/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Ranzigt
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 0 nummer 9

Jaargang 44, 8 november 2001


Studentenleven

Untitled Document

Had je wat
Ernst?

Liefde en politiek; stel dat niet de TU/e het centrum van het universum is, maar dat jijzelf dat bent. Je hoort over financiële gaten met betrekking tot het Masterplan. Raakt het je? Je hoort over het dreigen te verdwijnen van Internationale Technische Ontwikkelingskunde. Do you care? Je loopt met vrienden over straat en schreeuwt luid en duidelijk dat de hele 11 september-torpedering je geen ene flikker scheelt. Natuurlijk erg voor de doden, natuurlijk consequenties voor de wereld, maar raakt het jezelf? Ik breek mijn been en vind dat erger. Mijn oma is gestorven en dat vind ik erger. Ik breek mijn hart en vind dat erger. Ik breek iemands hart en vind dat erger. Ik breek en vind dat erger. Ik breek en vind. Ik breek. Ik. Ikke, ikke, ikke, en de rest kan stikken.
Maakt me dat hersenloos? Zekers! Maakt me dat harteloos? Zekers! Zekers als navelstaarderij ertoe leidt dat anderen pijn lijden, maar dat is een ander verhaal.
Een liefdesverhaal bijvoorbeeld dat leidt naar een concert van Spearhead. De zanger houdt een speech: 'You can bomb the world into pieces, but you can't bomb it into peace'. Hier en daar hoor je mensen hem uitfluiten in de oude Amsterdamse kerk. Een liefdesverhaal dat wellicht ook leidt naar een concert van dezelfde band twee dagen later in Tilburg. De zanger houdt dezelfde speech. Ik hoor mezelf angstig zacht fluisteren in jouw oor: 'Ja, en die Taliban zijn ook goed bezig met de vrouwen'. 'En de verkiezingen in de VS zijn echt zeer democratisch.' 'En dit', 'en dat', maar daar gaat het niet om. Het is die liefdesshit waarover je enkel kunt denken. Je hebt wel meningen over de toestanden in de wereld, maar raakt het je echt? Ben je niet teveel met jezelf bezig? Ben je niet als 'de aap die hersenen wordt geschonken en daarna zweert dat hij het centrum van het universum is?'

David Ernst is medewerker van Studium Generale.

Untitled Document

Begin lustrumjaar Simon Stevin uitbundig gevierd
Studenten in pakken lopen zenuwachtig heen en weer over de trappen van zaal twee van het Auditorium. Een zaal die te klein bleek voor alle belangstellenden. 'Mag ik een slokje?', vraagt een bestuurslid met een droge mond van de zenuwen. Simon Stevin, studievereniging van de faculteit Werktuigbouwkunde, opende vorige week woensdag haar negende lustrumjaar.

Alwin Vis, medewerker van hijs- en transportbedrijf Mammoet, verrichtte de aftrap. Hij vertelde over de berging van de Koersk, de Russische onderzeeër die in augustus 2000 naar de bodem van de Barentszee gezonken is. Vis vertelde de studenten Werktuig-bouwkunde en andere belangstellenden hoe hij de berging ervaren heeft en over de technische details van de operatie. Met zijn droge opmerkingen had hij de lachers al snel op zijn hand. De foto's die op een scherm in de collegezaal geprojecteerd werden, toonden niet alleen gebruikte materialen en de bergingswerkzaamheden, maar ook de technisch directeur die zogenaamd telefonisch aan het onderhandelen was met Poetin en een plaatje van Fokke en Sukke die zich afvroegen wie eerder boven water zou komen, Bin Laden of de Koersk.
"Het is over het algemeen allemaal behoorlijk vlekkeloos verlopen", concludeerde Vis. "We hebben één ontwerpfout gemaakt, maar ja, één foutje op zo'n groot project moet kunnen, denk ik." Het verhaal van Vis wierp veel vragen op onder de studenten. 'Wat waren jouw taken?', 'hoeveel mensen hebben er aan meegewerkt?' en 'hoe was de samenwerking met de Russen?' zijn enkele voorbeelden daarvan. De meeste vragen begonnen met: 'ik heb in de krant gelezen dat..'. Daar kende de Mammoetmedewerker nog een leuk verhaal over. "Er heeft in de krant gestaan dat er pillen tegen zeeziekte per helikopter overgevlogen zijn, maar dat is niet waar. Die hadden we al aan boord. Die helikopter vloog heen en weer om lippenbalsem te brengen voor onze kapotte lippen."

