/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Ranzigt
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 1 nummer 3

jaargang 43, 30 november 2000


Reportage

Untitled Document

BHV'ers oefenen met
vuur en rook


Bedrijfshulpverlening/Gertjan Harberink
Foto's/Bram Saeys


Donderdagmiddag. Buiten regent het zachtjes. Binnen hangt een indringende geur van verbrand hout en zie je geen hand voor ogen. De doodse stilte wordt alleen doorbroken door het indringende geluid van twee zuurstofautomaten en het gestamp van laarzen. We zijn in Tilburg, in het Veiligheids Opleidings Centrum, waar Bedrijfshulpverleners van Werktuigbouwkunde en Scheikunde een training krijgen.

Op de tast verkennen AIO's Bastiaan Knarren en Susan Cosijns de inktzwarte ruimte en de beroete muren. Cosijns gaat voorop. Met haar rechterhand tast ze de muur af. Ze stampen met hun stevige laarzen op de grond om te testen of de vloer stevig genoeg is om op te lopen. Knarren volgt Cosijns op de voet. Hij heeft haar zuurstoffles vast en herhaalt de woorden die zij van achter haar masker roept. Communicatie is van levensbelang op dit moment. Fouten maken is geen optie. Een deur. Ze hurken en buigen het gehelmde hoofd. Ze duwt de klink naar beneden en trekt de deur voorzichtig open. De explosie en de steekvlam blijven uit. Rook is er niet. Daar komt later die middag verandering in.

De eerste 6 tot 8 minuten zijn van cruciaal belang bij een calamiteit. In die eerste minuten wordt de Bedrijfshulpverlening actief; een groep gemotiveerde vrijwilligers die naast hun reguliere werk voor de TU/e er nog een flinke verantwoordelijkheid bij hebben. In die eerste minuten is het de primaire taak van de BHV om te zorgen dat eventuele slachtoffers in veiligheid worden gebracht. Als het nodig is, zorgen de vrijwilligers ook voor de ontruiming van het gebouw. Bovndien kan in die eerste minuten voorkomen worden dat een beginnend brandje uitgroeit tot een allesverwoestende vuurzee.
Na een alarm kan het noodzakelijk zijn dat 'adembeschermd opgeleide BHV-ers' worden ingezet Zij gebruiken de gele zuurstofflessen die overal op de campus op strategische plekken hangen. Vorige week donderdag gingen BHV'ers van Werktuigbouwkunde en Scheikunde op herhaling in Tilburg. Ze trainden in het Veiligheids Opleidings Centrum (VOC): een bijzonder realistische speeltuin waar brandweer- en ander veiliheidspersoneel kan oefenen voor elke denkbare situatie. Zo zijn er twee huizen waarin bijzonder realistisch getraind kan worden. Er zijn verschillende oefenobjecten zoals een benzinestation, een opslagtank en een helikopter aanwezig. En alles kan in de fik. De nabijgelegen autosloop levert autowrakken waarmee de brandweer kan oefenen met het openknippen van auto's en het blussen van autobranden.

Crisismanagement
De oefendag is georganiseerd door voormalig brandweercommandant Jan Hemmers. De bijna zestigjarige Hemmers staat aan het hoofd van Van der Meer & Partners, een bedrijf dat zich onder meer bezig houdt met crisismanagement en trainingen op het gebied van veiligheid. Hemmers is al enkele jaren bekend met de BHV van de TU/e en is goed op de hoogte van de situatie in Eindhoven. "De bedoeling van vandaag is niet dat de BHV'ers leren hoe ze de brand moeten blussen. Dat is hun taak niet. Het is vooral de bedoeling dat de deelnemers vandaag ondervinden hoe warm het wordt bij een brand. We maken het niet té heet. Als we ze nu leren hoe het voelt om tijdens extreme hitte te werken, doen ze dat straks in het echt ook. Dan worden ze overmoedig. En dat is niet de bedoeling, dat soort dingen kunnen ze beter aan de brandweer overlaten."

Het dagje oefenen in Tilburg wordt stapsgewijs opgebouwd. Eerst oefenen de cursisten met het geblinddoekt vinden van de weg in een onbekend gebouw. De BHV'ers moeten afgaan op hun tastzin en hun gehoor. Ergens in het pand klinkt hulpgeroep dat langzaam maar zeker steeds indringender wordt. Wanneer de cursisten het traject afgelegd hebben, gaan ze met een instructeur hun gangen stap voor stap na. Een oefening die moeilijker is dan hij op het eerste gezicht lijkt. "Je ziet he-le-maal niets", zegt Werktuigbouwkunde AIO Susan Cosijns.

