Untitled Document
Had je wat Van
Dongen?
Een aantal weken geleden kwam ik op een middag thuis van de
universiteit en trof ik tot mijn grote verbazing het hele huis
vol schilders aan. Ik herinnerde me dat een aannemer uit Nuenen
een aantal maanden daarvoor wel een aankondiging had gestuurd
met betrekking tot schilderwerken in opdracht van Vestide, maar
een datum werd daarin niet genoemd. Maar goed, de schilders hadden
alles netjes afgeplakt en ze waren ontzettend hard aan het werk.
Helaas bleek dat van korte duur, want ik merkte dat ze gemiddeld
vier uur per dag koffie dronken. Door die grote hoeveelheid pauzes
was het niet mogelijk om het huis in één dag te
schilderen, dus dat werden er twee.
's Nachts bleef de verf gewoon open in de keuken staan en dat
vond een van mijn huisgenoten zo vervelend dat hij de verf buiten
gezet heeft. Je kunt je voorstellen dat het niet erg slim is om
verf op waterbasis in de regen en de vrieskou buiten te zetten,
maar goed, de verf overleefde het avontuur en na een korte woordenwisseling
met mijn huisgenoot gingen de schilders toch aan het werk.
De schilders zijn inmiddels verdwenen, de verflucht is er nog
wel. De witte voetstappen op het tapijt in de hal zijn weggepoetst
in tegenstelling tot de vlekken op de kapstok. De chocoladepuddingvlekken
op de muur zijn mooi weggewerkt en ik ben blij dat het houtwerk
weer zijn oorspronkelijke kleur heeft. Toch vind ik dat Vestide
nog niet helemaal klaar is. Bij zo'n mooi geschilderde keuken
horen natuurlijk geen keukenkastjes waarvan alle deurtjes scheef
hangen, dus Vestide: "Wanneer krijgen we een nieuwe keuken?"
Boudewijn van Dongen is student Informatica
|
Untitled Document
Biertje?
Eerstejaars studenten
Bouwkunde moesten vorige week een aansprekende opdracht uitvoeren.
Met pvc-buizen en touw moesten ze een zo hoog mogelijke constructie
bouwen waarmee een blikje bier kon worden aangegeven.
Eén dag hadden de studenten om een ontwerp te verzinnen,
te bouwen en de opdracht uit te voeren. "Het is een leuke
opdracht, maar het gaat om het leereffect", zegt docent Faas
Moonen. "Ik ben benieuwd of er een groep is die het haalt.
Anders wordt het dorst lijden."
Moonen gaat naar boven om de biertjes op te vangen. De eerste
twee groepen halen het niet; hun constructies buigen onder het
gewicht van het blikje en zakken ineen. Groep drie heeft meer
succes: Moonen kan van boven het blikje uit het mandje halen en
onder applaus maakt hij het open. Bij de vierde poging valt het
blikje al meteen uit het mandje. Een volgende poging lukt net;
het tweede drankje is binnen.
Het enorme gevaarte van de vijfde groep valt naar beneden op een
kast. Een tweede poging lukt net niet. De pvc-buizen slaan dubbel
onder het gewicht. Het blikje vliegt eruit en mist op een haar
de toekijkende studenten. Dan komen de studenten die een gebogen
constructie hebben gemaakt. "Zo houdt ie het het beste denken
wij", zegt eerstejaars Erik Bosch. En ze hadden gelijk: er
moest even iets bijgeklust worden, maar het blikje wordt netjes
afgeleverd bij Moonen. De afstand die zij hebben overbrugd, is
de grootste.
Ook de begeleiders van het atelier hebben een bouwwerk gemaakt,
dat vooral veel touw bevat. "Faas, biertje?", roepen
ze terwijl ze richting de balustrade lopen met hun bouwsel. Op
hetzelfde moment klapt de constructie in elkaar. Na een paar pogingen
moeten ook de begeleiders hun nederlaag erkennen./.
Docent Faas Moonen probeert het aangereikte blikje bier
te grijpen.
Foto: Bert Jansen
|
Untitled Document
En hoe is het in Kathmandu?
Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie
naar het buitenland. Voor stage of voor het
verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het
leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere week over de schouder
van een TU/e-student in het
buitenland meekijken.
Voor mijn studie had ik het voorrecht om mijn afstudeerscriptie
in een ontwikkelingsland te mogen schrijven. Nepal, het rustige
koninkrijkje in de Himalian, wie wil daar nu niet een half jaartje
wonen in het kader van afstuderen? Dat was natuurlijk wel voor
het land opgeschrikt werd door de gewelddadigheden van de laatste
tijd met de Maoisten en het afkondigen van de noodtoestand.
Een onderzoek doen in een land als Nepal is een heel andere aangelegenheid
dan in Nederland. Informatie is bijna niet te vinden en afstanden
lijken enorm. Het vinden van een simpel overheidsgebouw kan een
hele dag duren. Ze hebben hier geen straatnamen en het adres vermeldt
alleen de wijk. Na een zeer uitgebreide speurtocht vind je het
gebouw uiteindelijk wel. Zo kan het bijvoorbeeld in een straat
zijn waar je al ettelijke malen doorheen bent gelopen. Een bord
voor het gebouw is in de maak En dan mag je nog van geluk spreken
dat het ín Kathmandu is. Als ik naar de projectsite wil,
ik onderzoek een hydro-electric dam, kost het me twee dagen om
driehonderd kilometer af te leggen. Als de persoon die je nodig
hebt even geen tijd heeft, mag je terug naar Kathmandu om een
nieuwe afspraak te maken. Zo'n reisje duurt wel lang, maar het
uitzicht maakt veel goed; omringd door het hoogste gebergte ter
wereld en de avontuurlijke rijstijl van de buschauffeur wordt
zo'n bezoekje een echt avontuur. Zelfs het leger zorgt ervoor
dat je je niet hoeft te vervelen. Er zijn talrijke checkposts
waar iedereen de bus uit moet om gefouilleerd te worden. Ja, er
zal maar een Maoist in de bus zitten, je kunt nooit weten. Het
reizen met een hogedrukpan maakt je minstens al verdacht, het
kan altijd een bom zijn (hét favoriete wapen van de Maoisten
om een politiepost op te blazen).
