/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Ranzigt
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 0 nummer 8

Jaargang 44, 1 november 2001


Ruis

Untitled Document

Geknipt


Een nieuw kapsel? Om de week wordt een student of medewerker van de TU/e geknipt door de TU/e Knipkapsalon en door onze fotograaf.

Zijn vriendin vindt dat hij er niet echt op vooruit is gegaan met het bezoekje aan de kapper, maar ze went er langzaamaan wel aan. Dimitri Gilissen (student Technische Natuurkunde) besloot voor een échte metamorfose te gaan en gaf de kapper compleet de vrije hand. Dus flink knippen én een flinke verfbeurt erbij.
Overigens was de vriendin van Dimitri Gilissen zelf aanwezig bij deze metamorfose. Ze heeft het allemaal zien gebeuren. "Maar ze zei er niets van, want ze weet dat ik toch stronteigenwijs ben", aldus Gilissen.

Untitled Document Bits
Als een dronken Tuyl Uilenspiegel huppel ik al weken door de straten. "Dingflofbips, Dingflofbips", zing ik zo euro-achtig mogelijk. Mensen staren mij in ongeloof na en als ik hen was, zou ik hetzelfde doen. Ik ben als één van de weinige Nederlanders volledig voorbereid op de komst van de gemeenschappelijke Europese munt. Ik heb de deelfactor op mijn arm laten tatoeëren. In flauwe blauwe inkt prijkt nu vol trots het absurde cijfer 2,20371 op mijn biceps en ik reken me helemaal gelukkig. Ik heb een poster van Wim Duisenberg boven mijn bed hangen en zijn gerimpelde voorkomen doet mijn hart sprongetjes van geluk maken. Bij elk biertje vraag ik hoeveel dat dan in de euro's moet gaan kosten. Menig barman heeft mij hardhandig buitengegooid, maar ik heb hun bewustzijn geprikkeld. Ze zullen nu niet zo snel vergeten dat de euro binnenkort in hun kassa's zal rinkelen. De cd van het Europees Monetair Fonds is ook al binnen. Alleen maar tracks met het geluid van rinkelende euro's. Ik val nu zo lekker in slaap. Gisteren ook al. Toen droomde ik over Wim die mij een eigen zak euro's kwam aanreiken als beloning voor mijn harde werk deze machtig mooie pecunia te promoten. Ik tel de dagen en de uren voordat de muntjes en briefjes in mijn handen liggen. Hoe ik ze zal betasten, ruiken en er mee zal spelen. Ik zal op E-day, de dag dat de euro er is, al mijn geld van de bank opnemen en er mijn bad mee volgooien. Als een over-
enthousiaste Dagobert Duck zal ik baantjes trekken door mijn geld. Mijn heerlijke euro. En nu kan ik mijn nog niet in het bezit hebbende euro al investeren. Mijn nieuwe vrienden Arno Moonen en Daan van Hoef richtten voor alle andere euro-adepten de site www.InvesteerEenEuro.nl op. Je legt één euro in en maakt door een simpel berichtje kans op duizend euro. Dit is de gelukkigste dag van mijn leven. Op E-day na. Dat spreekt vanzelf.
Untitled Document Effe zeuren
/Michiel van der Velden

Laatst overkwam mij iets raars. Ik stond in een van de liften van het Hoofdgebouw en zag een knopje, waarvan ik zeker wist dat het er nooit gezeten had. Het was een knopje met '­2' erop. Vloer ­1 is toch de laagste verdieping van het Hoofdgebouw? Ik keek nog eens goed, maar het knopje zat er toch echt. Nieuwsgierig, maar ook wel een beetje angstig, drukte ik op het knopje. Toen de liftdeuren weer opengingen, zag ik dat deze uitkwamen op een klein halletje met tegenover de lift een deur. Naast de deur hing een naambordje. 'Prof.dr.ir. T.U. Eindhoven' stond erop. Ik klopte op de deur. 'Binnen' hoorde ik zachtjes van de andere kant van de deur. Ik deed de deur open. Het was een klein kantoortje, zonder daglicht. Er hing een gloeilamp aan het plafond. Hier was al een tijd niet schoongemaakt. Achter een bureau zat een oude man. Hij zag er uit alsof hij niet lang meer te leven had.
'Wie ben jij?', vroeg hij. Ik zei mijn naam. 'Zo heet je, maar wie ben je?' Ik zei dat ik hier bouwkunde studeerde. 'Dat studeer je, maar wie ben je?' 'Ik weet het niet', antwoordde ik, zonder precies te weten waarom ik dat zei. 'Goed zo', zei de oude man. 'Soms stel ik vragen waarop je niet meteen het antwoord hoeft te weten. Die zijn alleen bedoeld om je aan het denken te zetten.' Ik had het gevoel dat ik deze man al jaren kende of op zijn minst al jaren had willen kennen. 'Ik wist niet dat het Hoofdgebouw een verdieping ­2 had', zei ik om een gesprek te starten. 'O gelukkig, het heet hier nog gewoon Hoofdgebouw', zei de professor. 'Ik heb niet zoveel contact meer met de universiteit. Vroeger wel, maar ja, toen had ik nog een kamer vlakbij de bestuurlijke top van de universiteit. Met een prachtig uitzicht. Daglicht, dat mis ik echt. Maar ja, ik heb mijn Philips-gloeilamp nog. Daar hebben we veel aan te danken, jongen.'
'Waarom bent u hier weggestopt?', vroeg ik verontwaardigd. 'Mijn vakgebied, liefde voor wetenschap en techniek, was geen focusgebied meer of zoiets. De bestuurlijke top wilde steeds meer commerciële jongens en ja-knikkers bij zich in de buurt hebben. Toen moest ik ergens anders naartoe. Hier onder de kelder kon ik blijkbaar het minste kwaad in hun ogen.'
De professor begon vreselijk te kuchen. 'Gaat het?', vroeg ik. 'Zal ik hulp halen?' 'Nee laat maar, jongen. Ik ben bang dat ik mijn beste tijd heb gehad. Zo nu en dan komt er nog eens een student of medewerker uit de lift. Daar leef ik wel weer wat van op, maar de goede oude tijd is vrees ik voorbij.'













Website Cursor