Untitled Document
Ronddolen tussen pek- en zwaveldampen
Het Masterplan Huisvesting zorgt al tijden voor veel
overlast, maar de afgelopen week kwam er uit al die chaos ook
iets heel moois tevoorschijn. De kelders van het voormalige Laplace-gebouw,
dat ook in de steigers staat, verschaften de opera L'Orfeo een
ongekend mysterieuze en sinistere setting. In die technocratische
onderwereld rook het zelfs naar pek en zwavel.
Dat Opera Zuid met de TU/e in zee
ging voor de uitvoering van de opera L'Orfeo van Claudio Monteverdi,
leek op het eerste gezicht wat vreemd. Vorige week donderdag bleek
echter hoe goed de inbreng van deze twee partijen op elkaar aansluit.
De ruimtes die in de kelders van het Laplace-gebouw waren ingericht
door regisseur/ontwerper Henk Schut, verleenden de voorstelling
een zeer
bijzondere ambiance. Alleen al de daadwerkelijke 'afdaling' naar
de onderwereld, waarbij de toeschouwer terecht komt op een zwart,
rubberen tapijt van gemalen autobanden, zorgt dat de knop omgaat.
De komende vijf kwartier laat je je meeslepen door het klassieke
drama van de mythische zanger Orpheus, die zijn geliefde Eurydice
tot tweemaal toe verliest.
Colleges
Voorafgaand aan de vier eeuwen oude opera, die gezien wordt als
één van de eerste uit de muziekgeschiedenis, gaven
de TU/e-hoogleraren Alex van Herk en Gerrit Kroesen een college.
De ene groep werd onderricht over alchemie, de andere over het
natuurverschijnsel bliksem. Een ietwat geforceerde poging om de
universiteit op nog een andere wijze te laten participeren in
deze productie. Maar het deed geen afbreuk aan het geheel.
Bij de openingsscène van L'Orfeo staat de toeschouwer met
z'n neus bovenop de handeling. Men maakt als het ware deel uit
van het bruiloftsgezelschap, dat in opperste blijmoedigheid het
samengaan van Orpheus en Eurydice viert. De Nederlandse sopraan
Wendy Kokkelkoren (Eurydice) vertolkt haar rol met verve. Maar
van aparte klasse is toch wel de Britse tenor Rufus Müller,
die vooral wanneer hij Caronte, de wachter van de onderwereld,
tracht te vermurwen Eurydice weer te laten terugkeren naar de
wereld van de levenden, een staaltje van zijn kunnen geeft. De
muzikale begeleiding door het ensemble Nuova Pratica, waarbij
met name de harp en twee chitaronnes eruit sprongen, ondersteunde
het vocale deel op perfecte wijze.
Intermezzo
Grappig was de verbazing die ontstond toen voorafgaand aan de
derde akte de mannen en vrouwen gescheiden werden door een tiental
figuranten, met zwarte kappen en mantels. Tijdens het intermezzo
dat daarop volgde, werden de toeschouwers zelf dolende geesten
in de onderwereld van Henk Schut. Op de bodem van twee ontluchtingspijpen
had Schut een bad met afgewerkte motorolie laten vloeien. Hierdoor
rook het zelfs naar pek en zwavel.
Voor het vrouwelijke deel van het publiek was de afloop van het
Griekse drama niet meer lijfelijk bij te wonen. Orpheus wenst
nadat hij Eurydice door zijn eigen schuld voor de tweede maal
verliest, niet meer te verkeren in het gezelschap van vrouwen.
Daarom krijgen zij hem in de laatste akte alleen nog op een projectiescherm
te zien. Verenigd met zijn 'mannenbroeders' bezingt Orpheus nog
eenmaal de deugden van zijn geliefde: "Je was zo mooi en
wijs, en de hoffelijke hemel verschafte jou al haar gratie, terwijl
ze andere vrouwen karig bedeelde."/.
De Britse bas-bariton Keel Watson, die op
imposante wijze gestalte gaf aan Caronte, de wachter van de onderwereld.
Foto: Deen van Meer
|
Untitled Document
'Bol met zadel'
'Ik was al zeker van mijn beroep
toen ik als zevenjarige mijn eerste grote schilderij maakte (30
à 40 centimeter) met een ingenieus geprofileerde kartonnen
lijst, waarvan de bijzonderheden vooral aan de achterkant duidelijk
in het oog sprongen.' Dit vertelt Frans Peeters (1925), kunstenaar
uit het Limburgse plaatsje Swalmen, in een boek over zichzelf:
Kapitein Nemo in Bolland. Peeters is de maker van 'Bol met zadel',
een kunstwerk dat zich in de Glazen Zaal van het Auditorium bevindt.
'Kunstwerken ontstaan uit het denken over kunst', is een uitspraak
van de Limburgse beeldhouwer, schilder, tekenaar, bouwer en schrijver.
'Want de auteur van het aan Frans Peeters gewijde boek heet ook
Frans Peeters en wie de tekst leest, komt erachter dat de kunstenaar
ook de schrijver van het boek is', schrijft Maarten Beks in het
voorwoord van het boek. Dat hij tijd wilde hebben voor het denken
over kunst, blijkt uit het volgende: 'Eind 1978 besloot ik geen
opdrachten meer aan te nemen, zeker vijf jaar niet meer te exposeren
en me verder alleen nog maar geheel vrij met beeld bezig te houden.
