/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Ranzigt
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 0 nummer 3

Jaargang 44, 20 september 2001


Nieuws

Untitled Document

Instellingsplan weer uitgesteld
Stukken niet op tijd binnen bij leden universiteitsraad
De vergadering van de universiteitsraad van aanstaande maandag is uitgesteld. Omdat de benodigde stukken over het Instellingsplan van de TU/e nog niet binnen waren, is de hele vergadering doorgeschoven naar 22 oktober.

De U-raad vond voor de zomervakantie dat er teveel vragen en onduidelijkheden kleefden aan het Instellingsplan om instemming te verlenen. Dat plan zet de grote lijnen voor de komende jaren uit. Er werd een commissie ingesteld, die de naam 'augustuscommissie' meekreeg. Leden van deze commissie brengen rapport uit aan de U-raad over de financiële consequenties van het Instellingsplan. Daarna kan het stuk door voor instemming naar de U-raad.
Vanwege ziekte van collegelid drs. Willem Te Beest zijn de benodigde stukken nog niet aangekomen bij de U-raad. "Hij gaat over de financiën, dus daar moeten we op wachten", zegt Petra Gadellaa, plaatsvervangend secretaris van de U-raad. "De informatie is essentieel, daarom is de hele vergadering doorgeschoven. Het heeft geen zin om een onderwerp te bespreken als je niet alles compleet hebt. Dit is overmacht, maar het geeft zowel het CvB als ons lucht om stevig na te denken over dit punt."
Voor de vergadering van 22 oktober staat nu wederom het Instellingsplan op de agenda. De haast die voor de zomervakantie aan de dag werd gelegd om instemming te krijgen over het plan, is verdwenen. Dirk de Kanter, lid van de augustus-commissie van de U-raad: "Wij wachten nog op de financiële onderbouwing voor de lange termijn en rapporteren dan aan de U-raad."/.

Untitled Document

AiOOE: 'Begeleiding AIO's moet beter'
De begeleiding van assistenten en onderzoekers in opleiding aan de TU/e moet beter. Een betere begeleiding kan de tijd die AIO's en OIO's nodig hebben voor hun promotieonderzoek danig verkorten, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit ervan. Dat schrijft het AiO Overleg Eindhoven (AiOOE) in een brief aan het College van Bestuur, decanen en de onderzoeksinstituten van de TU/e.

De druk om binnen vier jaar te promoveren, is het laatste jaar enorm toegenomen. AIO's en OIO's die hun proefschrift niet binnen vier jaar af krijgen, konden voorheen nog rekenen op een 'gedoogde' wachtgeldregeling. Toen daar eind vorig jaar een actieve sollicitatieplicht tegenover werd gesteld, kwam een aantal promovendi behoorlijk in de (financiële) problemen.
Om hier een einde aan te kunnen maken, zijn structurele maatregelen nodig, schrijft voorzitter ir. Willem-Paul Brinkman van het AiOOE. In haar brief doet de belangenvereniging het CvB enkele aanbevelingen tot verbetering.
Zo zouden promovendi, naast hun promotor, een supervisor moeten krijgen, die toezicht houdt op het hele onderzoekstraject en de begeleiding. Ook moeten professor en promovendus bij de start van het promotie-
onderzoek duidelijke afspraken maken over onder meer de begeleiding en de consequenties als het proefschrift niet binnen vier jaar kan worden afgerond.

Verwachtingen
Verder moet eens per jaar een functioneringsgesprek plaatsvinden tussen de promovendus, promotor en de supervisor, waarin de wederzijdse verwachtingen worden besproken. Bij onoplosbare meningsverschillen moeten AIO's en OIO's een beroep kunnen doen op een vertrouwenspersoon binnen de faculteit voor bemiddeling.

Voorzitter Brinkman vraagt het CvB de suggesties van het AiOOE in overweging te nemen: 'Hopelijk leidt dat uiteindelijk tot een toename van het aantal proefschriften dat binnen het geplande tijdsbestek is afgerond'./.

Untitled Document

'Trend gezet met eerste toespraak Bush'
Haatgevoelens doen islamitische studenten pijn
Échte moslims zouden aanslagen als die in Amerika nooit plegen, zei een Nederlandse imam deze week op televisie. Toch staan moslims sinds vorige week dinsdag, de dag van de ramp, op veel plaatsen in een kwaad daglicht. Ook in Nederland zijn islamieten bedreigd en werden moskeeën het doelwit van vandalen. TU/e-studenten (en moslims) Youssef Boulaksil en Zineb Seghrouchni proberen zich niet al te veel aan te trekken van die haatgevoelens, "maar pijn doet het wel".

