Untitled Document
Het gebouw als denkbeeld
Bijdrage TU/e-studenten bedoeld als tegengif
Gebouw als denkbeeld/Han Konings
De K.L. Poll-stichting organiseert de komende jaren een
tiental lezingen over institutionele gebouwen. Op 29 september
komt met de Koepelgevangenis te Breda het eerste gebouwtype aan
bod: de gevangenis. Studenten van de faculteit Bouwkunde zullen
aan de drie hieropvolgende programma's bijdragen gaan leveren.
Dan worden het schoolgebouw, de shopping mall en de universiteit
behandeld. De inbreng van de studenten is in eerste instantie
bedoeld als tegengif in de discussie, aldus TU/e-hoogleraar Jan
Westra.
Welke plaats en symboolfunctie een gebouw
kan hebben in de samenleving werd vorige week dinsdag op gruwelijke
wijze duidelijk gemaakt toen terroristen het World Trade Center
in New York letterlijk verpulverden. In elk mediaprogramma werd
het WTC betiteld als hét symbool van het westerse kapitalisme
en van de Amerikaanse welvaart. Amerika was midden in haar financiële
hart geraakt. Noem maar eens één gebouw in Nederland
met een vergelijkbare status. De Twin Towers van het WTC werden
niet zozeer gezien als een architectonisch hoogstandje, maar veeleer
roemde men de prominente plaats die ze innamen in de skyline van
Manhattan. Ze waren daarin gezichtsbepalend en voor de rest van
de wereld het fysieke bewijs van de almacht van de Verenigde Staten
op economisch en technologisch gebied. Verslaggever Chris Keulemans
noemde in de kunstbijlage van de Volkskrant de skyline van Manhattan
het staafdiagram van de verbeelding. De twee hoogste uitschieters
in die grafiek zijn nu voorgoed weggevaagd.
Binnen de lezingenreeks die de K.L. Poll-stichting van 2001 tot
2005 organiseert, staat eigenlijk maar één gebouwtype
op de lijst dat qua uitstraling te vergelijken is zo'n welvaartssymbool
als het WTC: het paleis. Bedoeld om te imponeren en dienend als
een afspiegeling van voorspoed, rijkdom en macht. Maar soms ook
een façade om de werkelijke situatie te maskeren. Zo liet
de Duitse keizer Frederik de Grote bij Potsdam een enorm paleis
bouwen in de stijl van Versailles, terwijl hij op dat moment financieel
en politiek eigenlijk zwaar in de problemen zat. Van recentere
datum zijn de megalomane uitspattingen van de Roemeense dictator
Ceaucescu. Deze twintigste-eeuwse despoot liet een gigantisch
paleis neerzetten, terwijl in de winter de gemiddelde kamertemperatuur
bij zijn onderdanen niet boven de veertien graden uitkwam.
Publiek debat
Middels de samenwerking met de K.L. Poll-stichting, een vereniging
die zich inzet om het bestaande culturele verkeer in Nederland
te verlevendigen, wil de TU/e op landelijk niveau deelnemen aan
het publieke debat. In de lezingenreeks 'Het Gebouw als Denkbeeld',
bestaande uit tien bijeenkomsten, is met name een rol weggelegd
voor de faculteit Bouwkunde.
Prof.ir. Jan Westra en universitair docent ir. Jos Bosman, beiden
verbonden aan de capaciteitsgroep Architectuur, zagen direct de
waarde van deelname voor hun studenten. Westra: "Het komt
niet vaak voor dat een student zich helemaal kan richten op een
bepaald gebouwtype. Wat nu meestal gebeurt, is dat studenten een
ontwerp maken van één specifiek gebouw. In dit geval
worden ze echter uitgedaagd om de lijnen van bepaalde maatschappelijke
ontwikkelingen door te trekken en te vertalen naar een geheel
nieuw gebouwtype dat daarbij aansluit. Aan de eerste bijeenkomst,
die de gevangenis als onderwerp heeft, kunnen onze studenten vanwege
tijdgebrek nog geen bijdrage leveren. Maar voor het komend programma
over het schoolgebouw, dat op 15 december plaatsvindt in het Montessori
College Oost in Amsterdam, zijn al zeventien derdejaars studenten
met projecten van start gegaan. Daarbij is het de bedoeling dat
zij met de presentatie van hun ontwerpen wat tegengif in de discussie
brengen. Ze mogen hun denkbeelden ver doortrekken. Laat maar eens
heel extreem zien waar bepaalde ontwikkelingen op kunnen uitdraaien.
