Untitled Document
Wennen aan de stilte
Stilteruimte/Monique van de Ven
Foto's/Maarten van Loosbroek
Het voelt alsof ik heilige grond betreed. Een kerk, tempel of
moskee, of het huis van een andere god. Op de grond ligt vloerbedekking,
maar ik heb de neiging om op mijn tenen te lopen, uit angst dat
ik de rust verstoor. De deur slaat net iets te hard achter me
dicht. Ik voel me ongemakkelijk, als tijdens een iets te lange
stilte in een toch al moeizaam gesprek. Het is wennen aan de stilte.
'Afwezigheid van geluid; afwezigheid
van beweging; toestand waarin het niet of weinig waait; kalmte,
rust, vredigheid; heimelijkheid', zo luidt de uitleg van Van Dale
bij 'stilte'. In de huidige maatschappij, waarin zelfs de 24-uurs-economie
overuren lijkt te maken, zijn stilte en rust schaarse goederen
geworden. En naar wat schaars is, verlangen we vaak juist het
hardst. Om op de TU/e aan dat verlangen tegemoet te komen, werd
in september in De Hal de stilteruimte geopend. Studenten en medewerkers
kunnen er terecht voor persoonlijke stilte, individueel gebed,
bezinning of meditatie. Ook zijn er vrijwel dagelijks groepsactiviteiten,
zoals lezingen en yoga.
Aangezien bidden en mediteren niet tot mijn dagelijkse must-do's
behoren, bezoek ik de ruimte voor een simpel moment van stilte.
Nou ja, 'simpel' Alsof stilte in het dagelijks leven zo gewoon
is. Wie herinnert zich nog wanneer hij of zij voor het laatst,
bewust of onbewust, de stilte heeft meegemaakt?
De stilteruimte is leeg, constateer ik (stiekem opgelucht) als
ik voorzichtig achter alle gordijnen heb gekeken. Een 'meditatief
moment' tussen de middag is er vandaag niet, dus zijn de stilte
en ik volledig op elkaar aangewezen. Helemaal stil is het trouwens
niet. Via de hoge ramen dringt het geluid van bouwwerkzaamheden
buiten de ruimte binnen: getimmer, het waarschuwende piepen van
een vrachtwagen die achteruit rijdt. Mensen praten en lachen op
de gang.
Ik ga in kleermakerszit op de grond zitten. Ik doe mijn horloge
af: even geen tijd voor de tijd. Midden op de vloer staan twee
kleine houten bankjes. Ik probeer me te herinneren wanneer ik
voor het laatst gebeden heb. Ik ben weliswaar katholiek opgevoed:
doopsel, communie, vormsel: het 'standaardpakket', om het maar
even plastisch uit te drukken. Maar daar houdt het qua persoonlijke
religieuze activiteit wel zo ongeveer mee op.
Handboek
Ik voel mezelf haast schuldig dat ik nu zomaar wat zit te zitten.
Bij een boekhandel op de Kleine Berg heb ik een paar jaar terug,
in een periode van haast hysterische afstudeerstress, een handboek
over mediteren gekocht. Vanaf het moment dat ik het thuis in de
kast zette, heb ik nooit meer aangeraakt. Alsof de wetenschap
dát het in de kast stond voldoende was.
Gedachten, altijd maar gedachten. Hoe harder ik mijn best doe
om nergens aan te denken, hoe drukker mijn hoofd het lijkt te
hebben. Niks belangrijks, daar niet van. Boodschappen, een vriendin
bellen, mail checken, vakantiefoto's inplakken. Op een gegeven
moment, slechts een fractie van een seconde, lijkt mijn hoofd
leeg. Maar zodra ik dat besef, is het moment voorbij: verdorie,
alwéér een gedachte.
De ruimte is kaal. Blauwgroen tapijt op de vloer, één
stoel, wat houten bankjes. Tegen de hoge witte muren hangen grijze
gordijnen. Met een al te drukke aankleding zou de stilteruimte
haar doel voorbij schieten, besef ik. Wat mooie grote planten
zouden echter niet misstaan.
Na een poosje schrik ik wakker. Het voelt alsof ik heb liggen
doezelen in de trein. Op het moment dat je lichaam zich volledig
ontspant, lijkt het alsof je in je droom een diepe val maakt.
Je schrikt wakker en iedereen in de coupé kijkt je grijnzend
aan. Beschaamd kijk ik rond. Niemand te zien. Hoe lang heb ik
geslapen? Ik pak mijn horloge erbij. Nauwelijks drie minuten zijn
er ver-streken. Mijn anders altijd ijskoude handen voelen warm.