Youssef Boulaksil en Zineb Seghrouchni vernamen het nieuws van de ramp vorige week dinsdag al snel, uitgerekend tijdens een feestje bij de multiculturele vereniging Mosaic. "Ik hoorde op de radio dat twee vliegtuigen het World Trade Center waren binnengevlogen. Maar ik had toen nog niet door dat het om terroristische aanslagen ging", vertelt Bouwkunde-studente Seghrouchni.

Hoofdverdachte
Vanaf dat moment volgden de twee het nieuws rond de aanslagen nauwgezet; vooral toen de Saoedische terrorist Osama Bin Laden als hoofdverdachte werd aangemerkt en moslims in Amerika, en later ook in Nederland, het slachtoffer werden van groeiende anti-islamitische sentimenten.
Niet dat die negatieve beeldvorming rond moslims nieuw is, benadrukken de TU/e-studenten. "Deze aanslagen gooien er alleen weer een schepje bovenop", zegt Boulaksil, tweedejaars Technische Bedrijfskunde. Dat veel mensen, mede door de vermeende betrokkenheid van Bin Laden bij de recente aanslagen, een direct verband zien tussen terrorisme en de islam, raakt de twee studenten diep. Boulaksil: "De islam streeft juist naar vrede, naar solidariteit. De daders van deze aanslagen zouden misschien best moslims kúnnen zijn -net zo goed als joden, christenen of wie dan ook- maar die hebben de regels van de islam dan wel compleet naast zich neergelegd."

Gespeculeer
Toch denkt Seghrouchni de link tussen terrorisme en moslims wel een beetje te kunnen verklaren. "Een mens heeft referenties nodig. Bij de meeste andere terroristische acties, zoals in Noord-Ierland of die van de Baskische terreurorganisatie ETA, hebben mensen geen gezicht voor zich. Bin Laden komt op televisie, men weet hoe hij eruit ziet. En, terecht of niet, dan is voor veel mensen het verband snel gelegd. Het gespeculeer in de media versterkt dat alleen maar."
Volgens Boulaksil heeft ook president Bush' eerste toespraak op televisie een rol gespeeld in de beeldvorming. "Hij zei het niet letterlijk, maar tussen de regels door verklaarde hij in feite de oorlog aan de islam. Als ik een niet-moslim in New York was geweest, had ik na die toespraak waarschijnlijk elke moslim die ik op straat tegenkwam argwanend aangekeken. Pas in zijn tweede speech zei Bush dat Amerika respect moet hebben voor moslims en de Arabische gemeenschap." "Maar toen was de trend al gezet", zegt Seghrouchni.
Boulaksil benadrukt dat 'een overgrote meerderheid' van de moslims de aanslagen veroordeelt, "maar toch wordt de hele gemeenschap er op aangekeken". Dat in Jeruzalem, en later ook in Ede, moslims de straat op gingen om de aanslagen te vieren, schoot hem flink in het verkeerde keelgat. "Het is buiten alle proporties om een feestje te bouwen terwijl in Amerika zoveel onschuldige mensen, onder wie honderden moslims, zijn omgekomen."

Voorzichtiger
Seghrouchni bekent dat ze er veel mee bezig is. "Als iemand iets over islamieten zegt, trek ik me dat toch aan", verklaart ze. Bang voor haar eigen veiligheid is trouwens ze niet. "Maar wel voor die van moslims in bijvoorbeeld Afghanistan." Boulaksil is voorzichtiger, ook al heeft hij in zijn eigen omgeving nauwelijks iets van negatieve gevoelens richting moslims gemerkt. Openbare bijeenkomsten met veel mensen ('islamieten of niet') mijdt hij voorlopig liever: "Je weet nooit of iemand er een bom op gooit"./.

Untitled Document

Virtue weer online
De site is een tijdje offline geweest, maar vanaf afgelopen woensdag kan er weer volop gesurfd worden naar het verbeterde www.virtue.tue.nl om een kijkje te nemen en rond te wandelen op de digitale campus. "We hebben geleerd dat je het zo mooi kunt maken als je wilt, maar als je geen goede inhoud hebt, kom je er niet", zegt dr.ir. Bas Vermeer van Cebra. Vandaag geeft Cebra een demonstratie van het vernieuwde Virtue in het Auditorium.

