/Voorpagina
/Nieuws
/Mensen
/Achtergrond
/Academie
/Onderzoek
/Opinie
/Reportage
/Bestuur
/Cultuur
/Studentenleven
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/Faculteits Berichten
/Zoeken
/TUE
/ Cursor nummer 1 nummer 9

jaargang 42, 20 januari 2000


Nieuws

Untitled Document Chemici maken ‘nano-parachuten’

De omslag van het maartnummer van het tijdschrift Advanced Materials zal een foto van een ongewoon fenomeen bevatten: een liposoom met daarin een polymeerbolletje. De ontdekkers hiervan zijn Eindhovense chemici, die min of meer bij toeval tegen het verschijnsel aanliepen. Door de ontdekking zullen geleerden in staat zijn om exotische liposoom-polymeer nanodeeltjes te maken.

Prof.dr.ir. Ton German is best trots op de ontdekking die zijn groep, meer nog in het bijzonder promovendus Martin Jung heeft gedaan. Advanced Materials is ook niet zomaar een tijdschrift; op het gebied van materiaal-kunde haalt het tijdschrift de hoogste scores op de citatie-index. “Om iets te snappen van het verschijnsel van zo’n polymeerbolletje moet je iets afweten van liposomen”, vertelt German. “Zo’n polymeer ontstaat namelijk in een liposoom.”Een liposoom, aldus German, is eigenlijk een zeepbelletje in water. Het bestaat uit een groot aantal lipiden, dat zijn net zoals zepen moleculen die twee gedeelten hebben: het ene deel is waterminnend en het andere deel waterafstotend. Wanneer je lipiden in water stopt, krijgen ze de neiging om tegen elkaar aan te gaan liggen, zodanig dat de waterafstotende delen zoveel mogelijk worden afgeschermd tegen het water. In de praktijk betekent dat dat lipiden in een dubbellaag naast elkaar liggen, met de waterafstotende lagen naar binnen gericht. De lipiden kunnen gezamenlijk een bolstructuur vormen, die liposoom genoemd wordt. “Je kunt een dergelijk liposoom het beste vergelijken met een voetbal: van binnen lucht, en aan de buitenkant ook lucht, maar een liposoom heeft dan aan de binnenzijde en aan de buitenzijde water.”

Het is bij liposomen mogelijk om binnen de dubbele laag andere stoffen in te brengen. Hier gaat de analogie met de voetbal niet langer op: het zou betekenen dat je iets zou moeten inbrengen tussen de buitenkant van het leer en de binnenkant van het leer. Zo kun je binnen de dubbele laag monomeren inbrengen, dus bouwstenen die later makkelijk tot langere polymeerketens aaneen gekoppeld kunnen worden. Echter, bij het aaneenritsen van de opgenomen monomeren in de liposoom bleken de ketens tot verrassing van de wetenschappers zich snel te concentreren tot één enkel polymeerbolletje. Vanwege de ontstane vorm noemde Martin Jung deze constructie een ‘parachute-structuur’.

Na bestudering van het verschijnsel kon Martin Jung concluderen dat het verschijnsel karakteristiek is voor polymerisatie in liposomen. Belangrijker nog: het proces kan geregeld worden. Daardoor kunnen verschillende nanomorfologieën worden gemaakt. Zo kreeg Jung het voor elkaar om een parachute-structuur binnen een parachutestructuur te maken. Het is deze constructie die de voorpagina van het maartnummer van Advanced Materials zal sieren. Afhankelijk van de combinatie van de waterafstotende lipiden in het liposoom en het monomeer kunnen zelfs holle polymeerstructuren gemaakt worden.

De resultaten van Jung hebben internationaal grote belangstelling getrokken en beroering gewekt, niet in het minst omdat ze in strijd zijn met hetgeen eerder algemeen aangenomen werd. Daarbij trekt het werk vooral ook de aandacht omdat er parallellen zijn met allerlei biochemische verschijnselen.

De parachutedeeltjes kunnen volgens German op een breed gebied toegepast worden. Men ziet legio toepassingen in de farmaceutische industrie bijvoorbeeld als geavanceerde ‘controlled drug delivery systems’. Ook denkt men aan de gecontroleerde afgifte van katalysatoren of reactanten in bijvoorbeeld de navernettingsreacties die nodig zijn voor watergedragen verven en

coatings. /.

Untitled Document Swingende opening


Foto Bram Saeys

De faculteit Werktuigbouwkunde vierde afgelopen vrijdagmiddag 14 januari de afsluiting van een jarenlange periode van verbouwen en verhuizen. Ook werden de nieuwe laboratoria van Precision Engineering en Aandrijf-en tribotechniek geopend. Belangstellenden konden deze laboratoria bezichtigen. Voor de fees-

telijke opening was zelfs een echte big-band ingehuurd. De muzikale omlijsting werd verzorgd door de Barflies. Bij sommigen begon het flink te kriebelen. En de voetjes gingen dan ook van de vloer./.

