/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Ranzigt
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 1 nummer 3

jaargang 43, 30 november 2000


Achtergrond

Untitled Document

Student-assistentschap: heel divers werk voor een goed inkomen
Student-assistenten/Gerard Verhoogt
Foto's/Bram Saeys

Student-assistenten, er lopen er veel op de TU/e rond en ze verrichten de meest uiteenlopende werkzaamheden. Via de TU/e zijn er elke maand ongeveer driehonderd studenten aangesteld als student-assistent, via EuFlex honderddertig. Het aantal student-assistenten verschilt sterk per faculteit. Werktuigbouwkunde heeft vijftien student-assistenten (ruim drie fte's) in dienst, Biomedische Technologie negen (1,69 fte) en Technologie Management gemiddeld tweehonderd. De faculteit Bouwkunde spant de kroon met ongeveer driehonderd student-assistenten. Enkele van deze student-assistenten vertellen over hun werk.

Het exacte aantal student-assistenten op de TU/e is moeilijk aan te geven, omdat de duur van een student-assistentschap sterk varieert en omdat de ene faculteit gebruik maakt van EuFlex en de ander niet of soms. Door het jaar heen schommelen de aantallen. Eind oktober waren er circa 225 student-assistenten aangesteld via de TU/e voor gemiddeld iets minder dan 0,2 fte. De totale personele lasten voor student-assistenten die via de TU/e zijn aangenomen liggen rond de 2,5 miljoen gulden per jaar. Via EuFlex waren er in november honderddertig student-assistenten aangesteld. Het aantal fte's en de kosten waren hierbij moeilijk aan te geven.
TM heeft jaarlijks vijftien tot twintig fte's aan student-assistenten. Daarbij gaat circa een miljoen gulden om, wat neerkomt op 60.000 gulden per fte per jaar. Jelmer Sieben, p-adviseur bij de faculteit TM: "We vinden het belangrijk voor het curriculum van de studenten dat ze ervaring opdoen met allerlei soorten werkzaamheden. Het is profijtelijk voor de faculteit, want anders moeten we mensen inhuren of wordt bepaald werk niet gedaan. Het is ook goed voor studenten, want ze doen allerlei ervaringen op en het verdient niet slecht."
Sieben vervolgt: "De invulling verschilt per faculteit, want in de CAO staat een flexibele regeling. De student moet studeren, zijn propedeuse gehaald hebben en het moeten werkzaamheden zijn die ten goede komen aan het wetenschappelijk onderwijs of onderzoek. Maar een student-assistent mag geen taken overnemen van bijvoorbeeld een secretaresse of verhuizer."
Kara de Rooy, p-assistente personeelszaken: "Studenten kunnen ook op andere universiteiten student-assistent worden. Wij hebben wel eens iemand van de KUB gehad. Verder is het aantal dagdelen (eenheden) dat ze mogen werken beperkt: tweedejaars mogen hooguit drie eenheden werken als student-assistent; derdejaars vier en vierde- en ouderejaars vijf dagdelen."
De werkzaamheden van student-assistenten zijn bij TM heel divers: mentor van eerstejaars, medewerker van het interne tijdschrift TM Magazine, begeleider bij werkcolleges, bibliotheekmedewerker of medewerker van het bureau Stages en Projecten. Ze bouwen, beheren en onderhouden websites, werken bij de wetenschapswinkel of het bureau automatisering en PR en ze ondersteunen onderwijs- en onderzoekszaken.
Sieben: "Het totale budget is voor honderdvijftig eenheden en daar mogen capaciteitsgroepen niet overheen, daar letten we ook op. Maar dat geldt voor uit de eerste geldstroom gefinancierde student-assistenten. Een organisatie als TM/cc (TM contract centre) wordt gefinancierd uit de derde geldstroom en kan voor die projecten zoveel student-assistenten aannemen als ze willen."
Wat zou er gebeuren als er geen student-assistenten zijn?
Sieben: "Dan wordt het werk niet of op een andere manier gedaan. Voor TM Magazine moet je vaker medewerkers aansporen, voor werkcolleges zal vaker een beroep moeten worden gedaan op collega's. Het zijn meestal geen werkzaamheden waar je iemand speciaal voor inhuurt. Maar deze vraag speelt bij TM niet echt, omdat het beleid erop gericht is studenten zo veel mogelijk in te zetten."

