/Voorpagina
/Nieuws
/Mensen
/Achtergrond
/Academie
/Onderzoek
/Opinie
/Reportage
/Bestuur
/Cultuur
/Studentenleven
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/Faculteits Berichten
/Zoeken
/TUE
/ Cursor nummer 8

jaargang 42, 28 oktober 1999


Cultuur

Clip van Queen was niet eerste

Vijf jaar geleden begon hij er aandacht aan te besteden en nu heeft hij een vijfduizendtal platenhoezen op de kast staan. “Dat is helemaal niet zo veel, hoor. Een man die ik ken heeft er wel twintigduizend!” Kunsthistoricus Rick Vercauteren komt nu donderdag spreken over MTV, Pink Floyd, Queen en nog veel meer. Kort samengevat: ‘Beeldcultuur in de popmuziek’.

Hoe komt iemand erbij om platenhoezen te gaan bestuderen? “Laat ik de vraag omdraaien: hoe komt het dat niemand dit nog nooit gedaan heeft? Het ligt zo voor de hand en toch heeft nog niemand het bestudeerd. Ik was echt stomverbaasd toen ik erachter kwam dat er nog nooit een fatsoenlijke tentoonstelling dit onderwerp had behandeld.” Dus Vercauteren nam het initiatief, organiseerde een ten-

toonstelling en kreeg gelijk: maar liefst 17000 mensen kwamen een kijkje nemen naar voorbeelden van beeldcultuur in popmuziek.

Misverstand

Maar de 43-jarige kunsthistoricus hield het niet bij platenhoezen alleen, ook videoclips en Internet vallen onder zijn interesses. “Voor een uitgebreide verzameling videovoorbeelden heb ik nauw met MTV samengewerkt. Bij hen heb ik vele video’s gekopieerd en zo heb ik honderden clips verzameld die iets met beeldcultuur te maken hebben.” Dat bijna iedereen denkt dat de videoclip ‘Bohemian Rapsody’ van Queen de eerste is, vind Vercauteren een gigantisch misverstand. “Queen was niet de eerste! Het begint tien jaar eerder, zelfs in de jaren zestig hadden ze al clips.”

Dat Rick Vercauteren enkel platenhoezen bijhoudt, wil niet zeggen dat hij geen hedendaagse muziek bezit. “Je kunt echt nog alles op plaat krijgen, hoor. Daar zijn verschillende redenen voor. Ten eerste wordt er in veel landen nog gebruik gemaakt van de platenspeler, ten tweede vinden vele bands een plaat toch artistieker dan een cd en dan heb je nog de rapscene die platen blijven uitgeven gewoon als een soort van politiek protest.”

Begin van einde

Dat de muziekwereld er één is van keiharde business, weet iedereen. Maar dat zakenlui zelfs een dikke vinger in de pap te brokken hebben wat betreft platenhoezen, is vreemd voor velen. “Kijk, als je de Volkskrant gelezen hebt, weet je dat Mojo opgekocht wordt door een bedrijf uit New York. Dat is het begin van het einde. Amerikanen kopen gewoon alle buitenlandse concertpromotors op. Dat zakenidee geldt ook voor platenhoezen. Omdat weinig bands niet beseffen hoe essentieel de verpakking van hun product is, hebben zakenlui het van hen overgenomen. Bijgevolg zijn er artiesten genoeg (George Micheal, Prince,...) die de hoezen van hun LP/CD niet zelf bepalen. Jimi Hendrix bijvoor-beeld wilde geen blote vrouwen op de elpeehoes van Electric Ladyland. Ze zijn er toch opgekomen. Je moet er van begin af aan voor zorgen dat je de hoes in eigen handen houdt. Pink Floyd bijvoorbeeld heeft het in het begin hard moeten spelen, maar zij hebben altijd zelf hun hoezen ontworpen.”/.