Bij een voorbespreking kwam bijvoorbeeld al een 24-uursschool
aan bod. De hele economie wordt daar steeds meer op ingericht,
dus waarom zou dat ook niet moeten gaan gelden voor het onderwijs?
Een andere groep zag mogelijkheden voor een soort onderwijs-winkelcentrum,
waar iedereen in zijn specifieke scholingsbehoefte kan voorzien."
Nieuwe concepten
Maarten Willems, een van de begeleiders, legt uit hoe het project
de komende maanden gaat lopen: "De studenten worden allereerst
gewezen op de ontwikkelingen die zich momenteel afspelen binnen
het basis- en voortgezet onderwijs. Er is een nijpend tekort aan
docenten, ICT-middelen worden steeds meer ingezet, onderwijsinstellingen
fuseren, voor het onderhoud van gebouwen zijn er dikwijls grote
tekorten, de criminaliteit op scholen neemt toe en veel kinderen
die vroeger in het speciale onderwijs terechtkwamen, gaan steeds
vaker naar het reguliere onderwijs toe. Daarnaast hebben gemeentes
en de overheid ook allerlei plannen, zoals de brede school, de
wijkschool, of worden op plaatsen waar het leerlingenaantal binnen
afzienbare tijd afneemt zogeheten 'schoolwoningen' ingericht.
Dit zijn schoolgebouwen die met enkele eenvoudige ingrepen kunnen
worden omgevormd tot afzonderlijke eengezins-
woningen."
In het licht van deze maatschappelijke ontwikkelingen moeten de
studenten in groepjes nieuwe concepten bedenken en uitwerken.
Dat uitwerken kan in de vorm van een poster- of computerpresentatie.
Al heeft de vervaardiging van een maquette de voorkeur van Willems.
"Een schaalmodel maakt het verhaal voor een toeschouwer toch
een stuk inzichtelijker."
Het is de bedoeling dat een of twee van de beste werkstukken op
de lezingendag zelf gepresenteerd worden. Van het hele project
wordt op de plaats waar de lezingen gehouden worden een kleine
tentoonstelling ingericht.
Dankbaar object
In het eerste programma dat volgende week zaterdag plaatsvindt
in Breda, staat een gebouwtype centraal dat maatschappelijk en
politiek veel aandacht opeist: de gevangenis. De vragen die daarbij
gesteld kunnen worden, zijn legio. Heeft opsluiting van criminelen
überhaupt nut? Is het te rechtvaardigen dat criminelen naar
huis gestuurd worden vanwege cellentekort? Waarom kan men niet
twee gevangenen in één cel plaatsen? Waar moeten
gevangenissen gebouwd worden: in de stad of juist ver erbuiten?
Bij de gevangenis is het vooral de sterk veranderde visie op het
strafrecht, die invloed heeft gehad op haar ontstaan. Als gekeken
wordt naar de architectuur van de gebouwen, valt op dat de verschillende
vormen van opsluiting, de veiligheid van gevangenen en bewakers
en de bouw- en exploitatiekosten een grote rol spelen.
Het is overigens een gebouwtype dat bij TU/e-studenten een dankbaar
onderzoeksobject blijkt te zijn. Volgens universitair docent Jos
Bosman waren er de laatste tien jaar zeker vijftien afstudeerders
die zich met deze materie hebben bezighouden. In de Bredase Koepelgevangenis
blijft de inbreng van de TU/e echter beperkt tot een lezing van
Bouwkundedocent dr.ir. Gijs Wallis de Vries. Hij zal onder meer
het afstudeerproject van Angelique Philips behandelen en ingaan
op de archetypische en fantasierijke voorstellingen van kerkers
van de achttiende-eeuwse Italiaanse kunstenaar Giovanni Piranesi.
Strafrecht
Angelique Philips studeerde in augustus 1995 aan de TU/e af op
een ontwerp voor een gevangenis in Heerlen. In haar verslag stipt
zij in grote lijnen ook de wordingsgeschiedenis van het strafrecht
aan en de consequenties daarvan voor het ontstaan van detentie
als straf voor criminelen.
