Untitled Document
Zinnenprikkelende Dag van het Ontwerp
Dag van het Ontwerp/Hessel Rippe
Foto's/Bart van Overbeeke
De consument neemt geen genoegen meer met de pure functie
van de dienst of het product, maar wil meerwaarde in de vorm van
een 'ervaring'. Voor ontwerpers is het in toenemende mate van
belang de zintuigen te prikkelen, die de schakel vormen tussen
de buitenwereld en de innerlijke belevingswereld. Dit uitgangspunt
vormt de rode draad van de vierde Dag van het Ontwerp op dinsdag
13 november, die zich voor een groot gedeelte afspeelt op de TU/e
onder de titel 'Tease, sense and sensation in design'.
Venetië ligt er vredig bij in de vroege ochtend. Op het
San Marcoplein spuit een ober zijn terras schoon. Ik loop op hem
af en bestel in gebrekkig Italiaans koffie. Terwijl de opkomende
zon een gouden mantel over de stad legt, geniet ik van de rust
en de schoonheid van het plein. Mijn koffie is niet geweldig.
Op een Eindhovens terras kan ik een betere bak krijgen en goedkoper
ook. Maar de Venetiaanse ochtend is magisch en dan is negen gulden
(omgerekend) voor een kop koffie een koopje.
Het voorgaande voorbeeld is typerend voor de beleveniseconomie.
De ervaring is meer waard dan de primaire vervulling van de behoefte.
Een belangrijke rol in de beleveniseconomie is weggelegd voor
de zintuigen. Hoe effectiever zij worden aangesproken, des te
gedenkwaardiger de belevenis.
Ir. Han Smits van de TU/e-faculteit Industrial Design: "Het
belang van de beleveniseconomie is evident. Grote ontwerpbureaus
zijn daar nu veel mee bezig. De belevenis wordt heel belangrijk.
Er bestaat een erg ruim aanbod van producten. De aangeboden 'ervaring'
kan dan het doorslaggevende argument zijn. Als je vroeger een
broek kocht, vond je het belangrijk dat hij goed zat, hij de juiste
kleur had. Nu is het ook heel belangrijk welk merk het is en waar
dat merk voor staat." Vivian van Gaal van Studium Generale
ziet dit ook. "Kijk naar Diesel. Je koopt geen spijkerbroek
meer, je koopt een statement. Een onderdeel van het imago van
het bedrijf."
Veertien bedrijven, instituten, stichtingen en onderwijsinstellingen
zijn betrokken bij de Dag van het Ontwerp. Namens de TU/e zijn
het Stan Ackermans Instituut, Studium Generale en de faculteit
Industrial Design als deelnemers actief. Het leggen van contacten
tussen de deelnemende partijen is één van de doelen
van de Dag van het Ontwerp.
Maar daar houdt het volgens Van Gaal niet mee op. "Het bedrijfsleven
kijkt pas naar het ontwerp aan het einde van het ontwikkelingsproces.
Eén doel van de Dag van het Ontwerp is benadrukken dat
het ontwerp bij het integrale proces moet worden betrokken."
Volgens dr.ir. Kees van Overveld, als universitair hoofddocent
verbonden aan het Stan Ackermans Instituut, heeft de Dag van het
Ontwerp meerdere functies. "Het dient twee doelen: een ontmoetingsplaats
bieden aan ontwerpers en mensen enthousiast maken voor ontwerpen.
Het zou die mensen moeten aanspreken die aan de vooravond van
een studie- of beroepskeuze staan."
Want het valt niet mee om getalenteerde ontwerpers te vinden.
"Ontwerpen ligt op een heel hoog niveau. Als je denkt dat
schaken moeilijk is, moet je eens kijken naar ontwerpen. Het probleem
is dat je lang alsof kunt doen in het ontwerpen. Engagement en
creativiteit zijn daarin heel belangrijk. Maar beide zijn niet
te meten", aldus Van Overveld.
Beleveniseconomie
Het internet is één van de factoren die ons naar
de beleveniseconomie stuurt. Consumenten zijn via het wereldwijde
web in staat in een fractie van een seconde de prijzen van verschillende
aanbieders van hetzelfde product te vergelijken. Als mensen goederen
tegen de laagste prijs via het internet kunnen aanschaffen dan
zal het enige wat ze naar de winkel brengt, het opdoen van een
ervaring of belevenis zijn.
"Mensen hebben het heel erg druk, werken harder en meer dan
ooit en hebben ontzettend veel keuzes. Dus aantrekkelijkheid van
het ontwerp is heel belangrijk", zegt Smits. Ir. Patrick
van Aarle van Industrial Design vult aan: "Misschien zijn
mensen zich er niet van bewust, maar ze zijn er wel mee bezig.