Lustrumjaar
Het toegestroomde publiek bleek voor een deel alleen voor de lezing over de Koersk te komen, want bij de opening van het lustrumjaar van Simon Stevin was de collegezaal nog maar voor driekwart gevuld. Prof.dr.ir. Dick van Campen, decaan van de faculteit Werktuigbouw-kunde, opende het negende lustrumjaar officieel. Dat deed hij door een maquette te onthullen, een spiegelende plaat waarop het motto 'Spiegheling en Daet' van het lustrum van Simon Stevin te zien is. Het motto staat symbool voor theorie en praktijk. Een overlapping daarvan zal volgens het bestuur van de studievereniging namelijk in de toekomst veel voordelen opleveren.
Na het zingen van het Simonlied 'De wind door je haren' en het ontkurken van een fles champagne begaven de leden van de studievereniging zich naar buiten. Voor het Auditorium werd namelijk de vlag en een aankondiging van het lustrumjaar van Simon Stevin gehesen door een hijskraan van Mammoet. Dit naar aanleiding van het thema van de 44ste verjaardag van Simon Stevin: 'hijsen tot grote hoogte'. Omdat aan de onderkant van het spandoek slechts aan één kant een touw bevestigd was, bleef het doek niet recht hangen waardoor het een tijd duurde voordat '9de lustrum der W.S.V. Simon Stevin' te lezen was. Maar zoals een toeschouwer opmerkte: Bij zo'n groot project mag er wel één ding fout gaan./.

Untitled Document

En hoe is het in Chili?
Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor een bepaalde tijd van hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere week over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.

Even maak ik een misstap en voordat ik het weet, bevind ik me twee meter lager. Het moet nog ongeveer twee uur zijn voordat ik er ben. Ik ben moe en de val van daarnet is geen toeval. Ik dacht slim te zijn door de pas af te snijden en langs de steile helling naar beneden te gaan. Dat scheelt tijd, dacht ik, maar het schoonmaken van de schaafwonden en m'n schoenen bevrijden van alle gruis doen alle gewonnen tijd teniet. Het maakt me niet uit. Zolang ik San Gabriel maar bereik voordat de laatste bus vertrekt.

Die zondag ben ik al om zes uur op. Ik heb besloten de eerste bus te nemen naar Cajon del Maipo, een canyon-achtig gebied ten zuidwesten van Santiago met veel groen, rivieren, bergmeren en bijna geen mensen. Omdat ik niemand heb kunnen strikken die dag om mee te gaan, besluit ik mezelf iets ten doel te stellen: een bergmeer, ongeveer twintig kilometer ten noorden van San Gabriel, het eindpunt van de bus. De enige aanwijzing die ik heb, is een klein kaartje uit Lonely Planet zonder details. Er is blijkbaar maar één pad en dus kan er weinig fout gaan. Na twee uur houdt de verharde weg op en de chauffeur maakt me er op attent dat we er zijn. Ik stap uit en ga op weg.

Ik ben blij dat ik voldoende water bij me heb. De zon schijnt fel en er is geen wolkje aan de hemel. Ook is er nauwelijks schaduw en bij elk schaduwplekje dát ik kan vinden, rust ik even uit. Inmiddels zit ik naar schatting rond de 2500 meter hoog. Het is heet en ik merk dat de klim veel energie vraagt. Steeds vaker rust ik even uit. Het is niet alleen de vermoeidheid die me parten speelt. Ook de vertwijfeling slaat toe. Ik ben zeker al vier uur onderweg en telkens wens ik het meer te zien achter de volgende bocht of bergrug. Steeds weer word ik teleurgesteld. Ik bedenk me wat ik moet doen. Ik moet immers ook weer terug en elke stap die ik dus nog zet, telt voor twee. Toch besluit ik door te gaan; ik heb al veel moois gezien, maar het bergmeer blijft m'n doel. Al drie uur lang heb ik niemand gezien en de rust bevalt me goed. Santiago is een mooie, maar ook een drukke stad. Met vijf miljoen mensen om me heen en elke dag veel lawaai bevind ik me nu in een paradijs. Het meer kan toch echt niet ver meer zijn...

Ik loop nu iets dichter langs de rivier. De helling neemt iets af en juist als ik me voor de zoveelste keer afvraag of ik er eindelijk ben, zie ik het meer. Euforie! Uit respect voor de stilte slaak ik geen kreet van blijdschap, maar steek ik enkel m'n handen in de lucht.

Bij aankomst blijk ik er vijf uur en een kwartier over te hebben gedaan. Ik schat dat negen uur een redelijke tijd is om nog een bus te halen in het dorp en dat maakt dat ik ongeveer een uur de tijd heb om van het uitzicht en het meer te genieten. Ik zou een Cursor vol kunnen schrijven over de schoonheid die ik zie. Een prachtig helder groenblauw meer met aan de noordkant sneeuw tot aan de oevers. De schittering van het water, de steile rotswand aan de westkant, de bergpieken met eeuwige sneeuw op de achtergrond... ¡Hermoso! Eenmaal ge-setteld blijk ik toch niet de enige. Aan de overkant zie ik drie 'campesinos' die hun kleren wassen. Waarschijnlijk wonen ze in het dal en even ben ik jaloers als ik ook hun viervoeters ontdek. Maar het bereiken van m'n einddoel geeft me energie. Vol goede moed en vers bergwater daal ik na een uur weer af. De afdaling gaat aanzienlijk sneller en als ik na drie uur en drie kwartier de eerste glimp opvang van het dorp, zie ik juist de bus parkeren. Eenmaal aangekomen stap ik in, moe, roodgekleurd, maar met zoveel indrukken meer dan voldaan...

Henry Heine,
student TeMa

[an error occurred while processing this directive]
[an error occurred while processing this directive]
[an error occurred while processing this directive]
[an error occurred while processing this directive]
[an error occurred while processing this directive]













Website Cursor