Rond het jaar 1200 wordt het strafrecht steeds meer een zaak van
het algemeen belang, bedoeld om de orde te handhaven en de mensen
te beschermen tegen criminele elementen. Aan het einde van de
Middeleeuwen, met de opkomst van het handelskapitalisme, verandert
het strafproces wezenlijk van karakter. Oorspronkelijk was de
rechter scheidsrechter in een conflict tussen burgers. Dit klachtrecht
maakt plaats voor het inquisitoir strafproces. Daarin gaat de
rechterlijke macht zelf op onderzoek uit. Hij wordt beschermer
van het algemeen belang, waardoor de straf een andere functie
krijgt. Het gaat in eerste instantie niet meer om het wreken van
onrecht - het kwaad met kwaad vergelden - maar om het bestrijden
van de criminaliteit. De belangrijkste straffen worden de doodstraf
en de lijfstraf. De gevangenisstraf was toen nog slechts een uitzondering.
De lijfstraf was een openbare strafvoltrekking, waarbij het
volk de hoofdrol vertolkte. Het stellen van een voorbeeld beoogde
niet slechts het bewustzijn te doordringen van het feit dat de
geringste overtreding wordt bestraft, maar diende ook een afschrikwekkend
effect te hebben.
Met de humanisering verdwijnt de straf als schouwspel. Niet het
openlijk tonen van het toedienen van lijfstraffen moet de misdaad
voorkomen, maar de zekerheid dat men zal worden gestraft. De strafvoltrekking
ontwikkelt zich geleidelijk tot een autonome sector, die met een
eigen administratief apparaat de justitie ontlast. Het wezenlijke
van de straf die de rechters opleggen, is niet het straffen zelf;
ze streven ernaar te verbeteren, te corrigeren, te 'genezen'.
Tevens betekent de neergang van de lijfstraffen dat ook de greep
op het lichaam losser wordt. Als gevolg van deze terughoudendheid
wordt de beul afgelost door een heel leger specialisten: geestelijken,
psychiaters, psychologen en pedagogen. De humanisering leidt tot
een objectivering van de misdadiger en de misdaad.
Rasphuis
De hierboven geschetste ontwikkeling zorgde ervoor dat detentie
steeds meer in beeld kwam als straf. En daarvoor waren gevangenissen
noodzakelijk. Een van de voorlopers van de hedendaagse gevangenis
was het Rasphuis in Amsterdam, dat in 1596 in gebruik genomen
werd. In beginsel bestemd voor bedelaars en jeugdige veroordeelden.
Volgens het studierapport 'De architectuur van de hedendaagse
gevangenis', dat het architectenbureau Magis en Van den Berg in
1999 opstelde, waren de omstandigheden in dit soort tuchthuizen
erbarmelijk, omdat de gevangenen geen enkele vorm van privacy
kenden. Het Rasphuis bestond uit enkele grote zalen, waar de gevangenen
moesten werken, eten en slapen. Het ontwerp was vergelijkbaar
met andere grote gebouwen, zoals ziekenhuizen, kazernes en gestichten.
De introductie van het cellulaire systeem werd in Nederland halverwege
de negentiende eeuw geïntroduceerd. Men geloofde dat misdadigers
zedelijk te verbeteren waren door ze sociaal te isoleren. Een
eenzame celstraf werd ook als minder
ellendig beschouwd dan gemeenschappelijke opsluiting. Voor het
ontwerp van gevangenissen werd gekeken naar voorbeelden uit de
Verenigde Staten. Bekend zijn onder meer het Pennsylvanisch systeem,
waarbij stervormig opgestelde cellenvleugels gescheiden worden
door een gang, en het Auburn-systeem, met cellen rug-aan-rug.
Beide systemen
beschikken over één centraal controlepunt, waaruit
alle gangen in de gaten gehouden kunnen worden.
Panopticum
Ook het panopticum-ontwerp van Jeremy Bentham werd aan het eind
van de negentiende eeuw in Nederland ingevoerd. De koepelgevangenissen
in Arnhem, Breda en Haarlem zijn op dit ontwerp gebaseerd. Het
panopticum wordt volgens Angelique Philips dikwijls beschouwd
als een utopie van de volmaakte opsluiting. Vergeleken met de
vervallen, met mensen en martelwerktuigen overvolle kerkers van
Piranesi is dit een onverbiddelijke en ingenieuze kooi. Ze is
een soort camera obscura voor het bespieden van individuen, ze
wordt een transparant bouwwerk waarin de machtsuitoefening door
de gehele samenleving kan worden gecontroleerd.
