/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Ranzigt
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 0 nummer 3

Jaargang 44, 20 september 2001


Onderzoek

Untitled Document

Het bloed stroomt waar het gaan kan
Bloedstromen/Cora van den Berg
Foto's/
Maarten van Loosbroek
Deze week heeft de faculteit Biomedische Technologie voor het eerst in haar jonge bestaan een promovendus van een eigen hoogleraar afgeleverd. Geen ingenieur, maar een medicus van het Catharina-ziekenhuis in Eindhoven. Jan Willem Bech geeft cardiologen met zijn onderzoek een
instrument om te beslissen of mensen met een vernauwing in de kransslagader daadwerkelijk behandeld moeten worden. "De fenomenen in het hart, zoals druk, weerstand en stroom, zijn goed te vergelijken met een elektrisch model."


'De ontmoeting tussen kliniek en techniek', zo stond in de titel van de inaugurele rede van professor Nico Pijls. In 1999 werd hij deeltijd hoogleraar aan de nieuwe faculteit Biomedische Technologie (BMT) van de TU/e. Jan Willem Bech was toen al werkzaam op Pijls' afdeling Cardiologie in het Catharina-ziekenhuis. Al jaren werken ze samen om bloedstromen in de kransslagader te onderzoeken. Sinds 1996 heeft Bech daarbij een proefschrift voor ogen, tegelijk met de start van zijn opleiding tot cardioloog. In december van dit jaar hoopt hij die opleiding af te ronden. De doctorstitel heeft hij deze week al binnengehaald.
"Medici hebben al jaren problemen met patiënten die pijn op de borst hebben", zegt Bech in het ziekenhuis tussen de bedrijven door. "Pijn op de borst kan wijzen op zuurstoftekort in de hartspier, maar zeker weten doet de dokter dat niet. Een fietsproef is een methode om dit na te gaan. Het hartfilmpje kan bevestigen dat er sprake is van zuurstoftekort, waarschijnlijk veroorzaakt door een vernauwing in de kransslagader. De precieze plaats van de vernauwing wordt vervolgens bepaald door met contrast-
injecties en röntgenstralen de kransslagaders af te beelden met een zogenoemd coronair-angiogram. Is de vernauwing geïdentificeerd, dan kan die door het oprekken met een ballonnetje of een bypass-operatie worden opgeheven. Als bij de fietsproef geen zuurstoftekort is gebleken maar de klacht van pijn op de borst aanwezig blijft, dan checken artsen in de praktijk toch vaak of er een vernauwing zit. De vraag is echter of een vernauwing de boosdoener is en de klachten veroorzaakt. Oudere mensen vertonen regelmatig vernauwingen, meestal zonder er last van te hebben. Toch gaan cardiologen, zeker in Duitsland en de Verenigde Staten, vaak over tot behandeling terwijl dit niet altijd nodig is en tot onnodige risico's leidt. Behandeling in een ziekenhuis brengt tenslotte altijd risico's met zich mee."
Het gaat hier dus om een klinisch probleem: wel of niet behandelen in geval van twijfel. "Bij een patiënt met duidelijk zuurstoftekort op het hartfilmpje en een vernauwing bij het coronair-angiogram, hoeft geen enkele arts te twijfelen aan de noodzaak tot behandeling", zegt Bech. "Maar bij een matige vernauwing en twijfel of er sprake is van zuurstoftekort kun je beter in plaats van alleen maar kijken de bloedstroom meten. De patiënt is niet geïnteresseerd in het uiterlijk van zijn bloedvaten, maar in het functioneren ervan."

