/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Bestuur
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 3 nummer 5

jaargang 42, 18 mei 2000


Opinie

Untitled Document We love you!

Heel de wereld is in rep en roer: het I love you-virus slaat overal genadeloos toe. Zelfs de FBI jaagt op de dader. Maar is die dader wel zo schuldig?

Al jarenlang worden virussen geaccepteerd. Het is zelfs een mooie bron van inkomsten geworden voor antivirusprogramma’s en netwerkbeheerders die schade proberen terug te draaien of te voorkomen. Maar nu een virus pas echt toeslaat breekt de hel los. Toch is mijns inziens niet alleen de dader schuldig. Eigenlijk is het een klassiek geval van de kat op het spek binden, met het spek in de gedaante van Microsoft Outlook. Als enige emailprogramma staat dit namelijk toe dat elk willekeurig binnenkomend mailtje alle rechten heeft om alle gegevens op de harde schijf uit te voeren, zonder dat de gebruiker daar ook maar enige invloed op kan uitoefenen. Het is slechts een kwestie van wachten op het moment dat een dergelijk enorm beveiligingsgat door iemand wordt gebruikt. En is de maker van dat gat dan niet minstens zo schuldig als degene die er iets mee doet?

Uiteindelijk lijkt het virusprobleem nalatigheid van Microsoft. Zij hebben geweigerd iets te doen tegen virussen. Toegegeven, het programma kan uitstekend samenwerken met virusscanners, maar dat is zowel verantwoordelijkheid afschuiven als achter de feiten aanlopen. Eigenlijk is het net zoiets als verkeerslichten afschaffen omdat er toch goede ziekenhuizen zijn. Je weet zeker dat er ongelukken gaan gebeuren, en als er mensen overlijden hadden de ziekenhuizen beter hun best moeten doen.

Waar velen niet bij stil staan is dat ook gebruikers de schade van virussen kunnen beperken. Door simpelweg geen MS Outlook te gebruiken is het al onmogelijk voor virussen om zichzelf door te sturen naar iedereen in het adressenboek. En er zijn nog wel alternatieven genoeg (ook gratis, zoals Pegasus Mail). Als de gebruikers kritisch zouden zijn, en alleen goede software zouden gebruiken, zou uiteindelijk kwaliteit de standaard worden. Helaas is de realiteit anders.

Toch zou je van een universiteit als de onze wel kunnen verwachten dat er wordt gekozen voor software van goede kwaliteit, en niet voor de marketing. Dus niet zomaar MS Office voor iedereen licenseren, maar ook de Corel variant (Word Perfect) in ogenschouw nemen. Deze is nota bene gratis te verkrijgen voor onderwijsinstellingen.

Ook de site van de TU blijft overigens een doorn in het oog. Er wordt volledig ingegaan tegen tal van internet-etiquette; het werkt pas als je de “goede” internetbrowser gebruikt (en ja hoor, die is dan weer van Microsoft). Dat terwijl een programma als Opera zich wel aan de standaarden houdt, veel sneller is, en bovendien op één floppy past (!!!) zonder op functionaliteit in te leveren. Kortom: men zou op de TU wel eens kritischer software mogen kiezen. Er moet niet zomaar voor “de standaard” worden gekozen, omdat wij zelf die standaard dicteren. Er worden studenten afgeleverd die bepaalde software beheersen, die daardoor ook in het bedrijfsleven gebruikt zal worden. De verantwoordelijkheid van de samenleving goede software bezorgen drukt dus ook op onze schouders, en met deze verantwoordelijkheid zou veel beter moeten worden omgegaan.

Miels van Schaik

Untitled Document Pretoria

Samenwerken met een instantie in Zuid-Afrika. Er was ooit een tijd dat men in Nederland vanwege het idee alleen al luidkeels verketterd werd. De rector van de Technische Universiteit Eindhoven tekende onlangs een samenwerkingsovereenkomst met de Universiteit van Pretoria, een universiteit die in 1991 nog een studentenpopulatie kende die voor 98 procent blank was. Nu is 30 procent kleurling. Is terughoudendheid nog steeds gewenst of kan men tegenwoordig onbelemmerd samenwerken?

Drs. Pieter Uit Den Bogaart

Docent TEMA

Nou, politiek gezien is er geen vuiltje meer aan de lucht. In Zuid-Afrika bestaat apartheid namelijk niet meer. Zuid-Afrika is inderdaad jarenlang een beladen term geweest; om die reden zullen mensen misschien nog moeite hebben met samenwerking. Maar na de Tweede Wereldoorlog sloot Nederland ook al heel snel een handelsovereenkomst met Duitsland, met mensen die besmet waren door de oorlog. Dat was dichterbij en erger. Mijn idee is dat je niet roomser moet zijn dan de paus. Ik denk dat de regering in Zuid-Afrika zelfs geholpen is met meer samenwerking. Terughoudendheid kan alleen maar kwaad bloed zetten.

Jan van Cranenbroek

Bureau for International Activities

Je moet juist nu samenwerken met Zuid-Afrika. In Nederland wordt artikel 1 van de Grondwet alom gerespecteerd, en het is goed om in een land waar gelijkheid nog niet zo vanzelfsprekend is als bij ons, uit te kunnen dragen wat gelijke behandeling nu precies inhoudt. Andersom is het voor studenten uiterst leerzaam om te ervaren wat voor een moeizaam proces het is om datgene voor elkaar te krijgen wat in je eigen land vanzelfsprekend is.