Eén van de buizen tegen het plafond begint te tikken. Eerst
zachtjes, traag en aarzelend, alsof ze de stilte niet al te resoluut
wil doorbreken. Al snel tikken ze allemaal. Ik denk aan de pannenkoeken
van oma, die we altijd aten in de bijkeuken, waar regendruppels
op grauwe dagen hard op het golfplaten dak sloegen.
Ik sta op en rek me uit. Een comfortabele fauteuil of bank zou
niet verkeerd zijn. Ik behelp me met de enige stoel in de stilteruimte
en stel me voor hoe een vrouw met zachte stem, zittend in deze
stoel, gedichten voordraagt. De bouwvakkers buiten doen hun werk.
Zit hun dag er nog niet op? De zon schijnt: perfect terrasweer.
Nutteloos
Enerzijds vind ik het heerlijk om eventjes niks te hoeven. Als
ik niet denk aan het verhaal dat ik hierover wil schrijven tenminste.
Anderzijds voel ik mezelf knap nutteloos. Wanneer je het gewend
bent om, als in een voortdurende race tegen de klok, liefst drie
dingen tegelijk te doen, is een middag genieten van rust knap
wennen. Zou het anderen beter af gaan? Of zijn zij al even rusteloos?
Bij elk geluid hoop ik dat er iemand binnenkomt. Tevergeefs. Heeft
er dan niemand behoefte aan stilte? Of wordt er alleen op gezette
tijden, tussen de middag, gebeden en bezonnen? In de middagpauze,
zodat we toch vooral geen seconde van werk of studie hoeven te
missen? Of is het vandaag toevallig gewoon rustig in de stilteruimte?
Mensen zijn het niet gewend om zomaar de stilte op te zoeken,
vertelde Elisabeth Fricker van de Eindhovense Studentenkerk vlak
voordat de stilteruimte geopend werd: 'We moeten de mensen wat
structuur bieden'. Vandaar de groepsbijeenkomsten tussen de middag.
Ik stel me een groep biddende moslims voor: hippe jongeren (niks
hoofddoekjes) die hier samenkomen om te bidden. Bij biddende christenen
of mensen van andere geloofsovertuigingen zie ik vreemd genoeg
alleen alternatief geklede mannen en vrouwen op leeftijd voor
me. Ik moet denken aan een videoclip van Fatboy Slim waarin mensen
op blote voeten bij de ingang van een bioscoop als wilden staan
te dansen. Als ik hier nu net zo woest zou gaan dansen, zou niemand
het merken. Zal ik?
Ik pak mijn spullen. Opeens sta ik weer buiten, waar rust en stilte
ondenkbaar lijken. Gesprekken, het gerinkel van mobiele telefoons,
het zoemen van computers. Hoe hard ik er ook aan moest wennen;
toch wel lekker, de stilte./.
'Stilteruimte niet voor hele volksstammen'
De stilteruimte op de TU/e-campus is het initiatief van de
Eindhovense Studentenkerk, het Humanistisch Studentenraadswerk,
Mosaïc, de Stichting Inter Kommunikatie, Studium Generale
en het Vredescentrum. De ruimte werd in september geopend. Hoeveel
mensen de ruimte de eerste paar weken hebben bezocht, is moeilijk
te zeggen, aldus pastor Bert Jan van Haarlem van de Eindhovense
Studentenkerk. De ruimte wordt (mede dankzij de bijeenkomsten
van Mosaïc) vooral door moslims goed gebruikt, weet hij.
Toch verwacht de pastor dat ook niet-moslims behoefte hebben aan
een 'rustpunt in de dagelijkse drukte'. "De ervaring op andere
universiteiten leert dat ruimtes als deze voorzien in een behoefte,
maar niet voor grote groepen mensen. Er komen geen hele volksstammen
op af."
Volgens Van Haarlem zal de stilteruimte wel beter worden bezocht
als er meer bekendheid aan is gegeven. "In november willen
we alsnog een soort officiële opening houden. We zoeken nog
naar een passende vorm daarvoor: het staat toch raar om bij een
stilteruimte een heel spektakel te maken."
Ook overleggen de initiatiefnemers nog over het beheer van de
ruimte. Waarschijnlijk wordt er een speciale 'beheersgroep' opgericht
die in de gaten houdt wat er in de stilteruimte gebeurt en bekijkt
hoe die activiteiten meer gestructureerd kunnen worden.
De stilteruimte is te vinden in De Hal 1.46 en is op werkdagen
geopend van negen tot vijf uur.
|