In mei van dit jaar werd Virtue gelanceerd; het zou een online gemeenschap moeten worden voor alle TU/e-studenten en -medewerkers. Bas Vermeer, programmaleider bij Cebra (Center for Electronic Business Research and Application) dat Virtue heeft ontwikkeld, steekt de hand in eigen boezem: "We hebben een iets te grote mond gehad. Je kunt alles technisch wel voor elkaar hebben, maar je moet ook goede inhoud hebben. Dat ontbrak er wel eens aan. We gaan nu weer terug naar het idee dat we een experimenteertuin zijn. Ons doel blijft een actieve studentengemeenschap maken die zoveel mogelijk met e-commerce werkt. Maar studenten moeten het zelf doen en experimenteren. We gaan niet meer voor grote bezoekersaantallen, maar voor intensief gebruik."

Veranderingen
Een van de veranderingen is dat aan het begin een normale installer op de site staat. Ook blijft Ce-Bob, de mascotte van Cebra, constant online als een soort hulpfunctie. Daarnaast zijn studentenwinkel RB en een uitzendbureau online. Bij RB kan online besteld en aanbetaald worden en bij het uitzendbureau zijn online banen in de aanbieding. Het grote voordeel is volgens Vermeer dat ook daadwerkelijk direct contact kan worden gezocht met medewerkers. Betalen bij Virtue kan via een credit- en debetcard. Dat laatste is voorlopig alleen mogelijk voor mensen die klant zijn bij de Rabobank.
Het is niet meer mogelijk om virtueel rond te lopen op de TU/e-campus, wat in de vorige versie wel kon. "Je kon er toch niets mee doen, waarom zou je er dan naartoe gaan? We hebben wel een racegame over de campus toegevoegd."
Ook de interface is veranderd en de mogelijkheid om files uit te wisselen met andere 'bewoners' van de virtuele campus is aanwezig. Er is een webcamruimte waar Inter-mate, Cebra en Industria te zien zijn.
"Een belangrijke les voor ons is dat het echt moeilijk is om gemeenschap te creëren. Je kunt ze wel bouwen, maar de mensen moeten er wel iets mee doen. Nu doen we alles stapje voor stapje en blijven we constant in ontwikkeling."/.

Untitled Document

DPI start nieuw zonnecelonderzoek
Het Dutch Polymer Institute (DPI) start per
1 oktober een nieuw programma op het gebied van polymere zonnecellen.

"In dit DPI-programma worden twintig nieuwe onderzoekers aangesteld en wordt de researchapparatuur fors uitgebreid", zegt prof.dr. René Janssen die hoogleraar is bij de faculteit Scheikundige Technologie en coördinator van het DPI-programma plastic zonnecellen. "Een extra financiële impuls van circa 15 miljoen gulden voor de komende vier jaar betekent een verdubbeling van het onderzoek op het gebied van plastic zonnecellen in ons land." Deze extra financiële middelen zijn door een aantal ontwikkelingen verkregen. "De standaard afspraak is dat het DPI-geld voor 25 procent afkomstig is van industriële partners, 25 procent van de bestaande middelen van de universiteit en dit totaalbedrag verdubbeld wordt door het ministerie van Economische Zaken", vertelt prof.dr. Thijs Michels, hoogleraar polymeerfysica bij de faculteit Technische Natuurkunde. "Door verlegging van de aandacht binnen DPI, is meer geld vrijgekomen voor het zonnecel-
onderzoek. Shell, één van de grootste DPI-partners, heeft behoefte aan toepassingen voor duurzame energie-opwekking in plaats van aan productie en verwerking van polymeren. Een andere bron waar het geld vandaan komt, zijn nieuwe partners die in het initiatief geïnteresseerd zijn, zoals Energieonderzoek Centrum Nederland."

Nieuwe technologie
Michels is tevens DPI-programmamanager functionele polymeren, waarbinnen ook het onderzoek plastic zonnecellen wordt uitgevoerd. "Bij het zonnecelonderzoek gaat het om nieuwe technologieën. Polymeren moeten zó in elkaar worden gezet, dat ze elektriciteit geleiden. Bovendien moeten de elektrische en optische eigenschappen zo aantrekkelijk zijn dat de nieuwe plastics als zonnecel kunnen worden toegepast, maar ook gebruikt kunnen worden voor beeldrecording en -weergave." Michels doel is, dankzij de samenwerking in DPI, binnen vier jaar het complete proces van ontwikkeling van nieuwe technologie tot en met het testen van prototypen te doorlopen.
DPI is het technologisch topinstituut voor polymeren, gevestigd op de campus van de TU/e. Het is een samenwerkingsverband tussen onderzoeksinstellingen, overheid en industrie, opgericht in 1997./.

