Untitled Document
Je moet studenten met cultuur
confronteren
Cultuur/Monique van de Ven
Illustratie/Paul Weehuizen
De aandacht voor kunst en cultuur op het universiteitsterrein is groter dan
ooit. Studenten, medewerkers en mensen van buiten de TU/e worden jaarlijks getrakteerd
op het Virus-festival, bezoeken in groten getale theaterproducties op de campus
en kunnen kiezen uit een scala van activiteiten georganiseerd door Studium Generale.
Daarnaast beschikt de TU/e, niet in de laatste plaats dankzij de inspanningen
van haar eigen kunstcommissie, over een fraaie collectie beeldende kunst.
Cultuur speelt een belangrijke rol in de academische vorming van studenten.
En academische vorming is een hot item. Dat is niet in de laatste plaats te
danken aan de naderende invoering van de zogenoemde bachelor-masterstructuur
(BaMa) in het hoger onderwijs, in september. Universiteiten zien zich door de
komst van het nieuwe systeem meer dan ooit gedwongen na te denken over hoe zij
hun studenten academisch kunnen én willen vormen en op welke
manier cultuur daaraan kan bijdragen.
Met name bestuurders en beleidsmedewerkers op universiteiten hebben er de laatste
paar maanden letterlijk de mond van vol. Prof.dr. Rutger van Santen, rector
magnificus van de TU/e, heeft zelfs een zogenoemde taskforce in het leven geroepen
die zich -onder leiding van hoogleraar en filosoof prof.dr.ir. Anthonie Meijers-
met het onderwerp bezighoudt.
Volgens een veel gebruikte definitie van de Amsterdamse socioloog prof. Schuyt
wordt onder academische vorming in de eerste plaats verstaan het opdoen van
intellectuele basisvaardigheden en het opbouwen van disciplinaire kennis in
een vakgebied. Ook de wil om zelfstandig dingen uit te zoeken hoort daarbij,
evenals kennis van andere vakgebieden. Cultuur kan bijdragen aan een meer
open denken, zegt drs. Joep Huiskamp overtuigd. Als stafmedewerker van
het College van Bestuur houdt hij zich binnen de Dienst Algemene Zaken bezig
met het cultuurbeleid van de TU/e.
Samenwerking
Centraal bij academische vorming staat het proberen door de bril van anderen
naar je eigen vak te kijken en andersom, beschrijft Huiskamp. Veel studenten
zullen straks in multidisciplinaire teams gaan werken, samen met mensen uit
andere vakgebieden. De tijd van individueel iets doen en het dan over de muur
gooien naar de volgende schakel in het proces, is voorbij. Dat zie je ook aan
de samenwerking tussen verschillende afdelingen op de TU/e. Cultuur maakt geen
deel uit van het vakkenpakket, maar is wel een middel om mensen over de grenzen
van hun eigen vakgebied heen te laten kijken. Kunstenaars werken met een bepaalde
visie op de werkelijkheid; ingenieurs doen dat ook, maar dan op een andere manier.
Daarnaast is cultuur een belangrijke manier om jezelf als TU/e een gezicht
te geven. Onder andere op onderwijsgebied zijn hier veel nieuwe dingen gaande;
die willen we laten zien, zegt Huiskamp. De TU/e is een belangrijke
speler in de stad. Hier lopen dagelijks duizenden studenten en medewerkers rond.
Mede daarom heeft de universiteit haar deuren en ramen de laatste jaren steeds
meer opengezet.
De grootste aanbieder van cultuur op de campus is Studium Generale (SG). Het
bureau -gestart in de jaren vijftig- organiseert onder meer lezingen, tentoonstellingen,
discussiebijeenkomsten en concerten. SG richt zich in de eerste plaats op studenten.
En die studenten zijn, omwille van tijdgebrek, kieskeuriger dan ooit, weet drs.
Maarten Pieterson, hoofd Studium Generale. Hun studie kost veel tijd,
veel studenten doen daarnaast betaald werk en het aanbod aan activiteiten is
de laatste jaren enorm gegroeid. Mede daardoor is hun vrijetijdsbesteding veranderd.
Om zijn belangrijkste doelgroep toch zo goed mogelijk te bereiken, werkt het
bureau nauw met studenten samen. Zo zitten er studenten in de commissies van
SG die het programma samenstellen en worden regelmatig activiteiten georganiseerd
in samenwerking met bijvoorbeeld studie- en studentenverenigingen. Zo wordt
ruim driekwart van het programma van SG mede door studenten bepaald, zegt Pieterson.
Het hoofd benadrukt dat het bureau ernaar streeft studenten iets nieuws, iets
extras te bieden. Kijk, als we iets organiseren op het gebied van
cabaret, is het altijd volle bak. Daarmee kun je makkelijk scoren. Maar dat
is onze taak niet. We moeten ernaar streven studenten juist iets te brengen
dat ze nog niet kennen, iets dat hun horizon verbreedt. Bij het samenstellen
van het programma is het daarom constant balanceren tussen populair
en alternatief.
Een belangrijk uitgangspunt in het cultuurbeleid van de TU/e, zo blijkt uit
de cultuurbeleidsnota van januari 2000, is het verstevigen van de relaties van
de TU/e met andere belangrijke spelers in de regio. Joep Huiskamp
noemt onder meer de Stadsschouwburg, de Design Academy, Muziekcentrum Frits
Philips en Zuidelijk Toneel Hollandia. We zijn gewoon eens gaan praten
en kijken hoe we die contacten kunnen verbreden, hoe we projecten kunnen samenvoegen.
We willen elkaar niet beconcurreren, maar juist samenwerken op een informele
manier.
Bevlogenheid
De TU/e en de diverse culturele instellingen komen sindsdien regelmatig samen.
Op de campus wordt tijdens zon ontmoeting bijvoorbeeld een hoogleraar
bezocht die vertelt over zijn bevlogenheid voor het vak. Uit die informele gesprekken
ontstonden onder meer de vier orgelconcerten die in het lustrumjaar werden gehouden,
evenals de succesvolle theaterproductie in samenwerking met Opera Zuid, LOrfeo.
De laatste trok in totaal ruim elfhonderd bezoekers.
Met name het aantal studenten en scholieren dat de voorstelling bezocht, overtrof
alle verwachtingen. Studenten zijn doorgaans moeilijk voor cultuur te interesseren,
zegt Huiskamp. Ze hebben een druk programma, zijn veel met hun eigen opleiding
bezig en maken zelf niet gauw tijd voor cultuur. Daarom moet je ze ermee confronteren,
ze opzoeken. Op een algemene universiteit, waar toch al iets meer een mix van
mensen met een brede belangstelling bestaat, zal dat makkelijker zijn dan op
een téchnische universiteit. De meeste TU/e-studenten houden zich bezig
met een heel specifiek vakgebied. Dat maakt het hier tot een grotere uitdaging
om mensen er warm voor te krijgen. Cultuur op de campus is geen kwestie van
lart pour lart; het hóórt bij een universiteit en
dus ook bij een technische./.