Dunne draad
Nu had Nico Pijls al een methode ontwikkeld om de bloedstroom te meten. Een uiterst dunne draad wordt daarvoor door de kransslagader geleid tot voorbij de vernauwing. Een microsensor meet vervolgens de bloeddruk in de kransslagader. Bij het testen van deze techniek op kleine groepen hartpatiënten was de betrouwbaarheid ervan al aangetoond. Maar de vraag bleef wat de patiënt er in de praktijk aan heeft.
"Normaal gesproken ondervindt de bloedstroom geen weerstand in de kransslagader", legt de medicus uit. "De doorlaatbaarheid van de kransslagader voor het bloed is met een getal aan te geven, de fractionele flow reserve (FFR). De FFR is de maximaal haalbare bloedstroom door een eventueel vernauwde kransslagader in verhouding tot de bloedstroom in een volledig gezonde situatie. De index is bij gezonde mensen 1,0. Als de FFR daalt tot 0,75, is de kransslagader ziek maar is er geen zuurstofgebrek in de hartspier. Dat treedt pas op bij een FFR onder de 0,75. Deze waarde is vastgesteld als grenswaarde voor behandeling."
Om te bewijzen dat het veilig is deze grenswaarde toe te passen, voerde Bech een groot klinisch onderzoek uit waar Nederlandse, Duitse, Spaanse en zelfs Japanse centra aan meededen. Het ging om 325 patiënten met pijn op de borst die een dotterbehandeling zouden ondergaan, maar bij wie twijfel bestond over zuurstoftekort. "Vooraf maten we de FFR bij alle patiënten. Als die groter was dan 0,75, bepaalde een loting of de dotterbehandeling uitgesteld dan wel uitgevoerd zou worden. Bij een FFR kleiner dan 0,75 werd de behandeling sowieso uitgevoerd, omdat we het niet ethisch vonden in dit geval niet te behandelen. Alle patiënten werden twee jaar lang gevolgd om te kijken naar complicaties, overlijden of juist vermindering van klachten. Het bleek dat van de groep met een FFR groter dan 0,75 de níet behandelde patiënten uiteindelijk de minste complicaties lieten zien en tegelijk de minste klachten overhielden. Het is dus veilig en zelfs beter in hun geval niet tot behandeling over te gaan. De groep met een FFR kleiner dan 0,75 deed de behandeling juist goed: zij waren na twee jaar voor tachtig procent zonder klachten."
De grenswaarde van 0,75 bleek ook goed te hanteren bij twijfel over vernauwing in de hoofdstam, het beginpunt van de linker kransslagader waar een enorm stroomgebied van bloed achter ligt. "Cardiologen zijn erg bang voor vernauwingen in de hoofdstam, en zijn daarom eerder geneigd tot behandeling over te gaan", legt Bech uit. "Ook hier bleek dat de FFR-regel aangeeft wanneer een bypass-operatie kan wachten. Controleren van de patiënt op de polikliniek en medicijnen zijn dan voldoende."
Vervolgens ging Bech op zoek naar een FFR-waarde die aangeeft of de behandeling op lange termijn succesvol is. Ook hier heeft Bech een getal aan kunnen koppelen: "Als we na de behandeling een FFR van 0,90 meten, weten we nu dat de behandeling helemaal klaar is. Als de index daar nog onder zit, moeten we nog een keer blazen of een buisje plaatsen."

Technici en medici
Al met al opzienbarende resultaten voor cardiologen. Dat Bech met dit medische onderwerp op de TU/e terechtgekomen is, heeft alles te maken met zijn baas Pijls, waar hij zo lang mee samengewerkt heeft. "Aanvankelijk zou ik aan een medische universiteit promoveren", vertelt Bech. "Maar gezien de recente samenwerking tussen het Catharina-ziekenhuis en de nieuwe faculteit BMT aan de TU/e en dankzij de installatie van Pijls als hoogleraar, was duidelijk dat de promotie aan de TU/e zou plaatsvinden. Bovendien is de samenwerking met technici voor medici essentieel. De oprichting van de faculteit BMT is daar een symbool van. Mij boeit die samenhang enorm. Ik heb veel gefilosofeerd met technici over alles wat er gebeurt in het hart. Druk, weerstand, stroom; alles is makkelijk te herleiden tot een elektrisch model. Moeder Natuur heeft dat allemaal al bedacht, lang voor de technici op het idee kwamen. Het verschil is dat je in de geneeskunde met mensen te maken hebt. Wij medici zijn het gewend met on-
zekerheden te werken. Ik was bij dit onderzoek verbaasd dat er soms sterke zekerheden zijn."
De resultaten van het promotieonderzoek worden her en der al opgepikt in de medische wereld. "Natuurlijk hoop ik dat de resultaten opgenomen worden in de richtlijnen die medische verenigingen uitbrengen voor patiëntenbehandeling. Vaak gaat daar een aantal jaren overheen. Inmiddels wordt de methode al toegepast, in ieder geval in vijf ziekenhuizen in Nederland."
Voor Bech zelf is een eind gekomen aan zijn onderzoek. "Ik was nooit van plan te promoveren. Ik voel me geen wetenschapper, want ik ben in de eerste plaats arts. Maar dit onderwerp was me op het lijf geschreven, ik heb het met veel plezier gedaan. Bovendien heb ik door het onderzoek allerlei contacten opgedaan met onderzoekers uit verschillende landen. Dat werkt heel stimulerend. Ik zal het daarom vast niet bij dit onderzoek laten."/.

[an error occurred while processing this directive]
[an error occurred while processing this directive]
[an error occurred while processing this directive]
[an error occurred while processing this directive]
[an error occurred while processing this directive]













Website Cursor