/Voorpagina /Mensen /Nieuws /Opinie /Cultuur /Studentenleven /Achtergrond /English page /Onderzoek /Bestuur /Ruis /Harmpje /Colofon |
/Faculteits Berichten /Vacatures /Mensa /Oude cursors /pdf formaat /TUE |
jaargang 42, 18 mei 2000 Onderzoek |
CODELAB/Jens Kleinhout, Gerard Verhoogt en Paul Vranken
In oktober 1999 gingen Jens Kleinhout en Paul Vranken, vierde jaarsstudenten Elektro- en Informatietechniek, naar een workshop ‘Data-personalities’ bij V2 in Rotterdam. De workshop werd gegeven door David en Ulrike Gabriel, twee kunstenaars uit Berlijn, bijgestaan door Bob O’Kane, de creative engineer. Het was een niet alledaagse, cultureel-wetenschappelijke workshop. Nu, een half jaar later, lopen Vranken en Kleinhout stage in Berlijn, waar ze meewerken aan een nieuw project in CODELAB. Jens Kleinhout: “Aan ‘Data-personalities’ deden studenten uit verschillende disciplines mee. Er waren studenten van de kunstacademie in Rotterdam, Industrieel ontwerpen in Delft, een foto- en film artiest van de Kunsthochschule für Media in Köln en wij dus, twee studenten Elektro- en Informatietechniek aan de Technische Universiteit Eindhoven.” Paul Vranken: “De workshop was opgezet om gezamenlijk inhoud te geven aan het begrip ‘data-personalities’. Tijdens de workshop gaf een docent van de Kunstacademie in Rotterdam demonstraties van zijn werk en een docent uit Delft van toekomstige computer-interfaces.” Wat ze te wachten stond was onbekend, alleen dat het ‘iets met interactieve kunst was’. Op de eerste dag werden de deelnemers ondergedompeld in informatie over diverse (kunst)projecten, interfaces en het begrip ‘data-personalities’. Welke indicatoren kun je gebruiken om iemands persoonlijkheid goed te typeren? En welke indicatoren van Internet kun je daarvoor gebruiken? De mogelijkheden om iets over iemand te weten te komen zijn legio: geluiden en plaatjes van iemands homepage, zijn e-mails, de trefwoorden voor een zoekmachine, de bezochte webpagina’s, het al dan niet zenuwachtig bewegen met de muis tijdens het wachten of de tijd die iemand nadenkt tijdens het chatten.
Prijsgeven
Het project zal deze zomer klaar zijn en onder meer tentoongesteld worden in Tokio, Mexico, Berlijn en in november op de TUE, op een grote tentoonstelling van interactieve-kunst.
Werken in CODELAB
Kleinhout: “Omdat de projecten in CODELAB erg omvangrijk zijn en sterk gespecialiseerde onderdelen kunnen bevatten, is een multidisciplinaire en gestructureerde aanpak onontbeerlijk. Daarbij komt ook dat je vanwege de artistieke elementen in de projecten eigenlijk geen ‘frame-werk’ kan vastleggen. Creatieve ideeën mogen namelijk zo min mogelijk belemmerd worden door beperkingen in de projectstructuur ofwel de werkwijze in CODELAB.” Vranken: “Voor een succesvol project moeten de artistieke en technische aspecten harmonieus samengaan. De combinatie van die twee tegengestelde invalshoeken leidt in dit geval tot een aparte manier van projectontwikkeling. Daarbij ligt de nadruk, technisch gezien, op de mogelijkheden om een en ander uit te breiden en opnieuw te herstructureren. Tegelijkertijd moet het altijd mogelijk zijn om te blijven experimenteren.” Iets ontwikkelen is in deze context moeilijker dan in een situatie waarin je alleen rekening hoeft te houden met functionele eisen. “Maar”, zo zegt Vranken, “het drukt je in ieder geval met de neus op de feiten. En dat zijn de moeilijkheden die de gewenste flexibiliteit in de praktijk met zich mee brengt. Een ander verschil met een bedrijfsstage is dat we regelmatig tot in de (hele) late uren doorwerken.”
Vraagteken
CODELAB blijkt een uiterst dynamische werkplaats waar alles van dag tot dag compleet kan veranderen. Voor een ‘concert’ in Brussel werd CODELAB in één dag omgebouwd tot een geluidsstudio annex expositieruimte. Kleinhout: “Dat dit soort dingen vooral in Berlijn gebeurt, komt waarschijnlijk omdat alles nog niet zo geregeld en gestructureerd is als in Nederland. En er zijn veel grote en beschikbare gebouwen en werkruimtes. De mensen hebben nog de ruimte en de vrijheid om alles zelf te bepalen. Dat uit zich onder meer in het ontstaan van veel nieuwe cultuur.”
Hoe bevalt Berlijn overigens? Vranken: “Prima, er gebeurt erg veel. De stad wordt eigenlijk nog opgebouwd en met name het voormalige Oost-Duitse deel is één grote bouwput. De veranderingen gaan snel en we zijn daarom erg benieuwd waar deze uiterst snelle veranderingen toe zullen leiden en wat het uiteindelijk betekent voor de hoofdstad van Duitsland.”/.
|
V2 is een centrum voor technologie, nieuwe media, onderzoek en kunst. Het is één van de gerenommeerdere instellingen op dit gebied in Europa. Elk jaar organiseert V2 het Dutch Electronic Art Festival, met een tentoonstelling en lezingen van vooraanstaande wetenschappers op het gebied van technologie en kunst. Vooral Ulrike Gabriel was regelmatig te gast op het Dutch Electronic Art Festival. Met Bob O’Kane en David hebben ze onder de naam Otherspace in het verleden al grote projecten gemaakt, die technisch gezien gekenmerkt worden door het gebruik van de modernste technieken, zoals virtual reality, robotics en interactiviteit. Momenteel werken ze in CODELAB vooral aan generatieve systemen, ofwel systemen die iets genereren. Dat kan variëren van een tekstgenerator tot objecten in de virtuele wereld. Eén van hun eerste installaties is ‘Terrain 01’. Op een platform staan een aantal autonome robotjes, die nog het meest op grote kakkerlakken lijken. De robotten lopen op zonnecellen en krijgen hun licht van lampen boven het platform. Die lampen worden aangestuurd door toeschouwers, van wie de hersenactiviteit wordt gemeten met een hoofdband. Hoe rustiger zij zijn, hoe meer licht er op de robotjes valt en hoe actiever ze zijn. Van recentere datum is ‘Perceptual Arena’, een enorme realtime VR-installatie. In de lege omgeving wordt door interactie met de toeschouwer een audiovisuele ruimte, ofwel een nieuwe en onbekende wereld gecreëerd. De interactie varieert van het louter aanwezig zijn tot het waarnemen zelf, de tijd dat je naar iets kijkt en de gemaakte bewegingen. |