Administratieve rompslomp
Sinds maart heeft TM alle contracten en betalingen overgeheveld naar EuFlex. Waarom?
De Rooy: "Zoveel studenten voor vaak kortlopende projecten of activiteiten betekende een heleboel rompslomp, zowel voor de centrale administratie als voor die van de faculteit. Beiden zijn toch al onderbezet. Daardoor kwam het regelmatig voor dat studenten hun geld te laat kregen. Om de werkdruk te verminderen en de betaling van student-assistenten te vergemakkelijken, is TM een contract met EuFlex aangegaan."
Corina van der Hurk, medewerkster van P&O van de faculteit Bouwkunde: "Het verwerken van de gegevens van driehonderd student-assistenten kostte me ongeveer een week werk per maand. Daarom gaan we ook in zee met EuFlex."
Volgens Arianne Boekema, Senior Flex Adviseur EuFlex, verandert er een aantal zaken als studenten via EuFlex worden aangesteld. Boekema: "Studenten moeten zelf meer achter gegevens aan. We hebben met TM goede afspraken gemaakt, vooral over de te volgen procedure. Studenten moeten eerst zorgen voor de benodigde handtekeningen. Van de capaciteitsgroep (budget), van bureau onderwijs (aantal studiepunten) en van personeelszaken. Daarna controleren wij nog het paspoort, de loonbelastingverklaring, ziektekostenverzekering en de 'Flexwet'. We merken dat de routing nog niet altijd even goed loopt. Maar naarmate we dit vaker doen, loopt het soepeler."

Toeslag
Het grootste verschil tussen een aanstelling bij EuFlex of de TU/e betreft de ziektekostenverzekering en de Flexwet. Bij een aanstelling van drie maanden of meer is EuFlex wettelijk verplicht om studenten te verzekeren via het ziekenfonds, via de TU/e is dat particulier.
Boekema: "Sommige studenten zijn daar blij mee, want ze zijn voor weinig geld verzekerd. Anderen vinden het vervelend, omdat ze een goede particuliere verzekering hebben, bijvoorbeeld bij hun ouders."
De TU/e kan student-assistenten zo vaak een aanstelling geven als ze willen. EuFlex daarentegen is gebonden aan de Wet op de Flexibiliteit en Zekerheid ('Flexwet'). Wie meer dan drie keer in drie jaar een contract krijgt bij dezelfde organisatie heeft recht op een vast contract voor die uren. Ook al is dat drie keer een contract voor een maand. Daarbij geldt een verlenging ook als nieuw contract. De enige uitzondering is als er drie maanden zit tussen de contractverlengingen.
Het loon zou niet moeten verschillen tussen een aanstelling via EuFlex of bij de TU/e. Omdat studenten geen ADV hebben, krijgen ze een toeslag op hun basisloon. De inkomsten zijn afhankelijk van het aantal behaalde studiepunten. Een tweedejaars moet 42 studiepunten hebben en krijgt f19,10 per uur (inclusief toeslag). Een derdejaars moet 84 studiepunten hebben of een HTS-diploma en verdient f20,43 (inclusief toeslag). Een vierdejaars moet 126 studiepunten hebben of 42 studiepunten na het behalen van het HTS-diploma. Het uurloon is f22,30 (inclusief toeslag). Vijfde- of ouderejaars vallen in dezelfde regeling als vierdejaars.


Guido Schiffelers
Guido Schiffelers is vijfdejaars student Natuurkunde en student-assistent bij de capaciteitsgroep Fysica van Oppervlakken en Grenslagen (FOG). Schiffelers zocht een bijbaantje. Toen een vriend van hem afstudeerde, kwam zijn baan vrij waarna Schiffelers solliciteerde. Soms werkt hij ook voor Calipso BV. Daar prepareert en monteert hij materialen voor het onderzoek begint.
Bij zijn werk gaat het vooral om LEIS-expertise (Low Energy Ion Scattering), een techniek om de oppervlakken van materialen te bestuderen. Deze tamelijk nieuwe manier van onderzoek heeft Calipso verder ontwikkeld en loopt er wereldwijd mee voorop. In de twee dagdelen per week werkt Schiffelers voornamelijk voor de capaciteitsgroep FOG, waar hij onder meer samplepreparaties uitvoert, databases bijhoudt, literatuuronderzoek doet.
"Het mooie is dat het heel gevarieerd werk is, omdat je op veel gebieden ervaring opdoet, want ik doe het niet alleen voor het geld. Je merkt of je het vakgebied leuk vindt en je krijgt een idee waar mensen zich mee bezighouden, ook met het oog op je afstuderen. Medewerkers vragen nu ook wat ik van dingen vind en spreken ideeën met me door. Je bent niet meer dat stomme student-assistentje."