Untitled Document Aanvragen voor projecten met KUB

Tot 1 april 2000 hebben faculteiten, vakgroepen, onderzoeksscholen en medewerkers de gelegenheid om projectvoorstellen in te dienen bij het SamenwerkingsOrgaan Brabantse Universiteiten (SOBU). Het betreft hier aanvragen voor personele en overige middelen voor nieuwe en lopende samenwerkingsprojecten in de gezamenlijke research-pool van de KUB en de TUE. Projecten in dit kader duren doorgaans vier jaar en zijn veelal gericht op promotie van de projectuitvoerder (AIO).

Informatie over de eisen waaraan een aanvraag moet voldoen, is te vinden in de aanvraagbrochure, die verkrijgbaar is bij het stafbureau van het

SOBU, KUB: tel. 013 466 2380/2763. Voor 2001 zijn voor vijf nieuwe projecten personele middelen beschikbaar. Zowel brochure als aanvraagformulier zijn tevens via (http://www. kub.nl/sobu) op te vragen.

Meer informatie: 013-4662380, fax 013-4662948./.

Untitled Document Besluit subsidie Daglicht
Untitled Document Twintig jaar op zoek naar buitenaards leven

De mensheid vraagt het zich al eeuwenlang af: bestaat er intelligent leven buiten de aarde? Sterrenkundige prof. Dan Werthimer houdt zich hier al ruim twintig jaar mee bezig. Hij is ervan overtuigd dat het ‘daarbuiten’ moet wemelen van het leven.

Werthimer is medewerker van het Amerikaanse SETI-project. De medewerkers van het project van de Berkeley-universiteit zoeken door middel van radiogolven het heelal af op zoek naar dat ene teken van E.T. Met de screensaver van SETI@HOME kunnen internetgebruikers hun steentje bijdragen aan het onderzoek. Vorige week hield Werthimer op de TUE een lezing over de zin en onzin van ‘the Search for Extraterrestial Intelligence’.

De eerste pogingen om contact met buitenaardsen te zoeken dateren van de negentiende eeuw. Cirkelvormige geulen gevuld met kerosine die in brand werden gestoken en gigantische spiegels moesten de aandacht van groene mannetjes trekken. Het SETI-project is relatief jong. In 1985 kreeg het instituut geld van de NASA. Vijftien jaar later en een flinke smak geld armer (de financiering door NASA werd in 1994 stopgezet) maakt het project van de Berkeley-universiteit gebruik van de enorme Arecibo-schotel en de inzet van ruim 1,6 miljoen Internetgebruikers. Daarmee is het project SETI@HOME één van het succesvolste Internetproject ooit. En het aantal deelnemers blijft groeien. Iedere dag komen er ruim vijfduizend bij. Op de TUE zijn er 150 studenten en medewerkers die het programma geïnstalleerd hebben. Een sleutelrol in het onderzoek speelt de reusachtige Arecibo-radiotelescoop in Puerto Rico. De Arecibo-telescoop, bekend uit films als Goldeneye en Contact heeft een diameter van zo’n 300 meter en scant de hele dag de hemel op sterke radiosignalen.

De onderzoekers zijn met name geïnteresseerd in ‘gausses’, uitschieters en patronen in de signalen. De verkregen data worden doorgesluisd naar een grote ‘super-computer’ die het materiaal voor een deel analyseert.

Het merendeel van het werk wordt echter gedaan door de 1,6 miljoen vrijwilligers die wereldwijd aan het project SETI@HOME meedoen. Door middel van een screensaver die kan worden gedownload op de homepage van SETI kan elke aardbewoner met een Internetverbinding zijn steentje bijdragen aan de zoektocht naar buitenaards leven. Het programma maakt daartoe verbinding met SETI om het te analyseren stukje data te downloaden. Het programma analyseert de informatie op momenten dat de pc aan staat, maar geen taken verricht. Vervolgens worden de resultaten teruggstuurd naar SETI.

Wat als…

Menig gebruiker van de screensaver zal er over gedroomd hebben, wat als....? Werthimer lacht mysterieus: “Als jij degene bent die een echt signaal ontdekt, en dat zal blijken na intensieve analyse bij SETI, dan zul je daar zeker van op de hoogte worden gesteld. Waarschijnlijk word je wereldberoemd en ontvang je de Nobelprijs. Je moet wel het bijbehorende geldbedrag delen met zo’n anderhalf miljoen mensen. Dat is ongeveer een gulden per persoon.” Maar tot nu toe zijn er volgens Werthimer geen signalen van buitenaardse beschavingen ontvangen. Vaak betreft het de sterke signalen van satellieten en militaire radars.

Na twintig jaar heeft SETI dus nog niets opgeleverd. Een teleurstelling voor Werthimer? “We bestrijken met de hedendaagse middelen slechts een klein deel van het spectrum van de frequenties. Met de enorme vooruitgang van de technologie is daar in die twintig jaar al veel vooruitgang in geboekt. Ik denk dat jonge mensen van rond de twintig nog wel mee zullen maken dat we iets ontdekken. Maar”, voegt hij er direct aan toe, “Don’t hold your breathe.”/.