Noodzaak
Cosijns is de enige vrouwelijke ademopgeleide BHV'er. "Je begint met een EHBO-cursus en rolt er zo langzamerhand in", lacht Cosijns. "Het werken met adembeschermende apparatuur ligt in het verlengde van mijn hobby. Ik duik veel." Haar kamergenoot op de TU/e, AIO Bastiaan Knarren, heeft ze ook aangestoken. "Wij werken veel in de kelder van Werktuigbouwkunde", zegt Knarren. "Als daar wat gebeurt, wil ik kunnen helpen. Natuurlijk willen de meeste mensen zo snel mogelijk wegrennen bij een calamiteit. Maar als iedereen zo denkt, kom je pas echt in de problemen."
Zowel Knarren als Cosijns vinden dat veel mensen de BHV niet op waarde schatten. Ook het nut van een ontruimingsoefening of zelfs een echte ontruiming ontgaat veel mensen. "Niet iedereen ziet er de noodzaak van in", zegt Knarren. "Ik heb onlangs meegemaakt dat er een ontruimingsalarm klonk bij W. Er zijn mensen die dan gewoon doorwerken. Terwijl ik in de vijf jaar dat ik hier werk dat alarm nog nooit gehoord had. Dan zou je toch verwachten dat het ernstig is."

Geblakerd
Na de geblindoekte oefensessie wordt het serieuzer. Een tweede gebouw op het VOC-terrein ziet er van buiten afschrikwekkend geblakerd uit. Binnen zijn alle muren beroet. Het is een oefenhuis compleet met trappen, een kelder en ondergrondse buizen. "We kunnen de temperatuur en de rookontwikkeling hier heel gecontroleerd opvoeren", zegt Hemmers terwijl hij naar een aantal rode containers met kunstrook wijst. Als hij even later een deur opentrekt laat hij een grote metalen korf met brandhout zien die boordevol hout zit. Het is brandhout dat voor de laatste oefening gebruikt wordt.

De eerste keer dat de cursisten het gebouw ingaan is er nog geen rook. Ze krijgen informatie van hun instructeur over de aard van de brand en gaan het pand in op zoek naar de brandhaard. De droge oefening zonder brand en rook laat goed zien hoe voorzichtig, doortastend en gedisciplineerd de BHV'ers te werk moeten gaan. Stampen met de voeten om de bodem te testen. Nu is het beton, straks misschien een houten vloer die op instorten staat. Eén hand blijft bij de muur. Met de andere beschermen ze het masker. Ze moeten deuren tellen om hun weg terug te kunnen vinden. De deuren achter hen moeten gesloten worden om een schoorsteeneffect te voorkomen. Bij elke deur wordt een procedure in acht genomen. Zitten, hoofd buigen, deur open en dan voorzichtig kijken of er al iets van een brandhaard te zien is.
Na de lunch mogen de BHV'ers het brandende huis in. Er wordt geoefend op verschillende verdiepingen. Het scenario is dat er brand is in de garage van het huis. De brand is overgeslagen naar de eerste verdieping. Zowel boven als beneden gaan de tweetallen het huis in. Het hout brandt. Aanvankelijk slaat een zwarte rookkolom uit een bovenraam van het huisje, later kleurt de rook lichter. Binnen is het al snel niet meer te houden. De warmte is enorm en de rook wordt steeds penetranter.
Als de eerste BHV'ers het huis binnengaan, slaan grote rookwolken uit de geopende voordeur. Binnen zien ze helemaal niets meer en moeten ze volledig op elkaar, hun techniek en hun perslucht vertrouwen. Wanneer ze met gloeiende gezichten en hete helmen het inferno uitkomen, wordt hun werk nauwkeurig doorgesproken met een instructeur. De medewerkers van Werktuigbouwkunde luisteren aandachtig. Morgen kan de informatie broodnodig zijn. Of overmorgen. Wanneer het alarm gaat en ze van administratief medewerker of AIO veranderen in hulpverlener./.

[an error occurred while processing this directive]













Website Cursor