Prof.dr Wil Derkse

Hoogleraar Wijsbegeerte in relatie tot de christelijke levensbeschowuing

Om te beginnen moet je natuurlijk altijd voorzichtig zijn voor je bestendige contacten legt. Maar verder zie ik geen belemmeringen om naar Zuid-Afrika te gaan. Nelson Mandela is zelf iemand die naar de toekomst kijkt, niet naar het verleden. Natuurlijk zal apartheid niet snel verdwijnen, net zoals antisemitisme nooit helemaal weg is. Binnenkort ga ik zelf een week naar de St.Augustan universiteit, een jonge, katholieke universiteit. Ik zal daar les geven in een vak waarin zaken als apartheid niet snel aan de orde komen. Maar mocht dat wel het geval zijn, dan zal ik daar op ingaan. En ze zullen er vast wel een bar hebben. Als het niet in de collegezaal aan de orde komt, dan zal het daar zeker een gespreksonderwerp zijn.

Ir. Joost de Vletter

Medewerker van de Bibliotheek

Lastige vraag. Apartheid is niet zomaar over. Maar je helpt zo’n samenleving niet door het in een isolement te laten zitten. Ik kan in ieder geval niet beoordelen of de universiteit van Pretoria in dit opzicht een goede keus is geweest, ik ben geen Zuid-Afrika-deskundige. Maar als je daar bent, helpt het natuurlijk wanneer je op zijn tijd kritische vragen stelt, als je oude resten van apartheid tegenkomt. Het land is op de goede weg. Daar moet je ze verder mee helpen.

Prof.Mag.Arch Peter Schmid

Hoogleraar Afbouwtechniek

Ik vind dat je geen morele reserves hoeft te hebben ten aanzien van samenwerking met Zuid-Afrika. Allereerst vindt samenwerking op zo’n universiteit vooral plaats op collegiaal niveau, met het vak als onderwerp. Daarbij vind ik dat je juist bij politieke verschillen als wetenschapper daarover heen moet reiken, zoals dat gebeurd is in de Pugwash-beweging. Dat werkt ontspannend en harmoniserend. Er is minder dan ooit reden om voorzichtig te zijn in contacten met Zuid-Afika. Niet zolang geleden was ik op een congres over duurzaam bouwen in Johannesburg. Daar zag je zwarte en blanke wetenschappers eendrachtig samenwerken. Vroeger waren dat alleen blanke wetenschappers. Als er zwarten waren, zaten ze inderdaad apart. Er is dus forse vooruitgang.

Untitled Document Cursief

De onderhandelingen voor de nieuwe CAO Nederlandse Universiteiten dreigen in een impasse te raken. Oorzaak van de stagnatie in de onderhandelingen is de mogelijke invoering van het privaatrecht bij de openbare universiteiten. De werkgevers zijn voorstander van de opheffing van de ambtelijke status, de bonden, na ampel overleg met de achterban, niet.

De werkgevers zien niet langer de noodzaak in van een publiekrechtelijke arbeidssituatie. De ‘baas’ van de universitaire werknemer is immers niet langer de minister, maar het universiteitsbestuur. Het publieksrecht, zo stellen zij, is vooral bedoeld om werknemers te beschermen tegen hun baas, die naast werkgever ook wetgever is. Dat maakt extra bescherming noodzakelijk. Inmiddels is dat niet meer nodig. Daarom kun je beter proberen een situatie te creëren met op maat gesneden arbeidsvoorwaarden voor je medewerkers dan een eenheidsworst zoals dat nu in het publieksrecht het geval is. De ene medewerker wil bijvoorbeeld nu eenmaal meer vrije dagen dan de ander, die ze liever gewoon krijgt uitbetaald. De werkgevers zien verder als voordeel dat ze een aantrekkelijke partij worden op de arbeidsmarkt, wanneer ze een en ander flexibeler kunnen regelen dan nu het geval is. Ook in andere opzichten willen de werkgevers gedifferentieerder omgaan met belonen. Om dit soort wensen te kunnen verwezenlijken, is het noodzakelijk om het privaatrecht van toepassing te laten zijn op de arbeidsverhoudingen.

De bonden -en kennelijk hun achterban- hebben er echter niet zoveel vertrouwen in.

Zij stellen dat de modernisering van de arbeidsverhoudingen ook binnen het publieksrecht gerealiseerd kan worden. Daarbij vinden de bonden dat de gevolgen op het gebied van het ontslagrecht en de rechtsbescherming groot zijn. Die nadelen wegen niet op tegen de in hun ogen geringe voordelen.

Kortom, men is er nog lang niet uit. Dat is dan in tegenstelling tot andere, aanverwante CAO’s, zoals de Onderwijs-CAO.

De vraag dringt zich op wat er gebeurt als de beide partijen er niet uitkomen. Het universitaire personeel kan natuurlijk gaan staken. Formeel mag dat echter niet. Daar trekt men zich overigens niet veel van aan. Veel ambtenaren, bijvoorbeeld in grote steden, gebruiken de staking als drukmiddel.

Hoe zit het met staken in een privaatrechtelijke situatie? Lijkt me voor beide partijen een vraag die in de marge van de onderhandelingen meegenomen zou moeten worden.

Fred Gaasendam














Website Cursor