Untitled Document TUE kan achttien terabyte back-upen

Het maken van back-ups van computerdata was lange tijd een ondergeschoven kindje. Sinds het Rekencentrum zeven jaar geleden van start ging met het aanbieden van een centrale backup-faciliteit voor Unix-systemen, is deze ser-

viceverlening binnen de TUE uitgegroeid tot een succesnummer. Zozeer zelfs dat binnenkort wederom nieuwe hardware wordt geïnstalleerd om de opslagcapaciteit on-line uit te breiden.

Op de TUE wordt dagelijks een enorme hoeveelheid computerdata geproduceerd. Data die verloren kunnen gaan door een computercrash of door menselijk falen. Het belang van het maken van back-ups van die bestanden, lijkt voor de hand te liggen. Binnen het ICT Servicebedrijf, een deel van het vroegere Rekencentrum, ligt de verantwoordelijkheid voor de centrale back-up faciliteiten bij Henk van de Langenberg en Mart Mennen. Volgens Van de Langenberg zagen in het verleden veel systeembeheerders het maken van back-ups als een bijzaak. Aan de TUE is die bijzaak voor Van de Langenberg en Mennen een hoofdzaak geworden.

In 1993 startte het toenmalige Rekencentrum met een opslagcapaciteit on-line van 70 Gigabyte. Dat leek toen oneindig veel. Het aantal systemen dat in het centrale back-upsysteem werd opgenomen, groeide echter gestaag. Hetzelfde gold voor de hoeveelheid data. Faculteiten en diensten die hun data door ICTS laten back-upen, zijn tegenwoordig goed voor zo’n 3 terabyte (3000 gigabyte) aan back-updata per maand. Om deze groei te kunnen verhapstukken werd in de loop der jaren regelmatig nieuwe soft- en hardware aangeschaft.

De software die nu gebruikt wordt, komt van de firma Legato en is geschikt voor bijna alle platformen. Naast Unix-systemen (inclusief Linux en FreeBSD) kon daardoor ook Windows NT in de back-up worden meegenomen. Op het gebied van de hardware werd vorig jaar een ATL P3000 DLT Library aangekocht. In deze data-jukebox kunnen 326 DLT-tapes opgeslagen worden, die bij elkaar een on-line opslagcapaciteit bieden van ruim 18 terabyte. Uit dit systeem kan de individuele systeembeheerder van een faculteit of een dienst met terugwerkende kracht van één jaar (waarvan vijf maanden on-line) back-updata opvragen. Tapes die niet on-line zijn, worden in een brandvertragende kluis bewaard en kunnen indien nodig handmatig worden geladen.

Binnenkort wordt een tweede data-jukebox gekoppeld aan de eerste, waardoor het mogelijk is om on-line voor een heel jaar back-ups op te vragen. De faculteiten en diensten betaalden in 1999 een vast tarief van 55 gulden per maand en 1 cent per megabyte aan data die ze opvragen uit het centrale backupsysteem. Volgens Van de Langenberg komt dat ongeveer overeen met de jaarprijs die het ICTS voorheen vroeg: 1100 gulden per jaar voor systemen tot 10 gigabyte./.

Untitled Document Symposium

over BOKS

Voor prof. dr. Piet Kempen vindt op woensdag 9 februari om 14.00 uur een afscheidssymposium plaats in de Van Trierzaal. Het symposium heeft als thema BOKS, wat staat voor Body of Knowledge and Skills. Kempens initiatief komt voort uit zijn werkzaamheden als organisatieadviseur en zijn lidmaatschap van de Orde van organisatiekundigen (Ooa). Ook was hij vijftien jaar lang deeltijdhoogleraar en samen met dr.Jimme Keizer verantwoordelijk voor het vak Organisatie-

advieskunde bij TM. Hoewel de Ooa een selectief toelatingsbeleid voert, beschikt zij niet over een nauw omschreven competentieprofiel, een BOKS. Kempen is voorstander van een dergelijk profiel en wil door middel van een symposium BOKS voor het voetlicht brengen.

Loopbaan-advisering

Bij het Studenten Service Centrum (STU) kunnen studenten, ontwerpers en promovendi, tot een half jaar na afstuderen of promoveren terecht voor loopbaanadvisering. In het kader hiervan worden er dit voorjaar diverse trainingen gegeven omtrent loopbaanoriëntatie en solliciteren. Deze trainingen gaan begin februari van start. Heb je belangstelling of wil je meer informatie meld je dan aan voor een oriënterend gesprek. Informatie en/ of aanmelden: Service Desk van STU in De Hal 1.45, tst: 8015.

Vacatures

Secretarieel administratief medewerker (0,8 fte), V2801.044, Studenten Service Centrum, duur: 1 jaar + uitz onb tijd, salaris: max. fl 3.522,- bruto per maand, sluiting: 14 dagen.

Personeelsfunctionaris voor de faculteit W&I, V32834, salaris: schaal 10, CAO Nederlandse Universiteiten max. fl. 6516,-,. sluiting 28 jan.

Studie-adviseur (0,5 fte), V39266, faculteit TM (Technische Bedrijfs-kunde), salaris: minimaal fl. 4.110,- en maximaal fl. 7.618,- bruto per maand bij een voltijds aanstelling (salarisschalen 10 tot 11), sluiting: 4 februari.














Website