Westra, die als voorbereiding de Koepelgevangenis in Breda bezocht
heeft, merkte op dat daar tegenwoordig ook de recreatiezaal voorzien
is van een glazen plafond. "De gevangenen waarderen deze
bouwkundige ingreep zeker niet. Nu zijn ze ook in hun vrije tijd,
als je dat zo mag uitdrukken, door de bewakers te observeren."
Torenmodel
De laatste jaren zijn er vanwege het cellentekort veel gevangenissen
bijgebouwd. Het torenmodel, dat in de jaren zeventig werd toegepast
bij de Bijlmerbajes en het Huis van Bewaring in Maastricht, vindt
daarbij geen navolging meer. Volgens het rapport van Magis en
Van den Berg brengt dit model te hoge exploitatiekosten met zich
mee. Men kan hierbij niet vanuit één punt toezicht
houden op de gevangenen en bij het vervoer van gevangenen in een
lift zijn altijd meerdere bewakers nodig. Volgens de voorschriften
namelijk moet het aantal bewakers één hoger zijn
dan het aantal gedetineerden. De auteurs vinden het dan ook frappant
dat aan het eind van de twintigste eeuw weer wordt teruggegrepen
op de beproefde negentiende-eeuwse vleugelgevangenis.
Het Amsterdamse PvdA-bestuur wist overigens nog wel een mooie
bestemming voor de Bijlmerbajes, die binnenkort wordt verlaten
door haar huidige bezoekers. Om de kamernood onder studenten in
de hoofdstad gedeeltelijk op te vangen, zouden de cellen moeten
worden omgevormd tot studentenkamers. Momenteel wordt dit plan
serieus bestudeerd.
Bonbons
Westra laat tot slot nog weten dat het vierde lezingenprogramma
over de universiteit eind 2002 in het nieuwe onderkomen van zijn
eigen faculteit wordt gehouden.
Westra: "Op bijna alle universiteits-
terreinen in Nederland wordt momenteel volop gerenoveerd en gebouwd.
Het is interessant om te zien of men daarbij nog rekening houdt
met de bestaande situatie. Ook op onze eigen campus wordt daar
volop over gediscussieerd. Het TU/e-terrein is oorspronkelijk
opgezet als een bij elkaar passend geheel. Of je dat nu mooi vindt
of niet, doet eigenlijk niet ter zake. De vraag is nu hoe je je
nieuwbouw daar op aanpast. Het nieuwe gebouw van Scheikundige
Technologie en het gebouw van TNO Industrie sluiten mijns inziens
redelijk goed aan bij wat er al stond. Maar zo'n gebouw als Cascade
van Rudy Uytenhaak wijkt er compleet van af. Je mag het bijna
een demonstratie noemen van wat er op bouwkundig gebied mogelijk
is. In de toekomst zal het daar om draaien. Zie je de campus als
een groot stuk chocolade, dat je intact wilt houden? Of zet je
op dat stuk chocolade links en rechts een paar in het oog springende
bonbons?"/.
De K.L. Poll-stichting organiseert in samenwerking met de
TU/e in de periode 2001-2005 een serie van tien bijeenkomsten
over institutionele gebouwen in Nederland. Op het programma staan
de gevangenis, het schoolgebouw, de shopping mall, de universiteit,
het museum, het paleis, het stadion, het stationsgebouw, het theater
en het ziekenhuis. De behandeling van de gebouwen in lezingen,
films, gesproken columns en ronde tafelgesprekken beperkt
zich niet tot een puur architectonische beschouwing. Centraal
staan gebruik en plaats van het gebouw in de samenleving en de
vraag in hoeverre veranderende maatschappelijke visies invloed
hebben (gehad) op de architectuur van het gebouw.
Het eerste programma, over de gevangenis, vindt plaats op zaterdag
29 september in de Koepelgevangenis in Breda. Het tweede programma,
over het schoolgebouw, wordt op zaterdag 15 december gehouden
in het Montessori College Oost in Amsterdam. Voor meer informatie
over tijden en het verkrijgen van toegangskaarten kan men contact
opnemen met de K.L. Poll-stichting, telefoon (020) 623 54 51,
e-mail: bureau@verstigt.nl,
internet: www.klpoll.nl.