Het beeld was alles wat onder beeldende kunst kan worden verstaan;
bezig zijn hield in: ontwerpen en uitvoeren van 'beelden', het
bekijken van tentoonstellingen en het pogen iets meer van kunst
te begrijpen.'
En wat Peeters onder kunst verstaat, richt zich vooral op bolvormen.
Nadat hij eerst veel met gietijzer had gewerkt, heeft Frans Peeters
in de jaren 1966-1967 een reeks bolplastieken gemaakt in polyester:
perfect ronde, gladde grote en kleine bollen met allerlei binnengebeurens
of insnijdingen, uitstulpingen en vervormingen, op één
na nooit een gave, hele bol. 'Het ronde had mijn voorkeur, meer
in het bijzonder het rond-wordende en ontrollende: begin en einde
van een beweging.' Ook de 'Bol met zadel' is een ronde, gladde,
grote bol met aan de bovenkant een inkeping in de vorm van een
zadel.
Niet alleen de sculpturen van Peeters staan in het teken van rondheid
van de wereld, ook zijn werk op het platte vlak
-schilderijen en tekeningen- staan spreekwoordelijk 'bol' van
de verwijzingen hiernaar.
De VPRO wijdde in 1967 een film aan zijn oeuvre onder de titel
'De ronde wereld van Frans Peeters'. Voor Frans Peeters is de
wereld namelijk rond. 'Dat is voor ons een geloofspunt en een
weet, maar voor hem een ervaring waarvan hij volstrekt ondersteboven
is', aldus de schrijver van het voorwoord van het boek. Peeters
werkte verder, in opdracht van de Nederlandse regering, voor de
Wereldtentoonstelling in Osaka in 1970. Daar verwierf hij op het
internationale vlak faam met zijn witte polyester bollen.
Frans Peeters exposeerde in in 1965 en 1967 al op de TU/e, toen
nog Technische Hogeschool Eindhoven geheten. In '65 waren zijn
plastieken in gietijzer voor het eerst te zien op de tentoonstelling
'Beeld beoogt beoogd beeld' op de TH. Twee jaar later werd hij
uitgenodigd om voor de diesviering een tiental van zijn laatste
werken, vervaardigd in polyester, tentoon te stellen./.
Bol met zadel. Foto: Peter Cox
|
Untitled Document
/Organics
Organics is een expositie van klanksculpturen. Met ingang van
de TU/e publieksdag, aanstaande zondag, staat in het Auditorium
een aantal geluidsmachines van twee kunstenaars: Hans van Koolwijk
en Martin Riches. Eén van de machines van Riches is 'The
Talking Machine', een soort orgel dat leert te praten. Op 14 oktober
wordt de collectie uitgebreid met Van Koolwijks Bambuso Sonoro.
Dat is een instrument dat bestaat uit 97 rechtop staande en liggende
bamboefluiten variërend in lengte van twintig centimeter
tot zeven meter. Die dag nemen de machines het om 14.00 uur op
tegen het TU/e orgel dat bespeeld wordt door Klaas Hoek.
/Martijn Oosterhuis
Stand-up comedian Martijn Oosterhuis speelt zondag 7 oktober in
grand café Berlage aan de Kleine Berg in Eindhoven. Hij
is actief stand-up comedian sinds 1994. Tijdens een bezoek aan
de Engelebak, een open podium in Amsterdam, besloot Oosterhuis
zelf het podium te betreden. Sindsdien trad hij onder andere op
tijdens Lowlands, Crossing Border en Festival Mundial. Hij won
de persoonlijkheidsprijs van Camaretten 1997 en, als eerste Nederlandse
deelnemer, de vierde prijs bij 'So you think you're funny' in
Edinburgh, een groot internationaal stand-up comedy festival in
Europa. Aanvang: 20.00 uur.
/Grote Prijs van Nederland
De Grote Prijs van Nederland trekt op dit moment door het land.
In deze muziekwedstrijd strijdt opkomend Nederlands muziektalent
in verschillende categorieën om de eer. De regiofinales van
de Grote Prijs van Nederland in de categorieën hiphop/RnB
en Dance worden in de Effenaar in Eindhoven gehouden. De eerste
is op vrijdag 12 oktober, de tweede een dag later. Het begint
beide dagen om 21.30 uur en de toegangsprijs is tien gulden. Voor
meer informatie, kijk op www.groteprijs.nl.
/Nederlands Studenten Kamerkoor
De audities voor het Nederlands Studenten Kamerkoor (NSK) staan
voor de deur. Het NSK trekt iedere winter langs zeven Nederlandse
universiteitssteden voor een concerttour. De audities worden van
15 tot en met 19 oktober gehouden in Maastricht, Leiden, Amsterdam,
Utrecht en Groningen. De dertig zangers uit de studentenwereld
die de audities door komen, studeren in drie weekeinden het repertoire
in. De concerten vinden plaats vanaf zaterdag 16 februari. Voor
meer informatie kan gekeken worden op www.nskk.nl.
|
[an error occurred while processing this directive]
|
[an error occurred while processing this directive]
|