Rick Vercauteren geeft zijn lezing vanaf 20.00 uur in de Blauwe Zaal. Hij wordt vanaf 21.15 opgevolgd door Serge van Duijnhoven. Deze moderne dichter breng een mix van poëzie en muziek. /.

Van midweeks intermezzo tot BIBI

Gerard Verhoogt

Toen John Körmeling in 1973 voor zijn project ‘Zandzuilen’ torens wilde bouwen, ontbrak het hem aan het benodigde materiaal. Körmeling, ook toen al niet uit het veld te slaan, maakte van de nood een deugd en begon een toren uit te graven, onder het motto ‘Hoe dieper, hoe hoger’. Het is een van de anekdotes waarmee Bart Lootsma zijn studiejaren Bouwkunde op de TUE beschrijft. Hij doet dat met onder meer met verwijzingen naar popcultuur en de politieke situatie en de invloed die dat op hem en zijn medestudenten had. Het is te vinden in het boek ‘Het verlangen naar architectuur en de beslommeringen van alledag’ over de ‘Eindhovense School’. De auteurs zijn Maritte van Stralen en Bart Lootsma, die beiden de TUE doorliepen.

Na lezing van de diverse inleidingen is de neiging toch groot om ‘De Eindhovense School’ te definiëren als studenten die Bouwkunde op de TUE gestudeerd hebben, temeer daar ze geen gemeenschappelijk stijlkenmerk hebben. Andere definities lijken erg algemeen, zoals ‘Architecten uit Eindhoven hebben met elkaar gemeen dat ze het belangrijk vinden zich op een theoretische wijze met architectuur bezig te houden en dat ze waarde hechten aan een architectuur met een uitgesproken karakter.’ De faculteit Bouwkunde aan de TUE kwam in de jaren ‘60 dan weliswaar voort uit de artistieke pendant in Delft, maar het lijkt me sterk dat ze daar niet aan theorie doen of dat daar geen architecten rondlopen die van architectuur met een uitgesproken karakter houden. En het is ook nog maar de vraag of de meerderheid van afgestudeerde bouwkundigen aan de TUE voor een uitgesproken architectuur staat.

Nu blijft het altijd moeilijk om exact het karakter van iets te bepalen, of het nu architectuur is, beeldende kunst of punk. Gezien de inleidingen lijken er diverse generaties architecten van de Eindhovense School te bestaan, allen gevormd in een periode die weer zijn eigen kenmerken en problemen kenden. Die verschillende fasen beschrijven de ex-studenten Rudie Uytenhaak, Bart Lootsma, Arthur Wortmann en Joost Ector, waarmee we uitkomen bij de BIBI, de Breed Inzetbaar Bouwkundig Ingenieur die nu opgeleid wordt. Zo beschrijft Uytenhaak de beginperiode van de faculteit, waarin hij architectuur beschrijft als ‘Een midweeks intermezzo, dat op woensdagmiddag plaatsvond en samenging met het Studium Generale. In het tweede jaar was het college architectuur bedoeld voor studenten die er niet voor hadden gekozen zich te specialiseren in Constructief Ontwerpen.’ Het is dan nog een lange weg naar 1999, waar architectuur de hoofdkeuze is van de meeste eerstejaarsstudenten en waar de differentiatie Constructief Ontwerpen mede gekozen wordt omdat studenten niet goed (genoeg) zijn in architectuur.

Toch is er wel degelijk een belangrijke, constante, karakteristiek die alle inleiders aanstippen: de eigen, persoonlijke en authentieke attitude ten opzichte van architectuur, die docenten van studenten eisen. Misschien belichamen Tom Frantzen en Marc Maurer dat nog wel het beste met hun leus ‘Eindhoven builds character’. Joost Ector legt die slagzin uit als: “De achterliggende gedachte is -terwijl het natuurlijk slechts gaat om een herformulering van een idee achter de Eindhovense architect- dat tijdens de studie ondervonden weerstand de werkelijk gepassioneerde student alleen maar sterkt in plaats van demotiveert.” Dat zou ook het aangehaalde citaat van Sjoerd Soeters verklaren. Soeters, een van de studenten van het eerste uur en altijd goed voor boude uitspraken, heeft het er namelijk over ‘Dat tien procent van de studenten tot goede resultaten komt, ondanks het onderwijs.’