Untitled Document

Eenderde MKB wil geen studenten
Uit een onderzoek van All4Students, een arbeidsbemiddelaar voor studentenbaantjes, blijkt dat eenderde van het midden- en klein bedrijf (MKB) geen studenten in dienst wil nemen. Prof.dr. Leo Verhoef van de TU/e bestrijdt dit ten zeerste.

Verhoef begeleidt studenten Technische Bedrijfskunde in het MKB en snapt niet waar deze cijfers vandaan komen. "Ik begeleid zo'n dertig tot veertig studenten per jaar in het MKB en hoor alleen maar lof."
Verhoef ziet wel verschillen tussen studenten van de TU/e en andere studenten. "De studenten van de TU/e zijn veel praktischer ingesteld. Ze komen bij een bedrijf en stellen een ondernemingsplan op. Zo ziet de werkgever dat hij er direct wat aan heeft. Op andere universiteiten is het bijna alleen maar theorie en studenten worden niet ingehuurd bij een bedrijf voor hun kennis van de theorie, maar wat ze er mee in de praktijk kunnen", aldus Verhoef./.

Untitled Document

Transformatoren afgevoerd
Een enorme hijskraan was vorige week donderdag nodig om twee transformatoren uit het EE-gebouw te takelen. De transformatoren wegen namelijk vijf ton per stuk. Ze moesten verwijderd worden omdat er een te hoge waarde PCB-houdende olie in zit. "De nieuwe milieuwetgeving zegt dat transformatoren een bepaalde waarde van die olie in zich mogen hebben. Komt de waarde er bovenuit, dan moet het apparaat afgevoerd worden", vertelt ing. Willem van de Eijnden, coördinator interne dienstverlening bij Elektrotechniek. Bij de onderneming zijn twee bedrijven betrokkken. Eén bedrijf dat de transformatoren uit het gebouw hijst en één bedrijf dat ze transporteert naar een opslagplaats in Duitsland. "Er komt nogal wat papieren rompslomp bij kijken, wij moesten bijvoorbeeld eerst toestemming vragen voor het speciale wegtransport." Er komt geen vervanging voor de transformatoren. "De transformatoren zijn ontzettend duur en we hebben er nog drie staan. Die konden gespoeld worden en leveren ons genoeg vermogen op."

Foto:Rein van Asten

Untitled Document

Werkzaamheden
De werkzaamheden aan De Wielen worden omstreeks 28 september afgerond. Dit betekent dat het TU/e-terrein vanaf 1 oktober weer via de Dorgelolaan te bereiken is. Het gedeelte De Rondom vanaf de kruising bij TNO tot aan het akoestisch lab blijft nog gesloten tot omstreeks 10 oktober. Het akoestisch lab blijft wel bereikbaar. De inrit op De Zaale naar de parkeerplaats E-laag is van 19 t/m 26 september afgesloten. Deze parkeerplaats is dan alleen te bereiken via De Lismortel en Het Eeuwsel. Aansluitend is tot omstreeks 3 oktober de noordelijke rijbaan van De Zaale ter hoogte van de W-hal afgesloten.
Als alles volgens plan verloopt, is de grootste overlast vanwege werkzaamheden voor rioleringen en WKO-installatie begin oktober voorbij.

Symposium VNCI
De Vereniging van Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) houdt eens in de vier jaar een symposium ter voorbereiding op de Tweede-Kamerverkiezingen in Nederland. De wensen van de chemische industrie worden op deze manier neergelegd bij de politici. Het symposium heeft dit jaar plaats op donderdag 4 oktober in de Rolzaal van het Binnenhof in Den Haag onder de titel 'Middelmaat is niet goed genoeg'. De centrale thema's zijn kosteneffectiviteit, vestigingsklimaat, duurzaamheid en onderwijs en onderzoek. Minister Loek Hermans van OC en W is een van de sprekers. Tweede-Kamerleden geven hun politieke visie op de toekomst van de chemische industrie in Nederland. Voor meer informatie kan worden gemaild naar vnci@vnci.nl.

Christiaan Huygensprijs zonder TU/e'ers
Er zijn dit jaar acht genomineerden voor de Christiaan Huygensprijs. TU/e-hoogleraar prof.dr. Marnix van der Wiel reikt de prijs 11 oktober uit. Er zijn geen genomineerden vanuit de TU/e, laat Van der Wiel weten. "Heel spijtig, maar waarschijnlijk zijn we gewoon niet actief genoeg geweest. We hebben twee proefschriften ingediend voor de ASML-prijs, maar die zijn niet in de prijzen gevallen. Misschien hebben we verkeerd gegokt."














Website Cursor