Eelco Manderveld
Eelco Manderveld is een zesdejaars student, die besloten heeft om een half nominaal tempo aan te houden. Hij werkt bij de TeMa-bibliotheek en het talenpracticum, op maandag- en woensdagavond, van 17.00 tot 21.00 uur. Manderveld begon in 1997 toen het hoofd van de bibliotheek acuut een vervanger zocht voor een student-assistent die zijn pols had gebroken. "Die jongen is nooit teruggekomen en inmiddels hoor ik zo'n beetje bij het inventaris. Het Centrum voor Taal en Techniek (Talenpracticum) kwam pas later en daar krijg ik wel eens extra opdrachten voor, zoals het regelen van technische zaken of het houden van spreekuren. TM betaalt een deel van de kosten voor het openhouden van de bibliotheek voor avondstudenten. Het CTT betaalt, via studentenuitzendbureau BWS, een deel van de kosten voor het openhouden van het talenpracticum. Dat leidt nog wel eens tot vergissingen bij de administratie en bij de uitbetaling. Van TM krijg ik circa f500 bruto, van het CTT ongeveer f125. Via BWS zit ik in het ziekenfonds.
Manderveld is ermee begonnen omdat het hem leuk werk leek. "Het geld had ik toen niet echt geld nodig. Nu kan ik het goed gebruiken, zeker nu ik geen studiefinanciering meer krijg. Het is een leuk baantje, relaxt, daarna komt voor mij het geld. Je werkt veelal alleen en je belangrijkste taak is aanwezig zijn. Je helpt avondstudenten met zoeken en andere zaken en je zet ingeleverde boeken terug. Maar ik wil geen bibliothecaris worden, daarvoor vind ik mijn andere bijbaan te leuk. Ik ben namelijk ook masseur in een sauna en aan huis en ik geef ook massagecursussen."

Frank van Heesch
Frank van Heesch, vierdejaarsstudent Elektrotechniek, werkt bij de Elektrowinkel als bestuurslid en pr-medewerker. Hij geeft opdrachtgevers van buiten de TU/e informatie over de E-winkel en wat mensen kunnen verwachten. Van Heesch: "Met interne pr laten we studenten weten wat we doen. Er staat vier uur in de week voor, maar meestal worden het er tien. Het is wel leuk, want de Elektrowinkel is voor en door studenten. Het maken van posters en illustraties was al een hobby van mij en dan is pr een goede manier om ervaring hiermee op te doen. Daarnaast is het altijd leuk als je meewerkt aan de publieksdagen voor de E-winkel of de vakgroep."
Frank is ook student-assistent bij Studium Generale, waarvoor hij de tentoonstelling 'Art in Output' mee op- en afbouwt en surveilleert.
"Ik ben student-assistent geworden, omdat het goed verdient, gemiddeld zo'n driehonderd gulden per maand. Ik krijg maar een minimale beurs. Verder leer je er veel van. En het is op de TU/e, dus hoef je niet ergens speciaal naar toe. Je werkt vaak met mensen die je kent. Als korte projecten niet bevallen, is het snel voorbij. En omdat ik regelmatig dergelijke projecten doe, is het lekker afwisselend", vertelt de student.
"Bij de Elektrowinkel krijg je ook een kadertraining en je hebt het gevoel dat je verantwoordelijk werk doet. Bij een practicum kun je nog wel eens slordig zijn, hier kan dat niet. Verder kan ik bij de Elektrowinkel echt spelen met elektronica, daar is in de studie weinig tijd voor. Het contact met medewerkers van de andere winkels, waar vaak dezelfde soort problemen spelen, is ook plezierig. Ze vragen onze hulp als ze elektronica bij een project nodig hebben. Een andere keer benader ik de Werktuigbouwkundewinkel om bijvoorbeeld hulpmiddelen te maken voor gehandicapten."