Goede architecten en een eigen architectuur heeft de faculteit immers en uiteraard ook opgeleverd. Het bewijs daarvan is te zien in het fraai uitgegeven boek en op de lopende tentoonstelling van de Eindhovense School in de Witte Dame met het werk van vier generaties architecten, die hun opleiding in Eindhoven volgden./.

De tentoonstelling is tot en met 7 november te zien in het Architectuur Centrum Eindhoven, in de Witte Dame. Van maandag tot en met vrijdag open van 10.00-18.00 uur, zaterdag van 11.00-17.00 uur, zondag van 13.00-17.00 uur. Het boek ‘Het verlangen naar architectuur’ met foto’s en achtergrondinformatie van de diverse architecten is verkrijgbaar bij uitgeverij Thoth en kost fl. 44,50. ISBN: 906868 163X. Voor meer informatie zie ook Cursor 6. /.

/Mix van poëzie en muziek

Serge van Duijnhoven is niet alleen dichter, maar nog meer performer. Hij werkte onder meer samen met Osdorp Posse’s voorman Def P. en gabberheld dj Dano aan het Sprooksprekersproject. In het multimediale technoproject dat Van Duinhoven bij Studium Generale brengt, bijgestaan door dj Fat, vj Gabriel en celliste Antonia Libert, gebruikt hij onder meer werk van Dano, Acid Junkies en Miss Djax . Donderdag 28 oktober, Studium Generale, 20.00 uur, blauwe zaal, auditorium.

/Confronterende werelden

DoubleLAB is toneel en film in één programma. ‘Aha .. Secret’ is gebaseerd op het computerspel van Lara Croft. Twee actrices bezoeken en bekijken deze virtuele heldin en haar (realistische?) wereld. De Eindhovense filmer Luc Sponselee maakte ‘Thaitax’, een aanvaring tussen tv en film. Donderdag 28 en vrijdag 29 oktober, Plaza Futura, 20.30 uur.

Taalvirtuoos, columnist, kinderboekenschrijver en taalkundige Wim Danils is één van de gasten in CRM, de talkshow van Gerard Van Maasakkers. Tevens verschijnen fotograaf Hans Joachim Ströter en zangeres E’velyne. Café Berlage, zondag 31 oktober, 12.30 uur.

Wat doen vier bewakers in een museum voor moderne kunst als ze zich vervelen? Van alles en wie het antwoord wil weten kan terecht bij de voorstelling ‘The exhibitionists’ van theatergroep Ridiculusmus. Let wel op uw spullen en benodigdheden want de vier heren beperken hun optreden niet tot het toneel. Zaterdag 30 oktober, 20.30 uur, Stadsschouwburg.

/Oostknollen-damse humor en leed

Treurnis, humor, gekte en geluk in een plattelandsgezin, daarover gaat ‘Vlaskoorts’. Het is een besmettelijke ziekte, men zegt ver-oorzaakt door een bacterie, dat gepaard gaat met ijlen en hallucinaties. Deze Oostknollendamse muziek en theaterachtige activiteiten zijn, hoe kan het ook anders, van de groep De Kift, die hun wortels hadden in de anarchopunk. Ze zijn te ervaren op zondag 31 oktober bij de Effenaar, 20.30 uur.

/Tentoonstelling Willem Mesdag

Willem Mesdag (1831 - 1915) is vooral bekend van zijn panorama, in museum Kempenland zijn nu ook talloze fraaie schilderijen, tekeningen en aquarellen van zijn hand te zien. Hoofdonderwerp van deze meester van de Haagse School zijn de zee en het vissersleven. /.














Website