderd dingen tegen die aangepakt moeten worden. Na deze inventarisatie schrijf ik de agenda voor de bestuursvergadering en lees ik oude notulen en de bestuurshandleiding door. Dinsdag: Rond 10.00 uur verzamelen alle Compositum Communis Opinio betrokkenen zich bij het E.S.C. Compositum is het overlegorgaan van de drie studentenverenigingen. De oude besturen gebruiken de dag om kennis over te dragen op de nieuwe besturen. Ik geloof aan het begin van een ontzettend mooi jaar te staan.

[an error occurred while processing this directive]