Het kan heel frustrerend zijn, maar ook geweldig komisch. Hoe
deze maatschappij überhaupt kan functioneren, is voor mij
een raadsel en de kneuterige wijze waarop het leger en politie
met de 'noodtoestand' omgaan, brengt vaak tranen in mijn ogen.
Overigens maakt het contact met de local's veel goed. Volgens
hun religie is 'the guest like a god' en dat is over het algemeen
goed te merken. Ze zijn supervriendelijk en erg nieuwsgierig naar
waar je vandaan komt.
Alles bij elkaar maakt dat mijn verblijf hier tot een zeer geschikte
onderneming, maar over de academische waarde van mijn eindscriptie
kan ik me wel eens zorgen maken.
Brecht Mommen,
student TeMa
|
Untitled Document
Hardlopers gezocht voor Batavierenrace
De Eindhovense Studenten Studenten Sport Federatie is
hard op zoek naar studenten die in het TU/e-team willen voor de
Batavierenrace.
Naast alle studentensport-clubs vaardigt de TU/e ook altijd
een team af naar de jaarlijkse estafetteloop tussen Nijmegen en
Enschede. Dit doen alle universiteiten en deze teams, met meestal
de beste hardlopers, strijden om de hoogste eer tijdens de Batavierenrace
op 27 april. Dit team bestaat uit 25 lopers. Vrouwen moeten dertien
tot veertien kilometer per uur kunnen lopen en mannen vijftien
tot zestien kilometer per uur. Opgeven kan tot half februari bij
essf@tue.nl./.
|
Untitled Document
Vluchtelingenwerk zoekt TU/e-studenten
Stel je voor: je hebt je vaderland moeten ontvluchten
en komt in een voor jou totaal vreemd land terecht. Een andere
taal, andere cultuur en gewoontes en je bent je familie en vrienden
kwijt. Zou je het dan niet fijn vinden dat een leeftijdsgenoot
uit dat land je wegwijs maakt? Voor zo'n soort project is VluchtelingenWerk
Eindhoven (VWE) op zoek naar TU/e-studenten.
Immie Maas van VWE probeert momenteel jonge vluchtelingen te
koppelen aan Nederlandse vrijwilligers, die ze coaches noemt.
De bedoeling van het coachingproject van VluchtelingenWerk Eindhoven
is als volgt: een jonge vluchteling, tussen de vijftien en 22
jaar, wordt gekoppeld aan een Nederlandse vrijwilliger die één
keer in de twee weken een dagdeel met de jongere doorbrengt. Hiermee
kan het sociale netwerk van de jonge asielzoeker vergroot worden
en krijgt hij/zij hulp bij de integratie in de Nederlandse samenleving.
"Iedere keer als een coach afspreekt met een vluchteling,
kun je iets laten zien van je manier van leven. Neem ze mee de
stad in, naar de bibliotheek, naar de markt, de universiteit,
een studentenhuis of je sportclub. Alles kan. Ook kun je de tijd
besteden aan huiswerkbegeleiding, aangezien veel jongeren nog
moeite hebben met Nederlands." Maas benadrukt hoeveel waarde
de jongeren hieraan hechten. "Voor de meeste jonge vluchtelingen
is het heel moeilijk om contact te leggen met Nederlandse leeftijdsgenoten.
Taal is de grootste barrière."
Bij haar zoektocht naar vrijwilligers stuitte Maas op een probleem.
"Tachtig procent van de jonge vluchtelingen in Nederland
is van het mannelijk geslacht. De Nederlandse vrijwilligers die
zich aanmelden om aan het coachingproject mee te werken, zijn
veelal meisjes. Wij koppelen jongens aan jongens en meisjes aan
meisjes. In een aantal andere culturen is het namelijk niet gebruikelijk
dat jongens en meisjes op zo'n vriendschappelijke manier met elkaar
omgaan zonder een relatie te hebben."
Meerwaarde
Maas hoopt dat veel TU/e-studenten zich geroepen voelen om vier
uur per twee weken iets te doen met één van de jonge
vluchtelingen die ze nog wil koppelen. "Ik denk dat het een
meerwaarde is en dat je heel veel leert over je eigen cultuur.
Je bent je nu namelijk niet bewust met wat voor een cultuurschok
vluchtelingen te maken krijgen. Een voorbeeld hiervan is de regelmaatschappij
die Nederland vormt. In de landen waar de vluchtelingen vandaan
komen, is het niet gebruikelijk om van alles te plannen en afspraken
met mensen te moeten maken voordat je met ze kunt praten."
Heb je zin en tijd om een jonge vluchteling één
keer in de twee weken op sleeptouw te nemen? Neem dan contact
op met Immie Maas, VluchtelingenWerk Eindhoven tel. 040-2433010
of via mail vwe@iae.nl./.
|
[an error occurred while processing this directive]
|
[an error occurred while processing this directive]
|
[an error occurred while processing this directive]
|