Marjolijn Guldemond
Marjolijn Guldemond, vierdejaars studente Bouwkunde, helpt bij de colleges handtekenen van eerstejaars Bouwkunde. Dat doet ze samen met twee docenten en vier andere student-assistenten. Toen ze hoorde dat een student-assistent met het baantje ophield, benaderde ze de begeleiders om het over te nemen. Guldemond: "Je moet goed kunnen tekenen en ze kenden mijn stijl. We hebben de taken verdeeld en het programma aangepast. Dat was nodig vanwege de grote instroom van studenten. Ik leg opdrachten uit, geef voorbeelden en adviseer studenten hoe ze een tekening kunnen opzetten of leer arceertechnieken. Alles bij elkaar is het een heel volwaardige rol."
Marjolijn begon met het student-assistenschap omdat ze tekenen heel leuk vindt en er meer van wilde weten. "Door andermans tekeningen te bestuderen, kijk je er veel analytischer tegenaan. Bij tekenen kun je, anders dan bij fotografie, dingen weglaten en je concentreren op wat je wil laten zien. Velen studenten denken 'het lukt me nooit', maar tekenen kun je ook leren. De opdrachten zijn zodanig dat je een mooie tekening kunt maken."
"Bovendien zocht ik nog een bijbaantje. Ik werk al bij een eetcafé. Niet dat ik zo weinig beurs krijg, maar je kan altijd wel wat meer gebruiken. Het is leuk om met studenten bezig te zijn. En later heb je er iets aan. Het is belangrijk dat je snel een beeld kunt vormen en dat scherp je hiermee aan. Bij architectuur hangt veel af van de presentatie van je concept. Dat kan met handtekenen of met de computer. Nu combineer ik dat. Ik scan de tekeningen of schetsen en bewerk ze met Photoshop."

Thomas Vergouwen
Thomas Vergouwen is vierdejaars Elektrotechniek. Hij werkt voor Signal Processing Systems (SPS), een onderdeel van de capaciteitsgroep Meet­ en Besturingssystemen. "Iemand van de leerstoel vroeg me om hun website te maken, aan te passen aan de huisstijl en te onderhouden. Verder zorg ik ervoor dat de database voor vacante stages en afstudeerprojecten toegankelijk wordt via de website. Projecten die afgerond zijn, zet ik er ook bij. Daarnaast stimuleer ik medewerkers om hun homepage te vullen, want dat schijnt een grote drempel te zijn. Anders doe ik het."
Thomas werd gevraagd om student-assistent te worden. "Het leek me wel leuk en ik had er tijd voor. Het beviel goed, dus heb ik ja gezegd tegen een verlenging van het student-assistentschap. Nu werk ik wat minder. Voor de zomervakantie werkte ik twee dagen per week, nu nog één. Het is niet zo dat ik er voor mijn studie echt veel aan heb. Hoeveel ik precies verdien, weet ik niet, het is afhankelijk van het aantal studiepunten en het jaar waar je in zit. De verdiensten lopen een beetje door elkaar met de inkomsten uit mijn eigen bedrijfje dat websites maakt."

Robert Schijvenaar
Robert Schijvenaar, vijfdejaars student Werktuigbouwkunde, werkt bij de ICT Servicedesk van Werktuigbouwkunde, "Ik werk er nu een jaar, acht uur in de week. Ze hadden mensen nodig en ik zocht een bijbaantje, omdat ik te weinig studiebeurs krijg en (te) veel uitgaven heb. Zo kan ik het collegegeld en andere uitgaven voor de studie bekostigen."
Schijvenaars had een speciale casus gedaan bij PGO (het eindige elementen pakket) en knutselen met computers was al lang zijn hobby. Op basis daarvan werkt hij bij de service desk. "Het meeste werk bestaat uit het repareren van vastgelopen notebooks of laptops die studenten hebben verprutst. Ze hebben bijvoorbeeld de geluidsdrivers eraf gegooid en komen dan klagen dat ze geen MP3's meer kunnen luisteren."
Daarnaast maakte Schijvenaars op de site van Werktuigbouwkunde een onderdeel voor notebooks, compleet met een handleiding voor Outlook. Schijvenaars: "Daar kunnen studenten alles nalezen voor ze bij ons komen en daar verwijzen we eerst naar als Outlook er voor de tigste keer uitvliegt of als ze van huis willen inbellen met hun kabelmodem."
"Nut voor mijn verdere studie heeft het niet echt, maar je pikt er altijd wel wat op dat je kunt gebruiken. En het is gezellig", vindt Robert. "We werken met twee studenten en een beheerder. Het werk beïnvloedt de keuze van mijn afstudeerrichting, precision engineering, niet. Het betaalt goed, zeker in vergelijking met de meeste andere bijbaantjes. En zaken als ziektekostenverzekering en vakantiegeld zijn leuk meegenomen."/.

[an error occurred while processing this directive]













Website Cursor