Untitled Document
Bits
De Aibo is het laatste snufje onnodige techniek dat de Japanse
razernij heeft voortgebracht. Een mechanisch huisdier dat meer
van jou houdt dan andersom. Ik ben blij dat ze bestaan. Want waarom
zouden we nog rondbaggeren met levende honden? Ze zijn alleen
maar vervelend. Ze krabben de verf van de deuren, vreten je helemaal
arm, doen hun behoefte op elke plaats waar het niet mag. Ze kwijlen,
ze blaffen en verliezen zoveel haren dat de stofzuiger zich helemaal
het schompes zuigt om het geheel een beetje bij te houden. Voor
mij geen trouwe viervoeter meer. Tenzij hij werkt op batterijen
en luistert naar de naam Aibo.
Het is helemaal hip. Ik kan genieten van het beestje, hoef het
niet om de vijf minuten boven een plantsoen uit te wringen. Ik
kan lekker op de bank voor de buis voetbal kijken en heb er geen
kind aan. Zit ie door de slepende schaar van Jan Vennegoor of
Hesselink te blaffen, zet ik hem uit. Springt ie tegen me op net
voordat Ronald Waterreus een penalty langs de palen weet te tikken,
dan zet ik hem in de keuken. En je hoort hem niet klagen. Ideaal.
Toch blijken die aan elkaar gekoppelde draadjes en circuitjes
een raar soort eigen willetje te hebben. In al zijn beperkingen
snapt het beest er niks van en echt veel lol heb ik er niet van.
Maar geen nood. Ook daar is iets op gevonden. Heb je ook zo'n
loopse Aibo die alle hondenregeltjes aan zijn laars lapt, moet
je even naar http://aibohack.com.
Daar hebben ze het lieve beestje voor je gestript, uit elkaar
gehaald en geanalyseerd. En wat blijkt: er zijn genoeg maniertjes
om je mechanische hondje voor eens en altijd af te richten. Martin
Gaus eat your hart out!
Effe zeuren
/Fred Steutel
Weet u wat heel erg is? Blind zijn! Weet u wat nog veel erger
is? Blind zijn en te voet van het station naar de TU/e moeten
lopen!
Van het station loopt richting de TU/e een blindenpad, zo'n pad
met richels in de looprichting, want u weet, blinden hebben heel
gevoelige voeten. Maar blinden hebben ook heel gevoelige koppen
en het is volstrekt onmogelijk om, met of zonder geleidehond,
via het blindenpad ook maar honderd meter van het station verwijderd
te raken met een ongeschonden aangezicht. Het pad wordt geregeld
onderbroken door ongeribbeld dwarsplaveisel of het loopt dood
op een hek, een blok beton of een diepe plas; verder zijn de 'blindentegels'
hier en daar een decimeter verzakt. Gelukkig waagt geen enkele
blinde zich aan deze barre tocht, zodat ons koningschap onbetwist
is.
Het blindenpad loopt overigens niet verder dan de stoplichten
over de Dorgelolaan. Van daar af is de tocht van NS naar TU/e
ook voor ziende voetgangers vol gevaren. Overdag is het voor behendige
jongeren wel te doen, maar 's avonds is het voor nog relatief
behendige ouderen zoals ik levensbedreigend: op allerlei plekken
staan of liggen rechte, scheve en omgevallen hekken of fladderen
roodwit plastic linten bóven in plaats van òm diepe
kuilen. Het plaveisel ontbreekt en de straatlantarens zijn óf
wegens de graafwerkzaamheden buiten bedrijf, óf ze verlichten
alleen het inwendige van het iepenloof. Verder wordt de argeloze
voetganger voortdurend geconfronteerd met onverlichte studenten
op de fiets; gelukkig wordt daar wat aan gedaan: blijkens Cursor
7 gaat de politie de fietsverlichting controleren; speciaal 's
ochtends en 's avonds: slim!
Komt het ooit nog goed met de 'campus'?