Ze willen optimaal gebruik maken van de keuzes die ze hebben".
De 'ervaring' die de consument moet overhalen, prikkelt de zintuigen.
Dit zijn doorslaggevende factoren in de beslissing om wel of niet
tot koop over te gaan. Het thema van de Dag van het Ontwerp springt
daar met 'Tease, sense and sensation in design' op in. "Ik
vind het thema prachtig", zegt Van Overveld, "Ik ben
helemaal verkocht. Perceptie door de zintuigen is één
van de meest veronachtzaamde gebieden. Juist de zintuigen als
waarnemingsmiddelen zijn erg belangrijk bij het ontwerpen. Waarnemen
en scheppen liggen heel dicht bij elkaar. We creëren de wereld
door haar waar te nemen. Een ontwerper wordt een bewuste waarnemer.
Ontwerpen is creëren, is waarnemen."
De workshops van de verschillende deelnemers aan de Dag van het
Ontwerp zijn daar dan ook op gericht. Eén workshop gaat
over 'virtual feeling', waarbij virtuele objecten worden geprojecteerd
in een 3D-ruimte en door een speciale muis tastbaar worden gemaakt.
Smits licht toe. "Je kunt nu niet alleen driedimensionaal
modelleren en zien hoe het ontwerp eruit komt te zien, maar het
ook voelen. Je voelt de stoffen. Of het nou het stugge is van
rubber of het gladde van metaal. Tijdens de workshop praten we
over mogelijke toepassingen van 'virtual feeling'." Van Aarle
hierover: "Er zijn natuurlijk legio mogelijkheden voor. Zo
kun je oefenen met bloedprikken zonder dat je daar echte mensen
voor nodig hebt. De muis zorgt ervoor dat je weerstand voelt als
je in een virtuele arm prikt".
Verder vertelt Anthony Dunne van het Londense Royal College of
Art over het Placebo-project waarin meubels worden gebruikt om
relaties tot stand te brengen tussen mensen en elektromagnetische
velden in de huiselijke omgeving. Vice-decaan van Industrial Design,
prof.dr.ir. Loe Feijs, praat over de relatie tussen product en
gebruiker in een toekomst waarin steeds meer systemen worden aangesloten
op internet. "Alles wordt steeds gemakkelijker en goedkoper.
Het kan allemaal. Maar willen we dat wel? Worden we daar nou echt
gelukkiger van?", aldus Smits.
Kees van Overveld vertelt in de workshop van het Stan Ackermans
Instituut over genetisch ontwerpen. Hij geeft uitleg over en doet
oefeningen met deze technieken en geeft een demonstratie met experimentele
software voor genetisch design. "Maar hoe ik dat ga doen,
is nog een verrassing", aldus Van Overveld. Studium Generale
komt met een workshop van IPO-onderzoeker en kunstenaar/filmmaker
Koert van Mensvoort, die een cursor ontwierp die gevoel oproept.
Hij praat met name over deze mens-machine interactie.
Groei
Studium Generale stopt na deze Dag van het Ontwerp als participant.
De nieuwe faculteit Industrial Design is hier de oorzaak van volgens
Van Gaal. "Studium Generale richt zich vooral op studenten.
Maar de groep studenten die naar de Dag van het Ontwerp gaat,
is een heel specifieke, die voor het grootste gedeelte toch voortkomt
uit Industrial Design. Daarom neemt de nieuwe faculteit het over
van Studium Generale."
"Het leuke aan de Dag van het Ontwerp is dat een grote groep
mensen tot één geheel wordt gesmeed. Vooral dit
jaar is 'de Dag' erg gegroeid. Het wordt wel steeds moeilijker
om mensen samen te laten komen", aldus Van Gaal. Van Overveld
is het daar mee eens.
Smits heeft een positievere visie. "Ik hoop en stiekem verwacht
ik dat we met de Dag van het Ontwerp steeds verder groeien. Op
onze faculteit lopen al veel mensen rond, dat worden er alleen
maar nog meer. Tijdens de Dag van het Ontwerp vinden we mensen
waarmee we kunnen samenwerken. Het netwerk wordt groter en internationaler.
Het kan uitgroeien tot een groot 'event' met een grote impact.
Die ambitie hebben we wel." /.
In verband met de tegenvallende belangstelling kunnen studenten
en AIO's nu gratis naar de Dag van het Ontwerp. Een kaartje kostte
eerst nog vijftig gulden. Het seminar is gratis. Voor de workshops
is nog een beperkt aantal plaatsen beschikbaar. Belangstellenden
kunnen zich aanmelden bij het congresbureau van de TU/e (tst.
4000).
Meer informatie op www.dagvhontwerp.nl.
|